Zwetende handjes in de Shipping Lane
Ha allemaal, hier uit een paar decennia zeilen een van de spannender verhaaltjes
Ter leringh ende vermaeck nietwaar.
Mijn moeder -van wie ik het zeilvirus heb gekregen- had een reis geboekt op een jacht van een meter of 14 a 15 gok ik - we waren met zeker 8 volwassenen en ik herinner me niet dat het krap was. Het idee was om een rondje Denemarken te doen: vanaf Scheveningen als ik het me goed herinner omhoog langs het wad, en dan de noord in, om havenhoppend langs de Deense westkust uiteindelijk bij Thyboron Denemarken in te duiken. Vandaar via Aalborg over de Oostzee weer terug. Leuk plan van haar, paar vriendinnen erbij, tof! Doet ze vaker, al gaat ze normaliter met beroepszeilers mee. Dit was een privé-initiatief.
Het punt was dat mijn moeder een beetje zenuwachtig werd over de tocht: de schipper was namelijk ook dirigent - de reis was een zogenaamde zeil-zingen combinatie. Ontzettend leuk: beetje nautisch repertoire, en dan leuk wat zingen in kroegjes en een optredentje in zo'n dorpje aan zee in de kerk of op een plein. Maar het overgrote deel van de bemanning, het merendeel ruim voorbij Abraham of vooral voorbij Sara, had nog niet zoveel zeemijlen gezien. En Texel-Thyboron is toch een straf tochtje als je als nietsvermoedende koorzanger / nordic walker met je Logiquiz boekje gezellig denkt te haven-hoppen en hier en daar een optredentje te geven. De schipper had geen maat, en zou alles zelf moeten doen - en was dan dus ook nog dirigent. Het leek mijn moeder kortom een prettig idee als er nog iemand bij was met wat ervaring op blauw water. Ik was op dat moment al meerdere seizoenen aan het maten op zee, en had al een paar rondjes Denemarken gemaakt, dus dat leek een goed idee. De schipper was akkoord, maar er werd niks concreet afgesproken over een taakverdeling of over een bemanningsrol, wel hoefde ik wat minder te betalen geloof ik. Achteraf had ik daar assertiever en transparanter in moeten zijn: joh dit is het geval, wat zullen we doen qua taakverdeling, ben ik maat, ben ik zoon van, wat spreken we af. Niet echt over gehad. Uit eigen ervaring wist ik hoe onrustig het is om door een passagier met zgn ervaring op je autoriteit uitgedaagd te worden en dus stapte ik aan boord met het rotsvaste idee dat hij de schipper was, en ik een opvarende, en dat ik dus naar hem luisterde. Gewoon als extra ervaren hand aan dek, handig. Prima. Zingen doe ik trouwens ook, dus ik hoorde bij de opvarenden.
Deze schipper bediende de boot met een fysiek gemak en een vastberadenheid die me veel vertrouwen gaf. Duidelijk vertrouwd aan boord, ijzersterke armen. Dat kwam later nog goed van pas, toen we met ZW 8 schuin op de kont op Thyboron afsurfte met een koleregang en zwaar rollend .. Gelukkig waren we toen bijna binnen..
Het hekele punt kwam namelijk een dag eerder, op dag twee, toen we nog vlak boven de wadden zaten. Op een gegeven moment als je de noord in wil, moet je de
shipping lane oversteken die van en naar het Kielerkanal gaat. Zie dat als een snelweg voor de echt grote jongens, zoals containerschepen.
Dat signaleerde de schipper ook, en hij handelde ernaar. Marifoon aan op het juiste kanaal. Een kompaskoers aanhouden die haaks staat op de shippinglane, een beetje bakboord uit dus. Geen AIS (we schrijven ergens ca 2001-2002), geen radar. Het zicht verslechterde tot misschien 1 a 2 mijl, en dat is niet al te veel. Die scheepjes, van een paar honderd meter lang, varen zomaar 20 knopen. 20 mijl in een uur. 5 mijl in een kwartiertje. 1 zeemijl leggen ze in dus 3 minuten af. Met bijna twee kilometer zicht, heb je dus echt
niet meer dan een paar minuten tussen het moment dat je die schim van tientallen meters hoog uit de mist ziet opdoemen, en het moment dat je, in het slechtste geval, ondersteboven gevaren wordt.
Dat is de reden dat je een shippinglane (verplicht)
dwars oversteekt, met een vlotte snelheid (5kn dacht ik), en dat je terwijl je dat doet, verdomde goed de wacht houdt, marifoon bij, alle middelen die aan boord zijn. Da's ook je verplichting onder goed zeemanschap nietwaar. We staken de oostgaande lane over en kwamen in de middenberm. Halverwege dus.
Tot mijn stomme verbazing kondigt de schipper/dirigent daarop aan: "zo, we zijn er doorheen, gooi die motor maar uit, zeilen omhoog, en ruim de koers naar oost-noordoost. Dat wil zeggen, onder een lichte hoek op zuid-Denemarken af -
recht tegen het tegemoetkomende westgaande verkeer in. In de mist.
Ik krabte me eens achter mijn oren, stapte over acht paar hippe nordic-walking-schoenen en logiquiz-boekjes en Margriet tijdschriften heen de kajuit binnen, controleerde de gegevens nog eens. De GPS was duidelijk (en het gegist bestek + geheugen en gezond verstand ook), we zaten middenin de shippinglane.
Maar het kruisje van 14:00 wordt aan de noordzijde van de gehele shippinglane getekend.
Ik roep hem er even bij, en leg zo tactvol mogelijk uit dat we,
volgens mij, maar misschien vergis ik me, nog het tweede gedeelte te doen hebben. Dat we dus nog even een paar mijl noord moeten aanhouden om eruit te komen. Hij reageerde beslist - het was niet waar. Maar hier die noorderbreedte - nee, het is gecontroleerd, en het klopt, en hij stapt weer naar buiten. Wow! - okee. Wat nu? Dat is heel simpel: hij is de schipper, dus hij beslist. De motor gaat uit, de zeilen omhoog, en daar drijven we dan, met een snelheid van 2,8 knoop op het log, spookrijdend op de shippinglane, hem
heeeeel schuin overstekend, wat echt een uurtje of vijf, zes zou gaan duren op deze manier. Yikes!
Ik heb er dan al een uurtje of 10 opzitten, maar geen denken aan dat ik mijn vaste plekje achterop het schip, pal achter de roerganger verlaat anders dan om koffie te pakken of naar de WC te gaan. Ik scan de mist, ondertussen scherp luisterend naar de marifoon, om al het gebroken engels van de coasters en containerschepen op te vangen. Zit er eentje bij die, met onze coordinaten, een sailing yacht oproept? Worden we uberhaupt gespot door de radar of zitten we met ons plastic bootje onder de squelch? Het is onaangenaam spannend. Maar vanwaar ik zit is de motor snel gestart, en het roer snel omgegooid. Zolang ik daar zit, kan ons eigenlijk niets gebeuren.
Ik kom nu toch wel in een lastig parket en sta voor een dilemma. Ik ga de schipper niet openlijk afvallen, en ik wil geen paniek aan boord door de boel op scherp te zetten. Of het achteraf slim was weet ik niet, maar ik besloot op dat moment dat het 't beste was om mijn mond te houden, en alert te blijven, en die aanstormende containerschepen eventueel aan de schipper aan te wijzen. Een stemmetje in mijn hoofd zei: "Hou hem te vriend, want dan kan je nog wat invloed uitoefenen". En in geval van nood kon ik altijd nog het roer omgooien...
Het werd toch nog iets hachelijker: de schipper, die ook dirigent is, wil repeteren, oefenen, zingen, met z'n allen in de kuip. De marifoon, met het soms wat drukke gecommuniceer -want slecht zicht!- stoort daarbij, en die moet dan dus ook uit. Met lede ogen en een hol gevoel in mijn maag zie ik hoe de knop omgaat. Vrolijk klinken de liedjes ' Sailing, sailing, over the bounding main' uit de kuip op, terwijl ik grijnzend als een boer met kiespijn op mijn uitkijkstek achterop het schip blijf zitten. Het wordt donker, we eten, en het wachtrooster begint. Het begint harder te waaien, ZW 4 a 5. De voorspellingen komen door: de wind gaat aantrekken naar ZW6, soms 7. Dat zal wat deining geven straks bij Denemarken. Moet je niet slapen, Daniel, moet je niet naar binnen? Ik verzin een smoes: ik ben tegen alle verwachtingen in namelijk zeeziek. Zeezieke mensen willen niet naar binnen, zeezieke mensen kunnen beter aan dek blijven. Voor het eerst (en het laatst) in mijn leven zeeziek
Dan komt er
nog iets bij waardoor ik echt bezorgd word: ik bekijk de kaart nog eens, en zie nu dat het kruisje van 14:00 (wat boven de shippinglane stond)
uitgegumd is, en verplaatst is naar de plek waar we ook daadwerkelijk waren op die tijd, namelijk tussen de lanes in. Ander zouden we in het ene uur 10 mijl afgelegd hebben, en in het andere uur 2 mijl. Wat natuurlijk niet kan. Hij zag zelf ook dat het niet klopte. Het hele vervelende is dat hij er niet op terugkwam. Te trots? Ik concludeer in ieder geval, terecht of niet, dat deze man zich niet alleen vergist in de positie, maar er vervolgens ook niet eerlijk over is. Bij mij gaat er een alarmlichtje branden: shit - ik kan hem niet vertrouwen. Oei. Je kan alles hebben aan boord, op zee, met alles is te dealen: maar met oneerlijkheid is geen kust te bezeilen. Let op bij wie je aan boord stapt - vooral als je buitengaats gaat..
We stuiven dus midden in de nacht over de Noordzee, de Duitse bocht eigenlijk, met een bakstagwind van dik 6 BF, met een rif in het grootzeil en de genua op. Hard gaat het wel. De zeil-zingers beginnen toch een beetje nerveus te worden als dan weer het ene, en een paar seconden later het andere gangboord volledig onder water gaat. Daar zijn de nordic-walking-shoenen en de sportieve ribbroeken en de koormappen niet voor meegegaan. Het wordt een beetje stil aan boord, men is ofwel te kooi ofwel stil aanwezig in de kuip, en we gaan over op biscuitjes en bananen. Bulletalies zijn er niet. Een klapgijp moet je niet hebben met deze wind, dus het komt aan op strak stuurmanschap - een uitdaging voor deze zeer beginnende zeilers. We jakkeren met een noodgang het noordoosten in. Doel: Hvide Sande. Ik gooi heel voorzichtig een balletje op: die haveningang van Hvide Sande, die heb ik eerder gezien met ZW6, en dat is een smal dingetje...daar is mijn schipper toen voorbij gevaren om die reden. Hij wil het eerst niet van me aannemen, kom nou, dat gaat prima, maar uiteindelijk bedenkt hij zelf ook dat dit wat link is met zo'n flinke zee -in de nacht-, bovendien gaat de wind morgen, natuurlijk naar noordwest 7 tot 8: en we gaan dus door naar Thyboron. Verstandige keus. Een paar uur extra varen (6 uur uit mijn hoofd?), maar wel breed, en we lopen het aan met daglicht. Da's stukken veiliger dan Hvide Sande.
De hele nacht zit ik achterop het bankje (toch zo lastig, 'zeeziek' zijn, ik snap ook niet hoe het ineen kan, kleiner schip ofzo?), vlak achter de roerganger, leer de bemanning een beetje sturen (ogen los van het kompas, naar de sterren kijken, kleine correcties, hele golfperiodes afwachten) en zorg dat we geen klapgijp maken, want dat lijkt me zeer gevaarlijk met deze wind.
De volgende ochtend is de wind al aangetrokken tot 7-8 bf, natuurlijk komt zulk weer altijd sneller dichterbij dan de voorspellingen dachten, en zijn de golven, die vrij spel hebben vanuit de oost-engelse kust en de hele nacht hebben gehad om aan te groeien, heel indrukwekkend. Bergen water. Aan lagerwal van de Noordzee, reken maar dat daar flinke jongens bijzitten. Waarschijnlijk woei het in thames/dover nog een stuk harder - daar kwam de wind vandaan, en de golven dus ook. Het is spectaculair zeilen, Bf8 ga je normaal uit de weg - maar het grote jacht houdt zich uitstekend en dan is het toch wel gaaf met een lopend windje
Surfen met die bak. De lucht is fletsgrijs, er is geen direct zonlicht, en de golven, bewegende levende bergen, hebben die betoverende staalgrijsblauwe kleur. Het lijkt alsof je op een andere planeet bent, het is schitterend. Soms een daverende roller, meestal verder weg, soms dichterbij. De wind neemt verder toe, de deining ook. Het gaat veel te hard, we hebben te veel zeil, het jacht loopt de hele tijd uit z'n roer. En zelfs met ruime wind is het nu eng om de zeilen vol te zeilen, met de boel iets killend gaat het net. De krachten zijn zo enorm, en het afjakkeren van die reusachtige bewegende staalgrijsblauwe gletsjers - die we bijna bijhouden- heeft iets ongecontroleerds. Dat ziet de schipper ook, en met een lifeline waagt hij zich op het voordek, en ik sla met bewondering gade hoe hij de enorme genua in bedwang krijgt, in een zak propt, een kleine fok aanslaat, en hem hijst. Hij is sterk en handig. Over de bediening van zijn jacht hoeft niemand hem iets uit te leggen. Dat zeilt een stuk rustiger, en de sfeer aan boord verbetert direct. Toch is de bemanning bezorgd, en kijkt naar mij: gaat dit wel goed? Is dit niet veel te harde wind? Kan dit wel? Ik stel ze gerust en zeg dat het schip dit prima aankan, dat dit is wat het is, dat er zeer ervaren zeilers aan boord zitten, dat het inderdaad wel erg hard gaat, maar dat we met de keus voor de brede ingang van bij daglicht Thyboron voor veiligheid gezorgd hebben, en dat het over een paar uur acuut over is zodra we die monding binnenlopen, en dat de rest van de vakantie een peuleschil wordt. Wat ook allemaal zo is.
Dat moment komt uiteindelijk, en we zeilen zonder problemen de brede havenmonding binnen. Elke minuut nemen de golven af tot we uiteindelijk ik geloof tegen het middaguur aanmeren ergens daar in de buurt. De boot ligt rustig te kabbelen in de beschutte haven, en het zonnetje schijnt. Ik heb een onafgebroken wacht gedraaid van ca 30 uur, maar iedereen is veilig binnen en alles is nog heel. Wat een trip. Ik trek mijn pak uit, drink een biertje, en geef aan dat ik ga slapen. We zijn veilig binnen, goddank
Na afloop van de reis druk ik mijn moeder plus vriendinnen op het hart om niet meer met deze man de zee op te gaan.