De berichten in het draadje
Vaarwijzer Golf van Biscaye deed mij herrinneren aan een voorval dat wij in de Raz de Sein hebben meegemaakt. Lang geleden al. Ik heb het verhaal al vaak verteld maar nog nooit opgeschreven. Bij deze dan
.
Mayday, mayday, mayday, this is sailing yacht (……) we are out of control and will struck the rocks in a few moments. We have to abandon our boat. Help us, mayday, ……
We hebben een prima vakantie genoten aan de Zuid Bretonse kust, Île la Groix en Belle-Île-la-Mer. De voorlopig laatste avond in deze contreien sluiten we af in een, hoe kan het anders, vis restaurant. Met grote verwachtingen en een lege maag bestellen we uitgebreide Fruit-de-Mer schotels, zowel als voor- en hoofd gerecht. Vis, krab, kokkels, oesters, garnalen, kreeft, slakken, etc. Het kan niet op. Echt niet.
Het grote genieten kan beginnen als Monique niet al bij de eerste hap van ons gezamelijk voorgerecht erg misselijk wordt. Ze raakt de grote zilveren schaal met de vis en schaaldieren, waar we zo naar hadden verlangd, niet meer aan. Moet ik dat dan allemaal alleen opeten? Dit is pas het voorgerecht. Kan niet dat je dit niet lust. Hoezo misselijk ?
Ze verdwijnt naar het toilet en ik probeer er nog het beste van te maken, denkend aan wat hierna nog zal worden opgediend. Een tweede poging van haar met een stukje poot van een verder niet definieerbaar zeebeest, mislukt wederom. Vechtend tegen de misselijkheid kijkt ze mij met een lijkbleek gezicht aan. Wat is er toch aan de hand. Hadden we ons zo verheugt op deze culinaire uitspatting, gebeurt er dit.
Terwijl zij zich op alles behalve eten probeert te concentreren, het hoofdgerecht negerend, doe ik nog een poging om de chef eer aan te doen. Het lukt niet, een grote schaal met dubbel voorgerecht achter de kiezen, een hoofdgerecht dat op vier grote zilveren schalen de verwachtingen te buiten gaat, het is gewoon te veel. Als we terug lopen naar de boot doet de frisse buitenlucht haar goed. Gelukkig is het kleine transistor radiootje dat we bij ons hebben stil gebleven. Alleen het tikken van de wekker wordt de ether in gezonden. In de loodskooi onder het bakboord gangboord slaapt onze zoon. Met behulp van een FM zendertje houden we hem op afstand in de gaten.
Morgen beginnen we aan de thuisreis. We hebben nog een kleine twee weken om de 600nm naar huis te overbruggen.
Het is een prachtige zonnige middag, met een mooi lopend windje. Monique zit op het kajuitdak, met haar voeten in het gangboord, neus in de wind augurken uit een potje te prikken. We kijken elkaar aan, het zal toch niet ? Onze gedachten worden verstoord door het spektakel van een grote wolk Jan van Genten die gelijk een bomtapijt zich op de oceaan storten. Met een grote groep dolfijnen die achter dezelfde school vis aanjagen als waarop de Jan van Genten zich storten, is het spektakel compleet. We halen Junior uit zijn kooi. Die was nog maar net aan zijn middagslaapje begonnen en staat nu nog wat slaperig over de railing te kijken. Ik neem hem mee naar het voordek, houd hem goed vast, terwijl de boot onder genua en grootzeil rustig voort glijdt. Monique drukt nogmaals +10 op de automaat om maar niets van het spektakel te missen. Wow, zo mooi.
Aan alles komt een eind en Junior moet weer naar zijn bedje. Het in slaap vallen gaat bij hem nog altijd erg moeizaam. Thuis nemen we hem op de buik en schommelen hem zo in slaap. Hier op de boot zetten we de diesel aan. Het monotone gedreun brengt hem snel in slaap. Als hij dan weer in dromenland is gaat de diesel weer uit. Ook de marifoon zetten we uit. En zo glijden we weer voort, richting de Raz de Sein. De planning is cruciaal want het is een lastig stuk water waar je echt de stroom mee moet hebben, samen met een rustig windje. Dat laatste zit wel goed. Ergens rond 2 uur in de ochtend moeten we La Plate wel dwars hebben. Nou ja, desnoods zetten we de motor wat bij als we tijd te kort gaan krijgen.
Ver aan bakboord vaart een of ander marinefregat voorbij. Met de verrekijker volg ik hem even maar sla er verder geen acht meer op. Totdat hij zijn koers veranderd. Ik zie hem in de verte onze koerslijn kruisen. Wat gek, hij maakt een heel grote ruime bocht tot hij van stuurboord achter langzaam dichterbij komt. Wat moeten die gasten nou, krijg er de kriebels van. Er gaan een paar grote skippy ballen overboord en wordt het mij duidelijk dat ze aan onze lijzijde langszij willen komen. Gaat dat wel goed? Ding is wel 10x groter dan wij zijn. Er is maar weinig golfslag maar toch. Met gebaren zetten ze hun bedoelingen kracht bij. Aan dek hoog boven ons bootje staan een flink aantal donker geuniformeerde figuren met, wat ik dan denk te zien, Uzi’s in de aanslag. Voordat ik het goed en wel besef springen er zes gewapende mariniers aan boord. Twee schieten de boot in naar het vooronder, twee nemen ons mee naar binnen en twee blijven achter in de kuip.
Junior is wakker geworden van het tumult en zit huilend rechtop in z’n kooi. Één van die twee, kennelijk de leider, begint ons meteen gerust te stellen. Het is een controle en inspectie. Zij bewaken de buitengrens van Europa en moeten er op toezien dat er geen wapens, contrabande en/of vermogen worden gesmokkeld. De sfeer veranderd van grimmig naar vriendelijk. Ik spreek geen woord Frans, Monique wel dankzij haar vroegere werk bij de nonnen in Parijs. Dan ernstig, kijkend naar mijn groene Sailor marifoon, waarom hebben we hun marifoon oproepen niet beantwoord. O jee, die staat uit. Monique, die Junior inmiddels op schoot heeft genomen en gekalmeerd, verteld over de slaap problemen van onze zoon. Dan komt één van die gasten uit de kuip naar binnen met mijn lichtkogelpistool in de hand. Opgevist uit het haringtonnetje in de bakskist. Natuurlijk heb ik daar een wapenvergunning voor. Alle papieren komen te voorschijn inclusief de zeebrief. Alles wordt goedkeurend bekeken en opgeschreven. Weer komt één van die gasten uit de kuip naar binnen, dit keer met een paar vuurpijlen in de hand. Hij kijkt er erg streng bij, de houdbaarheid van het vuurwerk is al lang verlopen. Ik haal mijn schouders op, de anderen kijken elkaar aan en doen hetzelfde. We wisselen nog wat wederwaardigheden uit en de commandant vult een groen papiertje in. De andere gasten zitten er inmiddels ontspannen bij. “Goed bewaren” zegt hij “want dit is het bewijs dat jullie gecontroleerd zijn en in orde bevonden”.
Koffie, thee of fris raken we niet aan ze kwijt. Ze verontschuldigen zich voor de overlast, drukken mij op het hart de marifoon aan te houden op 16 en wensen ons verder een goede reis. Hun slagschip verdwijnt voor ons uit in een zwarte roetwolk.
Nou pff, dit is de eerste keer dat we in dit gebied varen en ook de eerste keer dat we zoiets meemaken. Junior vond het zo te zien wel grappig, Monique is nog wat onthutst en de schipper doet alsof dit de normaalste gang van zaken is.
De nacht zet in met een prachtige heldere sterrenhemel en dito maan. Inmiddels pruttelt de diesel zachtjes bij, niet alleen om Junior te laten doorslapen, maar ook om nog enige voortgang te houden. Heel veel wind is er niet meer. We liggen wel mooi op schema. Monique is geen fan van nachtzeilen en kan zich slecht orienteren in het donker. Als wij doorzeilen probeer ik bij dag- en avondlicht zoveel mogelijk slaap te pakken. Zij roept mij dan meestal zo na de schemer. Ik zit dan de hele nacht en bij het ochtendgloren komt ze mij weer aflossen. Niet ideaal, maar zo werkt het wel voor ons.
“Mayday, mayday, mayday”. Monique zit rechtop in bed en ik wordt onaagenaam uit mijn euforische stemming van deze prachtige nacht gehaald. “Mayday, mayday, mayday, this is sailing yacht (….). We are drifting towards the rocks. There is no wind, our sails are useless but the engine doesn’t start. I cannot hold our course. Strong current. Mayday, mayday, mayday, …”
De noodoproep wordt beantwoord door de Franse kustwacht. Het blijkt een Engels jacht te zijn. Ze zitten een klein uur voor ons. De weinige wind die er is wordt dood gevaren door de harde stroom. Blijkbaar hebben ze ook motorpech, want die wil niet starten. Ik meld mij over de marifoon dat wij de noodoproep hebben gehoord, geef onze positie uit de Decca AP navigator door en zeg dat wij over ongeveer een uur op de huidige positie van het Engelse jacht kunnen zijn. We blijven standby. Het laatste dat we horen is dat de bemanning hun boot verlaat alvorens die op de rotsen gaat stranden.
Een uurtje later zien we bakboord voor een helicopter en schepen met zoeklichten. De nog even mooie sterrenhemel verlicht nu een sinistere nacht. Wij gaan door en hopen op een succesvolle redding van de bemanning van het Engelse jacht. Gelukkig zit het weer mee. Het laat bij ons een onuitwisbare herrinnering achter.
Wat een verschillende belevings wereld. Zo dicht bij elkaar. De Engelsman in nood en hier aan boord het grote genieten. Verlicht door de sterren en maan schuift het imposante La Plate baken voorbij. Het is ineens allemaal heel anders.
Het Chenal du Four doen we bij daglicht. Eigenlijk wel spannender vind ik, kwa navigatie dan, onder een nu grijs grauwe hemel met beperkt zicht. In de nacht kan ik mij beter orienteren op de lichten. Monique is het er niet mee eens, zo nachtblind als ze is.
Dan, uit het niets, lijkt het, weer zo’n kustwacht vaartuig aan bakboord, dit keer wel een stuk kleiner dan die eerste. De marifoon kraakt en half binnen half buiten geef ik antwoord. Ja hoor, wij zijn al eerder gecontroleerd door jullie collega’s. Ik zwaai met het groene briefje. Dit is niet leuk. Ik vind dit stuk van het Channel du Four best spannend en zit helemaal niet te wachten op deze interventie. Het duurt even, nog even, te lang naar mijn zin. Maar dan komt de verlossing over de marifoon. Het is OK, we mogen door.
We kiezen Morlaix als tussenstop en zoeken naar de eerste de beste apotheek. De test geeft zekerheid. Er is een nieuw bemanningslid m/v in aantocht.