3 juni 2014
Mijn hart bonst een beetje in mijn keel. Water in de boot. Wat zou dat kunnen zijn? Ik kom beneden aan en tref een ravage van losgehaalde vloerplanken en water dat tot aan de stuurboordzijde zijn misselijkmakende klotsen lat horen. Omdat de boot 45 graden helt, beteknt dat dat er veel water moet zijn. Ik zie het klotsen in de kombuiskastjes. Alles nat, toch niet zo'n goed idee om de keukenrol daar op te bergen.
Bijlage SALSUS_140603_20.jpg niet gevonden
Steef wordt naar buiten gestuurd om Harald te helpen en Riccardo en ik gaan ons concentreren op het water. De instructie aan de deklieden is: afvallen! We moeten de boot horizontaal krijgen. Eenmaal horizontaal, nou ja, niet helemaal de juiste omschrijving, maar kalmer in ieder geval, blijkt het water tot aan de vlonnders te staan. Toch wel een ton aan water, denk ik. Maar hoe snel komt het binnen? We sluiten alle afsluiters. "Where is the inlet for the engine?" roept Riccardo boven de storm uit. Het is duidelijk - net op dit moment slaat de depressie toe. Murphy heeft weer een mooi dagje, denk ik tot mezelf. "I don't know" geef ik eerlijk toe. "Riccardo werpt een blik als een professionele honkballer. Ik word geraakt door een combinatie van ongeloof, woede en totale verbazing. Ik geef hem wel gelijk. Maar ik kan nu eenmaal niet alles tegelijkertijd leren. We hebben pas een paar weken ervaring met deze boot, als je het sec beschouwd."But we can find it" zeg ik. "How do I find it?" "Follow the hose from the strainer". Ja natuurlijk, dat is logisch. Ik heb de afsluiter zo gevonden, en ook deze gaat dicht. We gebruiken de handpomp om de bilg zo goed mogelijk te legen, en dat werkt goed. Toch komt er nog water binnen.
Riccardo rent opeens naar het toilet en gooit zijn babipangang zonder ceremonie naar buiten. Ook dat nog, denk ik. Dan probeer ik weer op het water te concentreren.
Ik begrijp er niks van. Ik had alle afsluiters laten vervangen, vorig jaar, om zeker te zijn dat we dit soort problemen niet zouden hebben. Maar denk ik - we hebben een nieuwe koelkast laten installeren, een paar weken geleden, die zeewater gebruikt om te koelen. Was er geen afsluiter geplaatst voor dat ding? We zoeken ons een ons, maar kunnen hem niet vinden. Komt er nog water in de boot? Het lijkt van niet.
"Can I throw this away?" zegt Riccardo. In zijn hand houdt hij het pannetje waar de babipangang in was opgewarmd. Ik had nog wat voor Steef achtergehouden. " The smell is making me nautious and I just threw up like a bastard". Tuurlijk, wil je de hele pan weggooien, vraag ik nog. Ik denk aan de hendel van de pan, hij is afneembaar en wordt voor meerdere pannen gebruikt en ik wil hem graag houden. "No, no, just the food". Ik ben mij ter plekke bewust van de absurditeit van dit gesprek onder boordverlichting terwijl de wind nu een constante 25 knopen.
We worden van boven opgeschrikt door Harald. "We hebben teveel zeil, kunnen jullie helpen?". We rollen de genua in en zetten het kotterzeil. De boot stabiliseert en Fangio doeet een geweldige job onder deze omstandigheden. We hebben een wind kruisend op een swell. De golven breken om ons heen maar lijken ons steeds te missen. Fangio stuurt als een bezetene, en ik weet opeens waarom ik hem naar Juan Manuel Fangio heb vernoemd - een gentleman die stuurde als een bezetene en 5 keer wereldkampioen Formule 1 werd.
Er is op dit moment even niets te doen. We moeten wachten of er nog meer water binnenkomt. We zitten met zijn allen in de kuip, behalve Riccardo die als een zombie in zijn kooi ligt. Na een uurtje gaat Steef naar beneden en zegt tegen mij: ik heb niet gezien hoevvel water er stond, maar kun jij even kijken. Verd&^%$, weer water in de boot! Ik raak niet in paniek, en verbaas mijzelf daar even over. Dan ga ik naar beneden en pomp de bilg leeg, voor zover dat gaat. In ieder geval komt er niet heel veel naar binnen,, denk ik. We kunnen het met handpompen goed doen. En dit is nog maar 1 pomp, we hebben er ook 1 in de kuip, nog een losse handpomp, en een reserve elektrische pomp. Dus ik denk dat we een vluchthaven kunnen halen. " We are diverting to Gij'on", zegt Riccardo. Afgesproken. Dat is waar we het snelst kunnen zijn. Desalniettemin is het toch 155 mijl. Maar dat water? We staren elkaar aan. Ideeen? Nee. Dan, valt me nog iets te binnen. Laten we de koelkast uitschakelen zodat hij niet meer rondpompt. Riccardo gaat weer een beetje liggen en ik ga de kuip in.
De wind is nog verder toegenomen, en brult 35 knopen over 30. De boot rolt vervaarlijk; het doet me denken aan Flyer in haar aanloop op Plymouth. Wij zijn geen Cunning Connie en ik denk meteen: we moeten reven. Het grootzeil staat nog steeds volledig. Ik had toch naar mezelf moeten luisteren, mijn suggestie om te reven 4 uur geleden was de juiste. We kunnen niet tegen de wind in gaan liggen, dus het grootzeil moet maar gestreken worden terwijl we ruime wind varen. Riccardo komt aan dek en stuurt de boot met geweldig talent. Zo is ze een stuk stabieler. "Are you happy I can keep the boat stable?" vraagt hij. Yes. Ok, dan kunnen we het grootzeil laten vallen. We spreken het plan door. Iemand moet naar de mast. "That's my job" zeg ik meteen. Ik zie het als mijn plicht als eigenaar en schipper om de kastanjes uit het vuur te halen. Riccardo stuurt, Harald doet de val, en Steef bindt vast.
Harald gooit de val los en gaat vieren, maar er gebeurt niks. "Hij zit nog vast" roep ik. "Nee hij is los!". Ik kijk tussen de regen en golven door wat hij aan het doen is. "Dat is niet de grootzeilval, dat is het eerste rif eikel!" roep ik. Het verbijsterd me dat hij niet uit zijn hoofd weet dat de buitenste aan stuurboord de val is. Hij is verbolgen over de kastijding. Terecht. Ik had dat niet moeten zeggen. Gelukkig is het het enige moment van katten, voor de rest gaat het goed met het teamwork. Het zeil gaat als een razende naar beneden en Steef en ik proberen vast te binden. Het is een moeilijke klus. Op 1 angstvallend moment kantelt de boot zwaar nnaar stuurboord, en word ik richting oceaan geslingerd. Ik had net een zeilband om de giek geslagen en dit stomme bandje en mijn twee krampende knuisten zijn nu het enige dat voorkomt dat ik overboord sla. Natuurlijk was ik ook aangegespt, maar omdat ik rechtop moet staan, heb ik het lange eind nodig, en dan kun je aan loef in het water komen. Voor een fractie van een eeuwigheid hang ik daar. Dan komt de boot terug en slinger ik tegen de giek. Ik bind af, maar het zeil is nog niet verzekerd. We hebben meer zeilbandjes nodig. Waar zijn ze? Oh ja, we hadden het kotterzeil op de boeg vastgezet. Daar zitten dus nog 2 bandjes. Me stevig vasthoudend kruip ik naaar de boeg, die als Keith Moon op de golven beukt. Ik ben nu echt doorweekt, en verbaas me dat ik nog natter kan worden. Gelukkig zijn de bandjes slim vastgezet en ik trek ze met 1 beweging van de reling. Ik haast me de klus te klaren en tijger terug de kuip in. De boot kalmeert. Op het kotterzeiltje doen we nu 7.5 knoop. Mooi. Ik bied mijn excuses aan aan Harald. We zijn opgelucht en trots op het teamwork; we hebben het toch goed geklaard.
Harald is gebroken en gaat te kooi. Riccardo lijkt het tanige broertje van Shrek en ligt miserabel tegen zijn slingerzeil. Ik ben ook doodop en maar vind het onverantwoord om Steef alleen te laten in het donker. Ik ga wel een uurtje naar beneden. Verkleumd gooi ik de kachel aan en warm wat op.
Steef zit te genieten, zo lijkt het. Hij is onder de indruk van het schip, zo vertelt hij. Fangio is druk met sturen. Er komen geluiden uit de achtersteven die me een ongemakkelijk gevoel geven, maar het is niet anders. Als hij de geest geeft kunnen we om beurten sturen, nu kunnen we nog een beetje uitrusten en daar moeten we gebruik van maken.
4 juni 2014.
Bijlage SALSUS_140604_01.jpg niet gevonden
Het ochtendgloren komt zich aandienen, en serveert een rustiger windje. 25 knoopjes, dat stelt niks voor. Salsus rolt heerlijk op de kruisgolven, en ik ga te kooi.
Na een slaap als een mummy in de sarcofaag, alleen wat korter, kom ik weer boven. Een stralend zonnetje verlicht de rollers en brekers die ons volgen. "We zagen net dolfijnen" zegt Steef. Het zou niet de laatste keer worden. Die dag worden we werkelijk belaagd door kleine schooltjes dolfijnen die het betere weer met ons lijken te willen delen. We filmen en fotograferen ze uitgebreid, en verbranden wat in de zon.
Bijlage SALSUS_140604_03.jpg niet gevonden
Progressie wordt geboekt, en rond half 10 's avonds lopen we Gijón binnen.
Bijlage SALSUS_140604_05.jpg niet gevonden
Een oud frans zeilertje, een soort kruising tussen Sinterklaas en Magere Hein, helpt meteen afmeren. Hij heeft een fantastische boot, duidelijk een one-off ontworpen voor hoge Noorderbreedtes. Hij geeft ons een magneetkaart voor de douches - een Platinumkaart in onze ogen. We warmen op onder de douche en duiken de Spaanse nacht in nadat we eerst champagne getooste hebben op de goede afloop. Biscay, you didn't get us baby! Het is na middernacht, maar bij een leuk grill restaurant kunnen we gewoon nog voor- 'en hoofdgerecht bestellen. Riccardo's Italiaans kruist degens met het Spaans van de serveester met als gevolg dat hij koeie-ingewanden voorgeschoteld krijgt. Het ziet er net zo uit als de Babi Pangang. D'Artagnan trekt zijn groene tenue aan en vraagt of wij geen hapje lusten. No grazie.