Het echte verhaal achter de foto
Eind mei (2006) werd ik geronseld voor een delivery, of ik een Beneteau First 31.7 naar Cuxhaven, Duitsland wilde brengen. Een First 31.7 is natuurlijk een leuke en sportieve boot om mee te varen dus dat wilde ik wel. Deze boot heeft een tijdje te koop gelegen en is gekocht door iemand in Finland die niet zoveel tijd had om hem op te halen, hij zou 26 mei in Cuxhaven op de steiger staan. Er moest nog het een en ander klaar gemaakt worden voor de verkoop rond was, maar op 20 mei was het dan zover. Samen met mijn vader en moeder zeilen we met de "Sarabande" naar Medemblik waar de "Delfts blauw" op ons ligt te wachten. De bedoeling was dat mijn vader dan alleen weer naar Den Oever terug zou varen en dat mijn moeder en ik achter hem aan gingen met de First. Zo gezegd zo gedaan, met een erg vlagerige wind varen we naar Den Oever en onderweg maken we alles een beetje gangbaar. Dat de boot een tijd stil heeft gelegen is goed te merken.
In Den Oever tanken we de boot nog even vol (gaat maar liefst 30 liter in!) en brengen wat zeekaarten en een zwemvestje aan boord. De volgende morgen willen we om 6 uur weg want dan draait de brug van Den oever weer, door werkzaamheden aan de brug is deze slechts beperkt open. We beginnen de ochtend met heel weinig wind en gaan strak onder de afsluitdijk langs richting Terschelling, al snel word de wind een lekker briesje en komt uit het westen, de voorspelling is dat dit vanacht en morgen ook zo blijft. We hadden een nieuwe spinnaker aan boord en die ging dan ook bij het zeegat van Terschelling omhoog. Met zo'n 12 tot 15 knoopjes wind loopt de boot er met de achterop komende golfjes een mooie 7 tot 8, dat gaat lekker! Als het zo door blijft gaan zijn we wel bliksem snel in Cuxhaven! Maar nee, het bleef niet zo door gaan, vlak voordat de boot zou versnellen door een golf gaat ze opeens heel onverwacht langzamer varen in plaats van versnellen, dat voelt raar! Ik sta met de lijschoot van de spinnaker in mijn hand en kijk omhoog, langzaam buigt de mast voorover, ik laat meteen de schoot los, maar het is al te laat. Met een sierlijke en langzame buiging valt de mast voor de boot in het water en de boot vaart er overheen tot dat de mast bij de spiegel ligt en als drijfanker gaat werken en de boot stil legt.
Daar lig je dan, een mijl of 10 ten noorden van Terschelling de mast te water, de motor kun je niet gebruiken omdat er te veel zeilen en touwwerk overboord ligt dat in de schroef kan komen. Door de wind en de mast die in het water hangt blijft de boot met zijn zijkant naar de golven liggen waardoor we als een gek liggen te rollen, af en toe gaat de boot van gangboord tot gangboord erin! Aan de mast zit een rolfok installatie, hangt een spinnaker van een metertje of 60 en een grootzeil dat in de groef van de mast zit en geen kant op kan.
Voordat we iets gaan doen maak ik eerst een paar foto's want achteraf zul je net zien dat iemand die wil hebben voor de verzekering of iets dergelijks. Het eerste dat we moeten doen is het rollen verminderen, de wind en de stroom komen uit dezelfde richting en de waterdiepte is hier een meter of 20, we willen dus het anker uitgooien, het maakt op zich niet zoveel uit of deze houd of niet, als hij de boeg maar op de golven houd. Dat lukt, het anker krabt wel maar de boot draait netjes 90 graden om en dat maakt al een heel verschil in comfort en veiligheid.
Daarna gaan we los halen wat we kunnen, We beginnen met de giek, we trekkende smeerrepen en de onderlijk strekker uit de giek en het zeil en gooien dit in de kajuit, daarna volgt de bout van het lummel beslag binnen enkele minuten verdwijnt de giek ook de kajuit in. Zo, dat maakt het lopen al een stuk makkelijker! De mast is ongeveer 3 meter boven dek afgebroken en het onderste stuk van de mast staat nog overeind, door de kabels van de marifoon en radar antenne als mede door de vallen blijft het afgebroken stuk ook aan de onderste maststomp hangen. We trekken de vallen uit de stoppers en de geleideblokken en ook uit het stuk mast dat nog overeind staat. Het grootzeil lijkt nog helemaal onbeschadigd en dat willen we graag zo houden, die moet er dus eerst af. Deze zit met leuvers aan de mast groef en de val zit ergens vast waar we niet direct bij kunnen. Ik heb, vlak voor we aan boord sprongen, nog even snel een heel groot en heel zwaar mes in de schacht van mijn zeillaars geschoven, die komt nu heel erg mooi van pas! We snijden de bindseltjes van leuvers los van het grootzeil en krijgen daardoor ruimte om het stukje bij beetje binnen te halen, zodra we bij een zeillat kunnen gaat ook deze eruit. Na een kwartier snijden en schuiven hebben we het grootzeil los en deze word direct door de kajuit ingang naar binnen gepropt. Nu de spinnaker, deze is helemaal in stukken gescheurd en de flarden zitten allemaal om de mast gewikkeld.
Met het grote mes maken we de spinnaker wat beter handelbaar en de stukken gooien we achter ons in de kuip neer. Op gegeven moment komen we er niet meer bij, de helft van de mast is onbereikbaar omdat deze in het water hangt. We moeten dus de mast op dek zien te krijgen. We hadden ons er al van verzekerd dat de kabels van de antennes niet zouden breken waardoor de mast zou vallen. Als we de mast nu over de achterpreekstoel heen konden tillen dan waren we al een heel eind, en zonder grootzeil dat in het water lag moest het lukken. Met zijn tweeen zo veel mogelijk achterop staand, een op het zwemplatform en de ander achterin de kuip, deden we wat we konden, het ritme van de golf afwachten en zodra de SB kant van de boot op het laagste punt kwam een flinke sjor, pas na de 7de of 8ste poging lukte het ons. Nu lag alleen de masttop nog in het water. Met een veiligheidslijn aan de mastvoet van het gebroken deel naar de voorbolder houd mijn vader de mast op zijn plek terwijl ik de kabels probeer door te snijden. De boot rolt als een gek, ik moet op het puntje van mijn tenen gaan staan op een smal randje waar het lummel beslag aan vast zat en aan de voorkant van de mast waar het oog van de spinnakerboom zit, ik kan allen snijden wanneer de boot over SB helt want anders val ik naar beneden, langzaam maar zeker lukt het en de mast valt een cm of 10 naar benden en word netjes opgevangen door de vanglijn die we daarvoor gemaakt hadden. Nu hadden we de ruimte om de mast naar voren te schuiven. Dat ging vrij makkelijk want behalve en beetje verstaging hing er niets meer in het water. Hierna waren we snel klaar, de mast goed vastbinden, de restanten naar binnen gooien en de motor starten. Om een uur of 5 in de middag konden we anker op en terug naar huis, de hele operatie om de mast weer aan boord te krijgen heeft ongeveer 2,5 uur gekost. De schade aan de boot hebben we gelukkig beperkt weten te houden tot een verbogen scepter en een krasje op de overgang van dek naar romp. De genua en het grootzeil waren, op de afgesneden leuvers na, ook nog heel en konden zo weer gebruikt worden.
Nu kregen we het volgende probleem, de diesel tank is niet groter dan 30 liter, de motor van 15 PK zal niet veel meer gebruiken dan 2 liter per uur met een snelheid van 5 knopen, dat is een geschatte actie radius van ongeveer 75 mijl. We hadden in de ochtend al iets van 15 mijl gemotord en konden er dus nog 55 tot 60 doen, dat is krap om naar Den Oever te kunnen komen...
Als we het zeegat van Terschelling binnen varen komt opeens de reddingsboot in volle vaart langs, ze kijken of we hulp nodig hebben, zien dat we alles onder controle hebben, zwaaien even en varen weer door. Als we voor Vlieland varen is het al 9 uur en spoedig zal het donker worden, verlichting hebben we niet meer en we willen door het scheurrak omdat dat de kortste weg is, maar die betonning is niet verlicht en de nacht is bewolkt. We gaan dus naar Vlieland, voor de haven hangt de rode vlag uit en we zijn dus niet welkom in de haven, we varen een beetje door en gaan tussen een 50 tal andere boten voor anker.
Daar ruimen we eerst de troep op, vouwen het grootzeil een beetje netjes op, dweilen het zoute water van de vloer, koken een potje, slapen een paar uur en om 5 uur varen we met het eerste licht weer naar buiten. Het was opkomend water toen we weggingen van Vlieland, dus in de paardenhoek en onder de afsluitdijk zouden we niet zoveel water hebben, ook weten we niet wat de diepgang is van deze boot. Ik duik in de navigatiehoek en vind een werf beschrijving van de boot, lang leve de CE normering en hun verplichte handleiding voor boten! Ik lees en ik lees maar het enige dat ik kan vinden is dat de boot of 1,50 m diepgang steekt of 1,95.. wat heb ik daar nu aan? Dat is juist het verschil dat belangrijk is nu! We gokken het er op we gaan door. In de paardenhoek gaat het goed, de diepte meter komt tot 1,70 m en we voelen de grond niet, gerust gesteld dat de boot maar 1,50 steekt varen we door richting de afsluitdijk.
Dan zie ik opeens het pamfletje van de makelaar liggen 1,90 staat er ingevuld bij de diepgang. Wat nu? Omvaren via Texel gaat met deze tankinhoud niet meer en Kornwerd is ook geen optie meer, we moeten nu in een rechte lijn naar Den Oever. We gaan door, we komen voorbij het monument volgens de kaart het ondiepste stuk gaat het lukken?
Nee, we kunnen de mensen op de haven van Den Oever al onderscheiden en dan lopen we vast, achteruit een beetje en dichter onder de dijk proberen, nee ook niet, 20 minuten proberen en we komen niet meer voor of achteruit, het water blijft zakken. Nog twee uur tot laag water. Dat is dus 4 uur wachten in het zicht van de haven. Na een uurtje komt er een visser langs, hij verteld ons dat we nog dichter langs de dijk hadden moeten blijven, iets dat de kaart juist afwees, volgens hem hadden we het dan wel gered. Om de tijd te doden nodigt hij ons uit om mee te gaan om wat staand want uittezetten, omdat we toch niets beters te doen hebben de komende paar uur gaan we graag mee.
Na een kleine 1,5 uur worden we weer netjes bij de boot afgezet en nog een uurtje later drijven we weer, op het laatste beetje diesel varen we de sluis door en de jachthaven in.
De mast is overboord gegaan door een gebroken achterstag, deze was gemaakt van Dyneema en was gebroken bij het onderste blok op het zwemplatform. Vaak is er een breeklijn aan de achterstag gemaakt dat als de talie breekt of losschiet dat de mast niet verder dan enkele tientallen cm's voor over kan buigen, op deze boot was dat niet het geval geweest en ging de mast dus volledig voorover. Uiteindelijk is alles door de verzekering goed opgelost en de boot is in juli als nog in Duitsland afgeleverd.