Onze Eurokruiser MK III Deluxe wilden we overvaren van Linden naar Zwartsluis.
Twee dagen was de planning, met een uitgestippeld plan van aanpak.
Op dag één zouden we van Linden naar Zutphen varen, waar we zouden overnachten.
Dag twee zouden we van Zutphen door naar Zwartsluis.
Hier wat we allemaal meegemaakt hebben:
Dag één, Vrijdag 11 Maart.
Om half negen gooiden we los, en konden gelijk de mast al laten zakken voor de eerste brug.
Onze hoogte is 8,45 meter, met daar bovenop nog een windvaan.
Voor de veiligheid hebben we 9 meter aangehouden als veilige hoogte.
Eenmaal twee bruggen en een open sluis gepasseerd te hebben, waren we beland op de Maas.
De maas zelf was extreem rustig, en hier hebben we geen schepen gezien.
Daarna het MaasWaal ? kanaal op. Hier was het al wat drukker.
De eerste sluis tegengekomen onder de N271.
Het licht op groen, dus wij klaar om de sluis in te varen.
Echter toen we volledig de sluis konden doorkijken, zagen we een groot binnenvaart schip aan de andere zijde liggen, met enige boeggolf op de kop.
Even wachten dan maar.
Ik draai een rondje, en het licht springt op rood.
Net op tijd de juiste beslissing genomen dus.
Eenmaal aangekomen bij de Waal, bleek het een frustrerende lange vaart te gaan worden.
Onze Yanmar 1GM10 bleek niet goed opgewassen tegen de daar heersende stroming.
In de binnenbocht ging het nog wel, al haalden we maar 2,7 knoop.
Zaten we echter in een buitenbocht, en een passerend binnenvaart schip ons tegemoetkomend, vielen we gewoon helemaal stil.
Totaal 4 uur aan het stampen geweest, met de motor op 3200 rpm, van het maximum van 3400 rpm.
Man wat was dat frustrerend.
Halverwege op de Waal viel ineens het toerental terug, en ik keer verschrikt naar het motorpaneel. Niets te zien. Wat nu.. Bleek dat mijn schoonvader tegen de gashendel had gestoten met zijn been, en deze was gewoon weer teruggekomen richting neutraal.
Het schrikmomentje werd snel een humor momentje.
Eenmaal bij het Pannerdensch Kanaal aangekomen ging het stukken beter.
Gezien we de stroming mee hadden, en de motor op 3200 rpm hebben laten staan, haalden we een dikke 8,3 knoop. Dat schoot lekker op, en al snel draaiden we af de IJssel op.
Man wat een prachtige rivier is die IJssel toch.
Vlak voor de nieuwe brug bij Zutphen, inmiddels al van schemering in het donker terechtgekomen, viel ineens het toerental met een harde klap naar beneden.
SHIT, kon ik nog net uitbrengen, en keek paniekerig op het instrumenten paneel van de motor, en naar de gashendel. Die stond nog gewoon goed.
Langzaam kwamen de toeren weer terug, al kwam deze niet hoger dan 2500 rpm.
“Iets in de schroef ” volgens mijn schoonvader.
“Geef hem maar een harde klap achteruit, dan komt het misschien wel los” was zijn volgende advies.
Helaas verhielp deze speciale manoeuvre niet, en al sputterend de oude haven in Zutphen weten te bereiken.
Eenmaal daar aangekomen, eerst maar eens lekker gaan slapen. We waren allen zeer moe, en nu konden we toch niets doen.
Goed geslapen, als werd elk van de driekoppige bemanning wel minimaal een keer wakker van de kou.
Dag twee, Zaterdag 12 Maart.
Eerst maar eens lekker ontbeten, waarna ik het motorluik open heb gemaakt om olie te kunnen peilen.
Nog net een klein drupje helemaal onderop de peilstok. Whoops, dat moet bijgevuld worden.
Voor de overtocht was het peil nog goed. Hmmmm..
10W40 motorolie gekocht, en de motor weer afgevuld tot precies onder max van de peilstok.
Even aanzien maar, we hebben gisteren de motor natuurlijk extreem zwaar belast.
Motor gestart, en deze draaide gewoon normaal haar rondjes.
“Laten we het er maar op gokken” volgens mijn schoonvader. Even overboord om de schroef te inspecteren was geen leuk vooruitzicht met deze kou.
Eenmaal de have uit, constateerde ik dat het schip extreem aan het trillen was, en de motor niet over de 2500 rpm wilde komen in haar vooruit.
Achteruit wilde nog wel gewoon op toeren komen.
“Ik durf het niet aan” vertelde ik tegen mijn vrouw en schoonvader, waarop we bij jachthaven “de mars” al weer de IJssel verlieten.
Daar bij de wsv aangelegd, en mezelf moed in gepraat om overboord te gaan om de schroef te inspecteren.
Ik heb mezelf uitgekleed, en met op de zwemtrap tot mijn middel gekomen. Door de kouw klapje mijn longen geheel dicht, en ik begon te hyperventileren.
Trapje weer op, waarbij mijn gehele onderstel zo aan het trillen ging, dat het klimmen nog een hele opgave was.
“Dit wil niet” kon ik nog net uitbrengen.
Op het zelfde moment kwamen er een paar mensen op de stijger aanlopen naar ons.
“Wat in de schroef” zo legde ik uit. Een van deze mensen bood aan om een “klusser” te bellen welke wel een trailer had welke ons uit het water kon tillen.
Die meneer werd gelijk maar gebeld.
Om 12:00 uur zou hij tijd voor ons hebben. Dat duurde wel eens waar nog twee uur, maar het was onze enige uitweg uit deze situatie.
Om half één kwam de beste man aan, en vroeg naar enkele technische zaken omtrent de motor. “Iets in de schroef” bleven wij volhouden.
Hij gaf aan dat de trailer bezet was met een schip welke nog gelast moest worden.
Gezien we niet veel keus hadden, zijn we akkoord gegaan met de wachttijd.
Gelijk maar even gevraagd hoe veel dit ons zou gaan kosten.
Gezien we maar even op de kant moesten zijn, en niet op een bok hoefde, wilde hij ons matsen.
Normaal vroeg hij € 240,- maar we hoefde slechts het luttele bedrag van € 150,- te betalen.
Redelijk hoog, dus maar proberen er wat af te krijgen.
Helaas € 140,- was het minimum wat hij wilde hebben.
Gezien we geen contanten op zak hadden, maar naar het centrum van Zutphen gelopen om te pinnen.
We moesten immers toch anderhalf uur wachten.
Om drie uur maar eens naar de werf van de monteur gelopen, om te vragen waar hij bleef.
“Ik ben klaar, en kom er gelijk aan” vertelde hij.
Wij dus terug naar het schip, en losgemaakt om naar de helling te gaan.
Vlak voor de helling lag een oud bunkerschip, waar we maar even vastgeknoopt hebben.
Toen was het weer wachten.. een half uur lang.
Mijn vrouw wou hem inmiddels iets aandoen wat ik niemand gun, en kon haar maar met moeite bedaren. Mijn schoonvader zijn gezicht was ook al enige woede aan het uitstralen.
Eenmaal de trailer bij het water, en de boot was er zo uit.
We wisten niet hoe snel we met een ladder naar beneden moesten komen, en wat zagen wij, Een grote plastic troep in de schroef.
Een grote plastic zak bleek de boosdoener.
Met wat trekwerk, waren alle resten plastik weggehaald van de schroef en haar as.
Daarna de rest van het onderwaterschip maar geïnspecteerd.
Één grote mosselbank, waar een viswinkel nog jaloers op zou kunnen worden.
Het grootste gedeelte maar er afgekrabd met de hand, en terug het water in.
Het motortje reageerde weer zoals het moest, en spinde als een kitten die net het buikje vol had.
Gezien de tijd, het was al tegen half vijf, hebben we maar besloten in Zutphen te blijven liggen.
De havenmeester was vriendelijkheid hetzelve, dus een plekje was zo geregeld.
Volgende week Zaterdag gaan we weer verder, en hopen zonder verdere problemen Zwartsluis binnen te lopen. Laten we hopen dat Murphy dit keer niet weer van zich laat horen.