REGATTA!
We varen na een vakantie op de Oostzee de Kieler Förde in.
Om de grote jongens niet voor de voeten te lopen, vaar ik net buiten de vaargeul achter de groene boeien.
Ter hoogte van Schilksee, waar tussen de oever en de vaargeul meer dan een mijl ruimte zit, is een wedstrijd met open boten aan de gang.
Zo te zien hebben ze alle ruimte maar evengoed kruip ik helemaal naar de boeien, want met die wedstrijd malloten, die dan weer de ene en dan weer de andere kant op willen, weet je het maar nooit.
Hoewel ik er zeker van ben dat ik zo niemand tot last ben, komt een van de vele RIB’s op me afstormen en brult, op iets van tien meter afstand door zo’n elektrische toeter: ‘REGATTA!’
Mijn nekharen gaan spontaan overeind staan maar ik blijf kalm en zeg op vriendelijke toon: ‘Ja, und?’
Weer krijg ik een versterkt ‘REGATTA!’ toegebruld en weer antwoord ik ‘Ja und, wat wil je daarmee zeggen?’
De goede man stort met een rood aangelopen kop, een reeks bevelende Teutoonse klanken over me uit, waarin de woorden ‘verboten’ en ‘sofort’ met kracht uit zijn strot komen.
Nu was het, zo tussen 1940 en 1945, heel gewoon om een Hollander op die manier af te blaffen, maar volgens mij is der krieg al shön een tijdje voorbij.
Marjanne, die het al voelt aankomen, pakt bezwerend mijn arm.
Ik knik haar geruststellend toe en keer me naar de Her Regatta-Obersturmbannführer en zeg, heel beleefd en met een vriendelijke lach op mijn gezicht: ‘Küss mich am arsch’.
Ik draai hem mijn rug toe en vraag: ‘Marjan, is er nog koffie?’.
Nog een regatta.
We zijn naar het maritiem museum in Chatham geweest en kachelen de River Medway af richting River Swale.
Voor ons uit, in de vaargeul, is een veld van pakweg een dozijn jachten bezig een gunstige startpositie in te nemen.
Ook hier komt een RIB op ins af.
De stuurman komt vlak naast ons varen en een man in donkerblauwe blazer, compleet met clubdas, staat op ‘Goodmorning Sir, de start is binnen twee minuten zou u alstublieft zo vriendelijk willen zijn nog even te wachten?’.
Natuurlijk geef ik gehoor aan zo’n beleefd verzoek en maak, de stroom net doodvarend, pas op de plaats.
Wanneer we na de start, achter het wedstrijd veld aan, het startschip passeren, worden we nogmaals vriendelijk bedankt.
Zo kan het dus ook.
Albert.