Even los van die heftige aardbeving (voor de mensen daar), hebben we weer een schitterende vakantie gehad. Omdat we, door alle Corona gedoe in NL) een weekje extra erbij hadden genomen, zat er totaal geen tijdsdruk achter onze trip. Dat voelt lekker. We bezochten eerst met een huurauto het prachtige Grieks/Romeinse Pergamon. Wat een geweldige opgraving, op een hele mooie plek! Een echte aanrader voor als je je voor dit soort dingen interesseert. Ik wil altijd iedere oude steen zien, dus ik heb me geweldig vermaakt hier.
Komende vanuit Pergamon, zeilden we op ons gemakje weg uit het prachtige Ayvalik, na de boot eerst goed afgestoft te hebben. Onze eerste bestemming was Bademli Limani, een mooie natuurlijk baai met 2 eilandjes ervoor.
Onderweg worden we bezocht door een enorme school dolfijnen (ik schat wel 50 dieren) die drie kwartier met ons meezwemmen, vaak net voor de boot uit. Wat een ervaring! Minke kan haar gelukkig niet op, en loopt te stuiteren over het voordek!
Bij Bademli Limani zijn ook hete bronnen die uitkomen in de rotspartijen aan de kus. De eerste nacht hadden we een geweldige ankerplaats in kristalhelder water tussen de twee eilandjes. Na een leuk tripje met onze opgelapte dinghy (een Achilles uit 1981, nog van de vorige eigenaar van de vorige boot), maakten we leuke tochtjes langs de verlaten kust. Helaas gooide de dag daarna een lekkage in de motorruimte roet in het eten. Het bilge-alarm ging af, en na wat onderzoek met toiletpapier, ontdekte ik een lekkage nabij de waterpomp van de motor. Met draaiende motor spoot het zout water over de motor. Na alle slangklemmen aangedraaid te hebben was mijn conclusie dat het pomphuis zelf lekte. Zo konden we niet verder. Daarom, met het bijbootje het vissershaventje opgezocht. En leuk oud stel was behulpzaam, en de oude heer Osman (75) keek even met mij mee de in motorkamer. Zelfde diagnose. Dus maar een monteur laten komen de volgende dag. Uiteindelijk bleek de pakking van de pomp zelf te lekken. De dag daarna werd het gefixt. Prima, want er kwam een frontje over, met een zeldzame zuidenwind van 7bft. Osman hielp ons gelukkig weer de haven uit, via een onbetonde kronkelende geul, door met zijn dinghy vooruit te varen. De behulpzaamheid van de Turken kent geen grenzen! De werf betaalt natuurlijk de factuur van de monteur. Vreemd defect trouwens, bij een nieuwe Yanmar.
De nacht daarna gingen we voor anker bij de hot springs. Weer een prachtige ankerplek. Leuk gesnorkeld, en een bad genomen in één van de natuurlijke hotsprings. Daarna op weg naar het mondaine Cesme. De voorspelling was 20-23 knoop wind, met buiten en regen, maar we hadden zin om te zeilen, dus vooruit maar. Al snel 2 reven gezet, want onder de hoge wal met flinke bergen kwamen er aardig wat vlagerige valwinden naar beneden (een les op de Middellandse zee; hoge wal is niet altijd rustig, integendeel!) , zo'n 25 knoop wind gemiddeld. Na het ronden van een kaap, was het nog 30 mijl kruisen, maar met 5bft konden de reven eruit. Voor het eerst eens lekker opgekruist met de Azuree, tussen de Turkse kust en Griekse eilandjes. Dat valt niet tegen. Ik had niet zulke hoge verwachtingen van de aandewindse eigenschappen van de boot, maar dat blijkt erg mee te vallen. De boot loopt hoog, en onder wat helling loopt de snelheid gek genoeg niet eens veel terug. Natuurlijk is wat meer rechtop zeilen comfortabeler. Met het achterstag strak, en de overloop naar lij kun je de helling al wat beperken. Cesme blijkt het Nice van Turkije; wat een luxe marina (Franse architect), en grote jachten. Zo'n marina kennen wij in NL helemaal niet. De prijs per nacht: 30 euro. Valt ook mee gezien de perfecte voorzieningen, goede restaurants (ook niet duur!) en prachtige omgeving, met het oude Genuese fort achter de marina. We vermaken ons prima. We bezoeken te voet ook het nabij gelegen toeristische Alicata.
Na Cesme ronden we met een lekker windje (5 bft) de volgende kaap, met halve wind. Al snel tikt het log 9 knoop aan, en dat gewoon op de fok. Wat loopt de boot toch lekker snel. Met wat golven tikken we de 10 knoop aan. Met een halfwinder moet dat nog veel sneller kunnen. We zeilen het hele stuk tot de afgelegen baai bij Sarpdere, waar wij de enige boot zijn, met aan land verlaten vakantiehuisjes en een lege moskee. Het water is azuurblauw en we verkennen met de bijboot de baai. Het is een prima ankerplek (zand), maar desondanks houden valwinden die nacht ons uit onze slaap, en gaat het ankeralarm een keertje af. We blijven hier uiteindelijk twee dagen op twee verschillende ankerplekken en komen geen levende ziel tegen. Heel bijzonder!
Na Sarpdere motoren we (helaas geen wind) naar Teos Marina (nu flink getroffen door de aardbeving, zie de filmpjes hierboven). Een mooie marina, maar interessanter is het oude Teos, een Romeinse stad van flinke omvang. Ook dit is een schitterende plek, met een Romeins amphitheater en tempel. Bijzonder zijn ook de eeuwenoude gekronkelde olijfbomen rondom de site. De restanten van de oude Romeinse haven worden nog steeds gebruikt als golfbreker voor de vissersbootjes. Deze plek ademt geschiedenis. We genieten dus volop.
We laten Teos achter ons, en ontrollen de genaker. Zelfs met een 8-9 knoopjes wind bijna pal van achteren lopen we nog een prima vaart. De truc is wel om niet lager te komen dan 160 TWA, en af en toe eens te gijpen. Het laatste stuk laat de wind het afweten, en motoren we naar Kusadasi. Dat blijkt nogal een betonnen, Benidorm-achtige plaats te zijn. Niet erg, het is voor ons alleen maar een overwinterplaats voor de boot. We eten lekker aan de boulevard en maken kennis met onze buren, en het personeel van de marina. De service is fantastisch, en de mensen zijn zeer behulpzaam. We besluiten de boot op de kant te laten zetten. Dat wordt nog een mooie slapstick omdat de boot het hele haventerrein over wordt gereden, waarbij zelfs foutparkeerders met een takelwagen worden verwijderd. Na lang steken en millimeterwerk van de tractorbestuurder staat de boot op zijn plek. De motor krijgt een beurt en het koelwatersysteem (het externe deel) wordt met zoetwater gespoeld. De anode van de saildrive laten we ook vervangen. De zeilen gaan eraf, en er gaat een dekzeil over de kuip. Zo is East of The Sun winterklaar.
Wij boeken de dag daarna een private tour naar Efese, ooit de 2e stad van het Romeinse rijk. We lopen in een verlaten (door Corona) oude Romeinse stad. Wat een ervaring. Dit maken we nooit meer mee. Normaal komen hier duizenden mensen per dag. Af en toe springt er een kat voor onze voeten, en wij genieten van de stilte en de oudheden. Onze gids is super aardig en behulpzaam.We realiseren ons hoe bevoorrecht we zijn om dit mee te maken, zeker in corona-tijd.
De dag daarna bezoeken we Izmir nog, en vliegen we terug, en landen in een donker, stil en regenachtig Nederland. Tot volgend jaar, ergens, East of the Sun, West of the Moon.