Hoe is het zo gekomen?
Wel, verleden jaar zaten we met Zeebeest op de Oostzee.
We zaten al tamelijk noordelijk in de Deense wateren, toen mijn dochter belde met: 'Jullie moeten meteen thuiskomen want tante Tineke is erg ziek, ze heeft kanker.
Tineke, Marjanne's lievelingszusje, staat altijd voor iedereen klaar en komt altijd op voor de "underdog".
We hoeven niet te overleggen, dus bij het eerste daglicht voor en achter lekko die hap en varen heen. Na een uur of elf varen krijg ik oliedrukalarm.
Motor stop, peilen en bijvullen. Bijna 3/4 ltr. 15 W 40 gaat er in om weer op peil te komen. Met minder dan halve kracht blijft het gebruik beperkt tot ca. 1/2 ltr per dag van 14 uur. Zeilen is geen optie want we hebben de wind tegen en kruisen met Zeebeest, zeker als je haast hebt, houdt niet over.
Met onderweg de nodige oliestops, komen we bij Holtenau aan het begin van het Kielerkanaal. Intussen heb ik al de nodige lappen met olie uit de bilge gedweild. Waar komt het vandaan? Onderkant motor/carterpan is droog maar achter het vliegwiel, bij het krukaslager heeft het, zo te zien, er behoorlijk uitgezeken.
Waar kan je hier smeerolie halen?
Het eerste adres heeft wel wat 15 W 40 maar helaas alleen synthetisch en ik moet mineraal hebben. Uiteindelijk toch een tankstationnetje gevonden met het goede spul. Met elf 1 ltr. bussen - de hele voorraad van de pompbaas - sjouwen we naar Zeebeest.
's Morgens vroeg halen we een kanaal ticket uit de automaat en gaan de sluis door. Dat het Kielerkanaal lang en saai is wist ik al in de jaren zestig. Maar hoe lang en saai dat is bij minder dan 3 kts. daar komen we nu pas achter.
Zo kachelen we door tot boven de eilanden. Omdat ik het weer niet vertrouw en we nu eenmaal een motor met makke hebben, besluit ik om, tussen de eilanden door, de Zoutkamperlaag op te gaan. Nu heb ik daar geen recente kaart van - de jongste is negen jaar oud - maar het staat me bij dat de aanloop niet meer aan de oostkant maar ergens aan de westkant zit.
Dat wordt zoeken of doorvaren. Dan krijg ik een brainwave. Had die uiterton vroeger geen RACON? Ik zet de radar bij en krijg op zes mijl een RACON signaal op het scherm. Ik benader het signaal ruim vanuit zee en ja hoor daar ligt de uiterton. De rest is "kat in't bakkie" ofwel straatje varen op de tonnen.
Natúúrlijk hebben we de ebstroom tegen dus duurt het een eeuwigheid voor we buiten de sluis afmeren en natúúrlijk heeft de sluis panne en duurt het meer dan een uur voor een monteur een nieuwe stop of zo komt indraaien. Wanneer we eindelijk de Lauwersmeer opdraaien is het laat, heb ik honger en wil mijn kooi in.
Ha daar zijn wat moorings. Maar wacht even, die vent daar stevent er ook al op af. Die boei wordt van mij! Dan maar een extra scheut smeerolie er doorjagen. Opeens geef ik er een dot gas bij en stuur recht naar dat boeitje. Nog voor de andere schipper doorheeft wat ik van plan ben, schiet ik met de kop langszij de mooring en haalt Marjanne een tros door het oog.
De andere schipper maakt zijn spijker gereed en komt, terwijl Marjanne de pannen opzet, ten anker. Marjanne kijkt me licht verwijtend aan.
'Ja schat ik weet het. Het was niet netjes van mij maar ik ben moe en hongerig en dán heb ik wel eens lak aan goede manieren.
Terug in Andijk laat ik me door de mannen op de haven voorlichten over wie wat waar de reparatie moet doen.
Het blijkt dat er in Enkhuizen twee broers een reparatie bedrijf runnen en alles van BUKH motoren weten. Ze zijn misschien niet zo snel zijn maar leveren zeer gedegen vakwerk en zullen je zeker niet het vel over de oren halen.
Op aanwijzingen van en met hulp van Tjerk een clubgenoot met veel technische ervaring, bouw ik de motor uit. Dan, met de mastenkraan wordt Bukhie op een aanhangertje gezet en naar Enkhuizen gereden.
De gebroeders Leo en Arie - die op Andijk vereerd worden met de naam "Gebroeders Bever" - zijn respectievelijk iets van 67 en 84 jaar oud maar denken er nog lang niet aan om te stoppen.
Intussen gaat het met Tineke weer een stuk de goede kant op. De behandeling slaat aan en als het zo doorgaat is ze binnen afzienbare tij kankervrij.
Leo en Arie halen de BUKH uit elkaar maar behalve het verrotte krukaslager, is er nog meer stront aan de knikker. Het blijkt dat er een scheur zit in het blok en hoewel dat nooit problemen heeft gegeven - geen stoom uit de uitlaat en geen water in het carter - kan je het spul nooit meer goed in elkaar zetten. Dat wordt een nieuwe motor of een redelijk tweedehandsje. Arie, die met zijn 84 jaar nog heel goed bij de tijd is, houdt hele technische verhandelingen tegen mij maar de ouwe snoeper kijkt daarbij hoofdzakelijk Marjanne aan.
Het blijkt dat ze bezig zijn om sloepmotoren, afkomstig van de sloopstranden in India, te kopen maar dat kan wel een paar maandjes duren want een half lege container laten komen wordt te duur. Uiteindelijk komt het spul
Het heeft even geduurd maar er staat nu een zo goed als nieuwe BUKH in zeebeest, ingebouwd met hulp van Meino, een clublid dat meteen bij springt en werkt als een beest. Ik heb meteen - in eigen beheer - de dubbele seal en de stroomlijn seal van de saildrive vervangen. De eerlijkheid gebied me te zeggen dat ook daar weer veel advies bij werd verstrekt.
De oude seal, nog de originele uit 1983, was zo te zien en te voelen nog in goede staat maar na zesendertig jaar werd het misschien toch wel tijd voor vervanging.
Ook ZFs eigen Sprokkie is bezig met de elektra etc. en steekt behoorlijk veel van zijn vrije tijd in Zeebeest.
We hebben intussen een tiendaags tochtje door Friesland, de kop van Overijssel en over het Wad achter de rug. De motor doet het fantastisch en hoewel deze "Maidentrip" koud, winderig en nat was, hebben we ervan genoten.
Tineke die genezen was verklaard, kreeg dit jaar de kanker weer terug.
Er was geen kuur meer mogelijk en na een relatief kort ziekbed is ze alsnog overleden.
Albert