Vrijdag eind van de middag was het prachtig weer. Rustig windje uit een gunstige hoek, zonnetje erbij en lekker warm. Tegen vieren heb ik al mijn werk en administratie aan kant. Naar huis gebeld, wie heeft er zin om mee te gaan zeilen voor een paar uurtjes? Niemand? Nou, dan ga ik wel alleen.
Eenmaal op de boot tuig ik de keerfok op, ondanks het lichte weer. Het is nu eenmaal m'n eerste solo tochtje en dan wil ik het ook zo makkelijk mogelijk houden. En dan het eerste spannende moment: de box uit! Motortje aan en in de vooruit, punt losgooien, daarna rustig achteruit en de achterlijnen los en zo ga ik zonder brokken keurig de box uit. Ik denk bij mezelf, als de wind van zij was gekomen dan zou het vast minder gesmeerd verlopen zijn. Maar het lukt niet helemaal om mijn gevoel van trots te onderdrukken.
Als ik de haven uit ben komt het volgende spannende moment. Ik moet het roer loslaten om de zeilen te hijsen. Hoe zou de boot zich gedragen, blijft ie netjes in de wind liggen of...? O en de fenders moeten ook binnenboord! Ik laat het roer los en staande op het instapje in de kajuit kan ik precies bij de fenders komen. Ik trek ze binnenboord en leg ze klem tussen de kajuitopbouw en de verstaging, dan hoef ik ze ook niet los te maken van de railing. Ondertussen blijft m'n bootje netjes rechtuit varen, helemaal goed.
Daarna grootzeil de mast in, de keerfok omhoog en dan kan de motor uit. Rust!
Na een paar uurtjes op en neer kruisen (knoopje of drie, vier) op het Ketelmeer besluit ik terug te keren naar de haven. In de luwte van IJsseloog laat ik de zeilen zakken en knoop ik het grootzeil vast op de giek, de fok duw ik zoveel mogelijk naar beneden. Dan op de motor terug naar de haven. Ik ben blij dat ik het zo vroeg gedaan heb want tussen IJsseloog en de haven staat nog wel aardig wat golfslag vanaf het IJsselmeer. Dan was ik liever niet voorop met de fok bezig geweest.
Fendertjes weer overboord, landvasten achter alvast klaarleggen en dan komt het meest spannende moment: de box invaren en aanmeren!
Het lukt om de boot recht de box in te sturen en rustig in te varen. Dan de landvasten achter om de palen gooien. Mis! Nog een keer mis! Oei oei oei! Snel de motor kort in de achteruit om niet tegen de kade aan te botsen en dan gooi ik weer. Nu is het raak. Motor weer in de vooruit en ik laat de landvasten achter vieren, tot ik denk dat de punt dicht genoeg bij de kade is en de boot recht ligt. Vastmaken en dan kan ik op de kade de punt vastknopen. Tadaah!
Deze namiddag kon niet beter. Om half tien 's avonds zit ik met een domme grijns op m'n smoel thuis aan mijn opgewarmde maaltijd.