Vrijdagavond. De lucht is warm maar de oostenwind van een knoopje of 10 maakt het draaglijk. L'avalanche gaat voor anker vlakbij de geul naar Oude Tonge op het Volkerak, en met ons een stuk of 8 andere bootjes. We liggen muurvast, zoals het hoort, de vooruitzichten zijn goed: ik verwacht dat de wind nog wel gaat draaien in de loop van de nacht, maar het zou rustig moeten blijven.
Niet dus. Ergens rond 3 uur schommelen we ons bed uit, het waait stevig en mijn vrouw hoort rare geluiden. Ik steek mijn hoofd naar buiten, het waait maar we liggen nog op de plek dus het zal wel overgaan.
Niet dus. Als we om half 9 weer eens buiten kijken is de omgeving bepaald niet meer wat we de avond ervoor zagen. Geen bosschages maar een dijk voor onze neus. Geen andere bootjes meer. Het enige wat nog lijkt te kloppen is een geel boeitje met een roodwit bordje erop. We zijn weggedreven, maar waarheen precies?
Het zwarte ankertje is waar we begonnen, rood is waar we geëindigd zijn. Scary!
Na de verwarring over onze nieuwe ankerplek is het tijd voor een check. Zijn we aan de grond gelopen? Nee, we drijven, al geeft de dieptemeter rare waarden als gevolg van de planten onder water. Liggen we vast? Jazeker. Hebben we mazzel gehad? We hebben een aantal van de andere ankeraars maar net gemist en we liggen voor de dijk toch weer vast, vlak voor het ondiep wordt -> yep, mazzel. Ik ben niet zo'n type van 'je moet er niet aan denken wat er gebeurd zou zijn als..', want dat is nu eenmaal niet gebeurd, maar hier ben ik wel een beetje geschrokken!