Ik had al een aantal jaren de wens om op eigen kiel de oversteek naar Lowestoft te maken. Als opstapper heb ik het een paar jaar geleden gedaan, en daarna heb ik als crew de atlantische oceaan overgestoken en in Zuid-Afrika gezeild. Maar om volledig op eigen verantwoordelijkheid een langere tocht te maken is iets wat ik als een mijlpaal zag en zie, als voorbereiding op de wens om nog langere tochten te gaan maken.
Met mijn vriendin heb ik de afgelopen paar jaar (dag)tochtjes gemaakt op het Marker- en IJsselmeer en ook een paar tochtjes naar Texel en Vlieland. Daarbij is m’n vertrouwen gewekt dat zij haar wachten kan draaien, dus hebben we besloten om de overtocht met z’n tweetjes te gaan maken.
Afgelopen juni zou het dan gaan gebeuren. We hadden ons ingeschreven voor de oversteek met de Toerzeilers. Op donderdagochtend zouden we vanuit IJmuiden vertrekken. Tijdens het vertrekklaar maken van de boot op woensdagochtend liepen er allerlei kleine dingetjes niet lekker, zoals struikelen, een tas zo laten vallen dat de inhoud helemaal verspreid ligt, en lijnen die in de knoop zitten. Allemaal van die kleine dingetjes waardoor ik tegen Yvonne zei dat ik een hard hoofd had in de oversteek.
Om 11u vertrokken we uit de haven in Monnickendam met een prima wind, volgens mij was het toen ergens tussen de 14 en 18 knopen. Na het Monnickendammergat snijd ik bij de Hoek van de Noord altijd een stukje af omdat mijn boot 1.45 steekt, dus ook deze dag. Juist op dat moment begon het stuurautomaat rare geluiden te maken, waardoor ik Yvonne vroeg het roer over te nemen terwijl ik met dat ding aan de slag ging. Ik had toen niet goed duidelijk gemaakt waar we zaten en hoewel ze nog wel vroeg of de koers ok was, had ik al m’n aandacht bij dat trillende apparaat waardoor ik zelf niet goed oplette. Het duurde dan ook niet lang voordat we vast zaten. Omdat ik wel vaker vast heb gezeten maakte ik me er niet zo druk om, maar bij elke poging om los te komen gingen we alleen maar verder de ondiepte op. Inmiddels gaf de dieptemeter 1.10 aan en kreeg ik met geen mogelijkheid de boot ook nog maar 1 cm van z’n plek. Ik zag geen andere oplossing dan de KNRM te bellen.
Omdat het geen spoedeisende situatie was, duurde het even voordat ze er uiteindelijk waren. Alle tijd om een spruit voor te bereiden naar de schootlieren toe, en toen ze er eenmaal waren hebben ze me rustig en dankzij de sterke motoren met gemak langzaam weer naar de diepte gesleept. Al met al duurde het nog tot half 2 voordat we weer helemaal los waren, en ze moesten hartelijk lachen toen we vertelden dat we eigenlijk op weg waren naar Engeland.
Zeilend konden we onze weg weer vervolgen, maar ter hoogte van het Paard kwam de volgende tegenslag: het toilet zat geblokkeerd. “Nou ja, daar kijken we vanavond in IJmuiden dan wel naar”, zeiden we nog.
Een klein uurtje later waren we voorbij Uitdam en zeilden we met halve wind. Ineens hoorden we een harde knal uit de masttop komen: het topwant hing er los bij.
Nadat we de zeilen hadden gestreken ben ik in de haven van UItdam nog de mast in geklommen en had ik nog even de hoop dat het makkelijk te repareren was, maar niemand was op zo’n korte termijn beschikbaar om me daarbij verder te helpen. Het avontuur Lowestoft was in juni dus voorlopig van de baan.
Nadat de boot weer gerepareerd was, was vanwege onze drukke agenda’s de tweede helft van september pas de eerstvolgende mogelijkheid waarop we een poging konden wagen. Met spanning dus naar die periode toe geleefd en ondertussen wel veel kortere zeiltripjes gemaakt.
Vanaf begin september hebben we het weer nauwlettend in de gaten gehouden en werd steeds zekerder dat we wel een geschikt window hadden om de oversteek te gaan maken. Helaas bleek net op dat moment dat m’n 200Ah accu z’n beste tijd had gehad. Ook na reconditioning kreeg ik er niet meer uit dan 30A. Daarna begonnen alle low-battery alarmen af te gaan. De nieuwe accu kreeg ik pas helemaal aangesloten op de laatste dag voor vertrek. We hadden deze keer afgesproken dat ik de boot op woensdag naar IJmuiden zou varen, waarna Yvonne woensdagavond daar aan boord zou komen.
Over het vertrekklaar maken van de boot en de benodigde vaartijd naar IJnuiden had ik iets te makkelijk nagedacht, waardoor ik uiteindelijk pas om 17u kon vertrekken uit Monnickendam. Toen ik rond 21u langs IJburg, en dus vrijwel langs ons huis kwam, besloten we dat het beter was dat Yvonne daar zou opstappen. De tocht naar IJmuiden verliep verder prima, hoewel het wel enorm koud was. Dat was even wennen na de warme periode van de afgelopen maanden! Gelukkig hadden we een warme kruik bij ons. We hadden ook allemaal skikleding en thermokleding bij ons, maar die had ik niet aangetrokken omdat ik dacht dat ik dat pas op zee nodig zou gaan hebben. Amsterdam bij nacht is wel erg mooi!
Om half 2 lagen we in Seaport Marina en de volgende ochtend om 8u werd ik wakker, waarbij ik prima had geslapen.
Om half 10 hebben we de boot losgegooid en hebben we koers gezet richting Lowestoft. We hadden halve wind vanuit het Noorden en stroming naar het Zuiden en daar had ik dus niet zo goed over nagedacht. Leerpuntje voor de volgende keer, want nu moesten we uiteindelijk hoog aan de wind varen om in het vrije stukje tussen het ankergebied en de windmolens te blijven, maar omdat het maar 8kn waaide verlijerden we toch nog te veel waardoor de motor er een stukje bij moest.
Vanaf de shipping lane konden de motor uit en begonnen we in ons ritme te komen. We hadden een wachtsysteem opgezet van 3 uur, wat me goed is bevallen. Alleen kon ik overdag niet in slaap vallen als ik mijn rust wilde pakken.
Na de shipping lane kwamen m’n eerste ervaringen met schepen die verschillende kanten op voeren. Op een gegeven moment had ik op m’n AIS 3 schepen waarbij ik bij allemaal een CPA van tussen de 0,2 en 0,4NM had.
Ik besloot de dichtstbijzijnde op de roepen: “Hohe Bank, this is sailing yacht Alhambra”…
“Don’t worry, the CPA is large enough”
…
Ok… dat was een interessant gesprek. Ik bleef het schip in de gaten houden, en niet veel later schoof het voor me langs. Inderdaad op veilige afstand, maar toch nog best dichtbij. Toch een geruststellend idee dat ze mij vanwege m’n transponder al lang in de gaten hebben. Hoewel? Ik kijk weer op m’n scherm en vind de CPA van 0,2 van de volgende ook weer angstvallend dichtbij. Ik roep hem op. Een soortgelijk gesprek volgt. Ik kijk nu naar het 3e schip. Daarvan zie ik dat de CPA nu langzaam iets aan het oplopen is, inmiddels 0.6, dus daarover maak ik me geen zorgen meer. Wat een enorme marge, denk ik bijna.
Op de dinsdag voor vertrek hadden we verschillende maaltijden gekookt, en rond half 7 ‘s avonds hebben we daaruit lasagne gekozen die we hebben opgewarmd in de oven. Ik had zoveel trek dat ik eigenlijk te veel heb gegeten wat achteraf m’n volgende leerpuntje bleek te zijn.
Na het eten ben ik weer gaan rusten tot het mijn wacht was om 22u. Ik heb tot die tijd in de voorpunt wat liggen dommelen en als voorbereiding op de nacht heb ik me extra warm aangekleed. Het was in de voorpunt nog warm, maar ik dacht dat dat buiten wel anders kon zijn. Tijdens het aankleden kreeg ik het steeds warmer en merkte ik ook dat ik me niet lekker begon te voelen. Half aangekleed strompelde ik naar de kuip en daar bleek het helemaal niet koud te zijn. Waarschijnlijk door het nog warme zeewater, maar het was echt een stuk warmer dan de nacht daarvoor.
Yvonne is naar bed gegaan en ik nam het verder over. Nadat ik het logboek had bijgewerkt voelde ik me zo misselijk dat ik bang was dat ik binnen alles eruit zou gaan gooien. Ik strompelde naar buiten, nog in gedachten dat ik de lijzijde moest hebben, maar dat redde ik niet. De eerste golf kwam er half over de boot uit en pas bij de komende keren lukte het me om de lasagne ook echt in het water te laten landen.
Yvonne liet me weten dat ook zij zich niet lekker voelde en om 23u was m’n laatste update in het logboek met hanenpoten: beiden zeeziek. Daarna hebben we tot 7u de volgende ochtend niks meer geschreven.
We hebben de nacht in de kuip doorgebracht omdat we ontdekten dat als je op je rug lag en naar de sterren keek, de misselijkheid nog wel te doen was. Zo hebben we steeds om en om gedommeld. Het tweede deel van de nacht begon het een klein beetje te regenen, maar niet erg genoeg om de slaapzakken die we over ons heen hadden getrokken naar binnen te gooien.
Op een gegeven moment roept Yvonne dat ik moet komen kijken, terwijl ze naar het water naast de boot wijst. Ondanks onze zeeziekste toch nog een lichtpuntje. Wat zeg ik? Honderden lichtpuntjes. Zeevonk, een soort alg, lichtte het water rondom de boot op. Ik had het in 2004 voor het eerst (en het laatst) gezien en was blij er eindelijk weer van te kunnen genieten. Helaas voelden we ons geen van beiden nog goed genoeg om op het idee te komen om het te filmen of fotograferen.
Het is weer Yvonne’s wacht en ik val in slaap. Na een tijdje maakt ze me wakker met de opmerking dat we nu wel echt overstag moeten. De wind was gedraaid en de stroming stond inmiddels ruim 2kn naar het Noorden waardoor we veel te ver noordelijk zaten. Na de overstag gingen we pal Zuid en haalden we maar een snelheid over de grond van 2,5 kn. Ook leken we op een windmolenpark af te varen dat zo noordelijk niet op de kaart stond. Al die knipperende rode lichten maakten me een beetje zenuwachtig. Achteraf bleek dat dat dat het windmolenpark ter hoogte van Southwold was, waar we dus bij lange na niet in de buurt zaten. De afstand tot die lichten is dus wel erg moeilijk in te schatten.
Ik twijfelde hoe we nu het beste verder konden. Om naar Lowestoft te komen moesten we om de ondiepte Holm Sand heen. Dus of nog heel lang tegen de stroom in kruipen, of bovenlangs, waarbij het tij wel zou draaien als we dan uiteindelijk zuidwaarts zouden gaan. Ik koos voor het laatste maar ging daarbij eigenlijk te vroeg overstag. De stroming was nog best sterk waardoor we toch weer redelijk ver naar het Noorden werden weggezet en ik uiteindelijk het laatste stukje om voorbij de ondiepte te komen recht tegen de wind in moest. Dat stukje dus even op de motor gedaan.
We kwamen toen uit bij Great Yarmouth en ik heb nog even opgezocht of het slim was om die haven dan aan te gaan lopen. Maar de pilot beschreef dat het niet echt een geschikte uitwijkhaven was en ik zou dan ook het reisplan bij Border Force moeten aanpassen. Uiteindelijk bleek het nog maar een klein stukje naar Lowestoft, waarbij de eerste foto’s van de Engelse kust de vooroordelen over het weer perfect bevestigden: mistig en licht regenachtig.
Vlakbij de haven van Lowestoft heb ik port control aangeroepen op kanaal 14:
“This is sailing yacht Alhambra, I would like to have permission to enter the harbour”
“Good day sir, what was your last port of call?”
“That was IJmuiden, the Netherlands”
“Thank you sir, I take it that you are flying the Q-flag and you have submitted the required paperwork?”
“Yes sir, that is correct”
“Thank you sir. You now have permission to enter the harbour. I wish you a nice day”
Heerlijk, die hoffelijkheid en correctheid van Engelsen. Ik houd er wel van.
Voor de zekerheid ook even de Norfolk & Suffolk Yacht Club opgeroepen om te vragen of er plek was, en we konden moe maar voldaan afmeren aan de passantensteiger.
Direct de National Yachtline gebeld en na met hen de vragen te hebben doorgenomen, vroegen ze me of ik de clearance van Border Force had ontvangen. Ik gaf aan dat ik alleen een ontvangstbevestiging had gekregen, waarna ik ze moest bellen met verzoek om clearance. Op hun beurt gaf Border Force aan dat die clearance door het bureau in Harwich zou worden geregeld en ik moest op hun telefoontje wachten. Na 3 uur had ik nog niks gehoord, dus nogmaals gebeld. Ze gaven aan te gaan najagen en een half uur later kwam dan eindelijk het verlossende woord, we mochten van boord!
Lowestoft zelf stelt niet zoveel voor en op vrijdagmiddag was ook nog eens alles dicht. Na een korte wandeling hielden we het dan ook voor gezien en zijn we in de boot Netflix gaan kijken, waarna we na een half uur al in slaap vielen tot 8 uur de volgende ochtend.
In de ochtend zaten we tijdens het ontbijt al nauwlettend Windy te bestuderen. De voorspellingen waren weer wat veranderd, maar het idee dat we al hadden leek weer bevestigd te worden: in de avond zou het meest gunstige moment zijn om te vertrekken, om daarmee windstoten van meer dan 29 kn te voorkomen. Als we rond 20u zouden we vertrekken, zouden we niet meer dan max 24 kn halve wind krijgen, waarbij het meestal rond de 17 knopen zou zitten.
Terwijl ik de grote genua verving voor de HA fok, kwam er een Duitser langs die een Nederlandse boot had gehuurd. We wisselden wat gedachten uit qua vertrektijd, en hij gaf juist aan zo vroeg mogelijk te willen vertrekken want hij wilde graag de 10 knopen snelheid aantikken. Ik wenste hem veel succes toe, en bedacht me dat mijn prioriteit toch niet bij de snelheid maar bij het veilig/rustig thuiskomen lag.
Bij wijze van lunch heb ik in het centrum van Lowestoft nog een English Breakfast genomen. Ondanks dat het totaal geen culinair hoogstandje is, vind ik het wel leuk om dat daar te doen. De rest van de middag hebben we rustig de boot opgeruimd en klaargemaakt, en na een lichte avondmaaltijd zijn we rond 20u vertrokken.
Ik had vooraf 1 rif voorbereid vanwege de verwachte 17 knopen wind. Maar eenmaal buitengaats voelde dat toch heftiger aan dan ik had ingeschat, waarbij de golven inmiddels ook al behoorlijk waren opgebouwd. Nog voor het hijsen besloten om er maar een 2e rif van te maken. Een goede keuze voor de nacht, want ondanks dat 2e rif hebben we de hele nacht rond de 6.5 kn gelopen. Dat schoot lekker op, maar die uitgerekende halve wind klopte niet helemaal, we moesten de hele tijd hoog aan de wind varen, maar de route en hoe ver we steeds door de stroming werden weggezet, klopte precies met de route zoals Weather4D hem had uitgerekend. Hoewel we in het begin erg ver naar het zuiden werden weggezet richting het windmolenpark, had ik er vertrouwen in dat we weer richting Noorden zouden gaan tegen de tijd dat we bij het park in de buurt waren. Dat bleek perfect te kloppen. Ik wil me nu verder gaan verdiepen in weatherrouting, want ik begrijp nu beter in de praktijk wat de parameters zijn waar je mee te maken krijgt, en dit is best een interessant onderwerp!
Omdat we bang waren dat we, zeker nu met de hardere wind, weer zeeziek zouden worden, hadden we vooraf tabletjes ingenomen. Nu de boot zo aan het stampen was in de golven was ik blij dat we dat hadden gedaan, want ik voelde wel lichtjes iets opkomen, maar het zette gelukkig niet verder door.
Ondanks de hardere wind valt er eigenlijk verder niet zoveel te melden over de terugweg. De tocht verliep eigenlijk zonder problemen, met een constante, wat hardere wind gedurende de nacht en pas toen het weer licht werd, was ook de wind veranderlijker geworden. Het ene moment 4 knopen, waarbij ik bedacht dat ik het rif er maar eens uit moest halen, met 5 minuten later ineens weer 22 knopen over het dek. Het grootste deel van de reis regende het, en ik ontdekte dat m’n bovenlijf droog bleef door met m’n rug tegen het kajuitschot te leunen. M’n benen had ik afgedekt met een stuk vrachtwagenzeil, waardoor m’n zeilpak eigenlijk niet eens nat werd.
Pas in de loop van de middag was de wind dusdanig afgenomen dat het rif er volledig uit kon, en rond 17u waren we al binnen de pieren van IJmuiden.
Omdat we nog fit genoeg waren besloten we Seaport Marina over te slaan en meteen door te varen naar Amsterdam. Rond 21u zijn we de Sixhaven binnengevaren en de volgende dag is Yvonne van daaruit naar haar werk gegaan, terwijl ik vanaf de boot ben gaan werken. Ik had eigenlijk de maandag ook nog vrij genomen, maar nu we terug waren kon ik net zo goed gaan werken. Om 17u heb ik de boot weer losgegooid en ben ik solo naar Monnickendam gevaren. Over het algemeen een rustige tocht, maar vanaf Marken trok de wind ineens zo hard aan dat ik een half uur lang 22 tot 24 knopen over het dek heb gehad. Meer nog dan op zee, en vanwege de afwezigheid van golven was dat best een leuke ervaring.
Al met al lag ik rond 22u in m’n thuishaven en kon ik eindelijk m’n havenbiertje opentrekken en met een grote glimlach aan de tocht terugdenken.