Om 5 uur gaat de wekker. Er staat een fris windje maar het is niet koud. Wel ongelooflijk helder. Talloze sterren twinkelen aan de hemel en er is een vriendelijk schijnsel van de maan. Iets voor 6 uur varen we de Marina uit. Net buiten de grote pieren van IJmuiden, voor de Hoogovens, hijsen we het grootzeil en daarna wordt de genua uitgerold.
De wind is ca. 7-9 knopen maar helaas uit een vrij zuidelijke richting. De snelheid is 5,5 knopen door het water, niet slecht maar toch niet genoeg om het hoog water bij Den Helder te halen. Na een kwartiertje besluiten we om toch maar de genaker te hijsen, ook al is het nog donker en ook al was die (een paar weken daarvoor) juist zo mooi gedroogd en netjes opgeborgen
. Het is even zoeken naar de juiste trim maar dan blijft de genaker goed staan en je voelt de boot versnellen.
Het vergt wel zorgvuldig sturen. Als je de genaker echt goed vol wil hebben zou je eigenlijk 25 graden willen varen (120 graden aan de wind), maar die ruimte hebben we niet want dan lopen we op de kust. En als we teveel van de kust af sturen komen we voor de wind en valt de genaker in. De kunst is dus om zo diep mogelijk te sturen en toch de genaker vol te houden. Al met al lukt dit vrij aardig en met een snelheid van zo'n 6,5 knopen glijden we naar het noorden. De Noordzee laat zich weer van zijn beste kant zien, vlak water (immers nog steeds aflandige wind) met slechts een lichte deining die ons oploopt.
De oostelijke horizon kleurt rood en na een half uurtje kruipen de eerste zonnestralen over de duinen. De mijlen glijden voorbij, we passeren Egmond en de reactor bij Petten. Na een tijdje komt de vuurtoren bij Den Helder in zicht.
Er ligt echter een flink obstakel in de weg. Normaal kun je varen tussen de kust en een ondiepte genaamd de Bollen van Kijkduin, een stukje water van anderhalve mijl breed. Maar midden in dat water liggen drijvende pijpen met een sleepboot en een groot baggerschip. Er loopt kennelijk een pijpleiding naar de kust, misschien dat ze zand aan het opspuiten zijn. Even overweeg ik om er een stuurboord langs te gaan maar dat is toch niet zo'n goed idee, we hebben immers geen idee hoe diep de pijpleiding precies ligt. Tijd dus om in actie te komen. De motor gaat aan, de genaker wordt snel gestreken en we gijpen kort voor het baggerschip. Op een afstand van zo'n 50 meter varen we langs het gevaarte. Hij is net bezig om de drijvende leiding aan te koppelen aan een grote pijp bij de boeg. Het heeft wat weg van een olifant die een brandslang aan zijn slurf aankoppelt.
Na 10 minuten zijn we bij het einde van het Schulpengat en kunnen we alweer wat meer naar de wind sturen. De motor gaat uit, de genua wordt uitgerold. Stijn stuurt de boot over een vlakke Waddenzee. Vanaf Texel komt een hele vloot jachten die allemaal richting Den Oever gaan. We trimmen de boot zo goed mogelijk aan de wind en weten diverse boten in te halen. Een klassiek uitziend jachtje heeft kennelijk niet door dat we vlak achter hem zitten. Hij gaat aan de verkeerde kant van de boei, stuurboord van de groene ton, en omdat we bovenwinds willen inhalen moeten wij ook wel hoger. Het is gelukkig diep genoeg. Precies ter hoogte van de boei lopen wij ze op; beide boten hangen flink schuin maar de Balance doet zijn naam eer aan en stoomt onverstoorbaar met ruim 7 knopen langs het jachtje. Ik roep naar de bemanning en ze schrikken een beetje als ze ons ineens naast zich zien.
Om 12.30 zijn we bij Den Oever. Helaas is de brug net voor onze neus dicht gegaan. Een mooie gelegenheid om nog even het aanleggen aan hogerwal te oefenen. Greg stapt soepel op de kant met de voorlijn, Stijn gooit de achterlijn om een bolder en we liggen vast. Rustmomentje. We eten en drinken wat en genieten van het zonnetje in de kuip. Het voelt bijna zomers aan.
Na de sluis gaat direct het grootzeil omhoog, tegen de tijd dat we de havenmond uitvaren zijn we weer onder zeil. We worden begroet met vriendelijke golfjes (waar zijn de beruchte steile IJsselmeer golven gebleven?) en een warm zuidenwindje. Er is één probleem, omdat de wind nog in het zuiden zit is Enkhuizen niet bezeild. We kunnen niet meer dan zo'n 120 graden varen, een koers die ons meer richting Stavoren dan Enkhuizen brengt. Maar we hebben de tijd en de stemming is opperbest. We zeilen door tot het Vrouwenzand en gaan dan, na ruim 120 mijl zeilen, voor de eerste keer overstag. Alle voorgaande koerswijzigingen hebben we kunnen gijpen. Willem stuurt de boot soepel door de wind en we gaan richting de Kreupel.
We moeten nog enkele keren overstag. De wind is wat ingezakt maar we kunnen toch nog met 4 tot 5 knopen hoog aan de wind zuidwaarts zeilen. Om 5 uur vinden we dat we genoeg ons best hebben gedaan, de zeilen worden gestreken en het laatste stukje varen we op de motor naar de haven. Om 17.55, precies 12 uur na vertrek, liggen we vast in de haven. Ook deze keer 70 mijl gevaren, in 11 uur, niet eens zo veel langzamer dan op de heenweg terwijl er duidelijk minder wind staat.
We kunnen terugkijken op een zeer geslaagd weekend. Samenvattend:
21 uur op het water
140 mijl gezeild
0 x
5 x
en heel veel
Greg, Pieter, Stijn en Willem, bedankt voor deze mooie najaarstrip!