Onderstaand verhaaltje past ook wel in dit onderwerp:
Krabbend anker
Het is vrijdagmiddag, half november. Na een drukke werkweek gooi ik los om een stukje te gaan zeilen met mijn bootje. Voor het eerst sinds heel lang regent het niet. Er staat een zacht briesje en af en toe breekt de zon door. De verwachting is een bijna windstille avond met de volgende dag aan het eind van de ochtend weer erg veel wind en regen. Mijn plan is de Waddenzee op te gaan en in het Amsteldiep achter het anker de nacht door te brengen. Lekker ver zuidelijk in het geultje om zo min mogelijk last van de golven te hebben als de harde wind toch wat eerder komt. Onderweg naar de sluis bekijk ik even de tijdelijke aanlegplaats van de KNRM. Komende maandagavond ga ik daar heen met de boot zodat nieuwe opstappers wat uitleg kunnen krijgen over zeilboten en sleepverbindingen maken.
Het is een heerlijke zeiltocht over een rustige Waddenzee. Rond 4 uur gaat met het laatste zuchtje wind het anker de grond in en dat ligt meteen muurvast. Ik geniet met een biertje van de rust, de grandioze luchten, wat zeehonden op de zandbanken en de ondergaande zon.
De volgende ochtend is het net zeven uur geweest. Ik heb de verwarming weer aangezet en twijfel tussen opstaan of nog even blijven liggen. Dan gaat het anker alarm af. De stroming is weer gekenterd en deze vecht met de wind welke kant de boot op gaat. Hierbij is blijkbaar het anker losgekomen en aan het krabben. Snel trek ik een broek en schoenen aan en ga naar buiten. Ik ben aan het einde van een geultje en heb niet al te veel ruimte voordat ik vast zal lopen. Het is nog pikdonker buiten en ik heb moeite om me te oriënteren. Waar is de zijkant van de geul, waar is het anker en waar moet ik heen?
Ik start de motor en zet hem in stationair vooruit, om te zorgen dat wanneer ik het anker ophijs, ik niet meteen door de stroming wordt meegenomen. Wanneer ik de ankerlijn inhaal, merk ik dat deze naar achter loopt, onder de boot. Snel ga ik terug naar achter om de motor uit te zetten voordat de lijn in de schroef zal komen, maar ik ben al te laat. De lijn zit muurvast en snaarstrak. Ondertussen gaat de boot steeds verder richting de onvermijdelijke ondiepte. Daarom besluit ik de zeilen te hijsen, met het idee om zo weer richting anker te varen. Maar het anker geeft nog wel zoveel weerstand en trekt ergens onder een rare hoek aan de boot, waardoor het niet lukt om snelheid te maken, of om de boot te draaien. Mijn gps positie laat zien dat ik nog steeds langzaam met de stroming mee schuif, maar met de zeilen omhoog, iets langzamer nu. Ondertussen heb ik weer iets van oriëntatie door de lichten van Den Helder en Den Oever, maar het is nog steeds verwarrend welke richting de boot nu op gaat. Met de bootshaak maak ik een snel rondje langs de romp van de boot in een poging om de ankerlijn te vinden, maar zonder succes.
Dan overweeg ik om met een mes te water te gaan en onder de boot de lijn op te zoeken en door te snijden. Maar het is koud en donker. Hoe zorg ik dat ik in de stroming bij de boot blijf? Kan ik de lijn vinden? En kom ik op tijd aan boord om de boot weer onder controle te krijgen voordat deze alsnog vastloopt? En als dat zou lukken, hoe lang duurt het daarna totdat ik weer tijd heb om mezelf af te drogen en warme kleren aan te trekken? Een anker en werkende motor heb ik dan immers niet meer, dus ik moet zeilend door de niet te brede geul en dat vraagt aandacht. Al met al veel te veel dingen die serieus mis kunnen gaan. Een gevoel van machteloosheid overvalt me, ik zie geen mogelijkheden meer om zelf het naderende onheil (het vastlopen op een zandbank) af te wenden. Daarom besluit ik toch maar via de KNRM-app hulp in te roepen, mede met de gedachte dat je dat beter te vroeg dan te laat kunt doen.
Wanneer de KNRM vertrekt vanuit Den Oever, belt de schipper mij op. Hij dubbelcheckt de info die hij heeft doorgekregen, vertelt wanneer ze er ongeveer zullen zijn, maar wil uiteraard ook even weten of ik daadwerkelijk dezelfde ben die aankomende maandag langs zou komen tijdens de oefenavond. We hebben daar de afgelopen weken wat mail en app contact over gehad, maar elkaar nog nooit ontmoet. Enigszins gegeneerd vertel ik dat dat inderdaad zo is, en dat ik nu inderdaad echt hulp nodig heb. Ondertussen wordt het langzaam licht en ook lijk ik toch weer stil te liggen, zo'n 500 meter van mijn oorspronkelijke plek en met gelukkig nog steeds water onder de kiel. Dat geeft weer wat rust in het hoofd en mij de gelegenheid om me warm aan te kleden en de in korte tijd ontstane chaos van zeilhuiken en hulplijntjes op te ruimen.
Als de KNRM arriveert is het plan snel gemaakt en soepel uitgevoerd. De ankerlijn wordt opgezocht, het anker opgehaald, een sleepverbinding gemaakt en ik word teruggesleept naar Den Oever. Gelukkig zijn we precies op tijd terug zodat de KNRM direct aan kan sluiten om te assisteren bij de intocht van Sinterklaas.
Achteraf gezien had ik het met wat meer geduld ook zelf kunnen oplossen, zeker gezien het feit dat het anker uiteindelijk toch weer ging houden. Dan had ik alleen wat hulp hoeven vragen om zonder motor door de brug en sluis te gaan bij Den Oever. Maar op het moment zelf, in de kou en het donker met tegengestelde stroming en wind waardoor ik steeds opnieuw mijn oriëntatie verloor en ik bang was elk moment te kunnen vastlopen, schoot het stress niveau omhoog en was er weinig ruimte om even rustig na te denken. Nadat ik hulp had gevraagd, gaf alleen al de wetenschap dat er hulp onderweg was alweer wat rust, al zonder dat er daadwerkelijk wat aan de situatie veranderd was. Nu, een paar maanden later, heb ik via het forum een Rocna Vulcan gekocht en probeer ik te kijken of ik ook nog het 12 kg Danforth anker aan boord houd als reserve, hoewel daar weinig plaats voor is. Ook heb ik diverse methoden bestudeerd die ervoor moeten zorgen dat bij de kentering van het tij de lijn niet achter de kiel (of schroef) haken. Maar toch zal het vertrouwen bij de eerste keer weer op stroming ankeren wel weer moeten groeien.