Ons bootje is ooit door een binnenschip aangevaren en zonk. Lag dan enkele jaren (geen idee hoeveel) op de bodem in de Leie, zoetwater.
Werd gelicht door een Gentse werfbezitter. Twee pontons, staalkabels onder het bootje en dan met tirfor gelicht.
Daarna volgde een uitvoerige restauratie, de kapotte huidplanken werden vervangen, ook door inlands eiken. Dat moet rond 1970 geweest zijn, toen was polyester nieuw op Vlaamse werven. Dus er werd een behanger ingehuurd die drie maand aan de boot gewerkt heeft om er een composiet boot van te maken. Je kunt het ook een doodskleed noemen.
Er werd erg veel aan de boot veranderd. Het gaffeltuig werd Marconi, er werd een gigantische diesel ingebouwd, de opbouw werd met toen reeds duur mahonie verdubbeld. Is nu dus ook overal 5 cm dik.
Dat doodskleed bleek reeds de eerste winter te zijn afgevroren. Er stond immers regenwater in de boot en dat bevroor. Toen ik de boot kocht zat de glasvezel huid gewoon los. Ik heb dan vele vele gaten geboord en de ruimte tussen hout en glasvezel opgespoten met Sikaflex. Daar zijn vele vele kokers dunne (speciaal voor de bouw) Sikaflex in gegaan. Dat hecht ook aan vochtig hout. Gaten weer gevuld met glasvezel. Sedertdien zit de huid vast en is vanzelfsprekend waterdicht.
Ik heb ook de boot van boven af totaal waterdicht gemaakt dus heb sedert dertig jaar stofdroge bilges. Tijdens de gigantische regenbuien van verleden week (Griekenland onder water) niet een druppeltje water. Ook niet aan de ramen, nergens een drupje.
Sterk is de boot ook, we zijn op het Canal Du Midi vol midscheeps geramd door een 15 meter lange huur motorboot, Wij lagen tegen de kade, hij kwam ruim een meter uit het water door de inertie op ons gangboord kroop. Het doodskleed was gescheurd, gelukkig slechts boven de waterlijn, twee dagen later gerepareerd. Aan het hout was niks. Ieder polyester jacht was middendoor geweest.
Dat doodskleed zal mij lang overleven.