Ik zeilde al sinds mijn prille jeugd met mijn Oom Dirk op zee. Oom Dirk was een gepensioneerde marineofficier met een heilig geloof in discipline, leervermogen van opvarenden en zijn eigen superioriteit. Dat laatste werd ook weinig in twijfel getrokken door opvarenden van zijn 15 meter eikenhouten kotter want de man was gewoon de zee in hart en nieren. Aan een zandmonsterje kon hij zien waar we op de Noordzee zaten en met hem aan het roer liep de boot altijd een knoop harder (af te lezen op de Walker sleeplog). Maar Oom Dirk vond ook dat zijn kleine neefje verstand moest hebben van astro-navigatie en ik bleek daar ook aanleg voor te hebben waardoor ik de verantwoordelijkheid kreeg voor het schieten van sterren en zonnen.
Op een dag in november, het was koud en zeer winderig met hoge golven moest ik positie bepalen terwijl we voor de wind liepen. De boot slingerde zich heftig van goftop naar golfdal en dit alles maakte mijn meting zeer onnauwkeurig door het ontbreken van een stabiele horizon. Mijn positiedriehoek kende dan ook zijden van 200 mijl waarop ik de schipper mededeelde dat we ons tussen Londen- Parijs en Amsterdam bevonden. Oom Dirk was geheel tevreden met deze positie en zei: Je hebt gelijk jongen want we zitten op de Noordzee.
Pieter