Zoals eerder vermeld heb ik de afgelopen 1,5 week een rondje Flevoland gezeild. Voor het eerst een meerdaagse tocht. Meteen solo. En een heleboel 'eerste keren' meegemaakt.
Voor het eerst ervaren dat het klaarmaken van de boot voor een meerdaagse tocht meer tijd kost dan verwacht. Waar berg je wat op, wat moet je bij de hand houden, heb ik genoeg eten/drinken aan boord? Uiteindelijk pas om 12.00 uur vertrokken uit de haven.
Voor het eerst ervaren dat plannen aangepast moeten worden. Ik had een hele route uitgestippeld via Elburg en Ketelhaven, maar de wind stond precies verkeerd. Pal voor de wind van mijn thuishaven richting Nijkerk gevaren, eerst nog zonder fok, omdat ik goed uitzicht wilde op het aquaduct bij Harderwijk. Voor het eerst over het aquaduct gevaren en op het Wolderwijd de fok erbij gehesen. Voor het eerst mijzelf daarbij aangelijnd aan de voet van de mast. Wat weer betreft was het niet nodig, maar ik wilde het een keer onder rustige omstandigheden uitproberen. De lijn was kort genoeg dat ik niet overboord kon vallen en toch kon ik overal goed bij.
Voor het eerst moeten bijmotoren vanwege te weinig wind. Zelfs breeduit melkmeisje zeilen was niet genoeg om minimale roersnelheid te houden. Ik was wel weer eens heel gelukkig met mijn elektrische buitenboordmotor, zodat ik Lola in stilte kon ondersteunen. 's Middags was ik het motordobberen zat, waardoor ik een haven eerder dan gepland aanlegde in Nulde.
Voor het eerst aanleggen aan een passantensteiger ipv een box. Dat ging buitengewoon gemakkelijk aangezien ik op dit forum een tip had gelezen over het gebruik van een middenbolder. En voor het eerst gebruik gemaakt van walstroom (zelf aangelegd afgelopen winter).
De volgende dag verder gezeild, weer zonder fok begonnen vanwege de sluis en brug bij Nijkerk. Achteraf had ik voldoende tijd om allebei te hijsen, want de brug was al wel in zicht, maar toch nog bijna 1,5 uur verder.
Voor het eerst door een sluis, gelukkig met een paar andere passanten die mentale ondersteuning konden bieden (en het voorbeeld gaven). Na het Nijkerkernauw bleek de wind gedraaid en kon ik direct beginnen met opkruisen. Voor het eerst ervaren dat als je daadwerkelijk een doel hebt om naar toe te varen, het opkruisen soms een eeuwigheid lijkt te duren.
Voor het eerst een melding gehad op mijn horloge van een aankomende weersomslag en terstond mijn zeiljas aangetrokken. De eerste dag had ik ook een paar spetterbuitjes gehad. En voor het eerst ervaren dat een melding van een weersomslag ook vraagt om een zeilbroek, want ik kwam midden op het Eemmeer in een stortbui terecht. Oeps. Gelukkig was het niet erg koud, maar weer wat geleerd voor de volgende keer.
Langs de Dode Hond flink geoefend met opkruisen in smal vaarwater en toen op de motor onder de Stichtsebrug door. Ja, ook voor het eerst. Wetend dat er nog meters ruimte over was, zat ik toch heel even met ingehouden adem te wachten op de 'kloeng' van mijn mast tegen de brug. Slaat nergens op, maar vanaf het water ziet het er toch heel anders uit.
Naarmate ik Huizen naderde ging het steeds harder waaien. Op een gegeven moment realiseerde ik mij dat ik nooit eerder met zoveel wind solo had gezeild. De boot helde zover dat de spullen van de richeltjes op de bank terecht kwamen en toch voelde ik dat ik de boel onder controle had. Bij het havenhoofd heel even omgekeerd om de fok te laten zakken en gelijk het nut ondervonden van mijn lifeline. Ik stond nog niet op het voordek of ik hoorde een enorme buitenboordmotor achter mij langs razen. Dat was de reddingsbrigade die vol gas achterlangs ging (en de nodige golfslag veroorzaakte).
De volgende etappe was weer een eerste keer: de eerste keer dat ik solo mijn genua heb gebruikt. De dag begon weer meet zeer weinig wind. Ik vroeg me af of ik met een genua minder hoog aan de wind kon zeilen (ja, alweer een hele dag opkruisen). Tot ik erachter kwam dat ik de kraanlijn niet los had gezet... dat scheelde weer een paar graden. Gedurende de dag nam de wind toe, maar goed te doen. Vlak voor de Hollandsebrug de genua laten zakken en de zwarte kegel gehesen (ja, voor het eerst) om tegen de wind in onder de brug door te motoren. Aan de andere kant de genua maar op het dek laten liggen, want de wind was daar nog een tikkie sterker. Gelukkig was de haven van Almere niet ver weg en heb ik het motorzeilen verder uitgeprobeerd.
Na een dagje pauze (verplichting van het werk) even geoefend op het IJmeer met wat sterkere wind. Om na 30 minuten koers te zetten naar de haven met een scheur in mijn zeil. Gelukkig terplekke een stuk plakdoek kunnen aanschaffen en het zeil gerepareerd. En gemerkt dat de nieuwe stagleuvers de investering ruim waard waren. Ik kan nu ook de fok vanuit de kuip hijsen en strijken.
Voor het eerst alleen en met mijn eigen bootje op groot water voor de volgende etappe. Best spannend. Het Markermeer zag er nog groter uit vanuit mijn kleine bootje, toch heel anders dan de 35-voeter waarmee daar met de zeilschool heb gevaren. Ik kon opkruisen van Almere naar de Blocq van Kuffeler. Voor mijn gevoel ging ik best ver van het land af om mijn slagen te maken, maar dat bleek mee te vallen. En doordat mijn scheepje niet zo hoog aan de wind vaart schoot het weer niet op (twee stappen vooruit, een achteruit). En helaas net onder mijn reparatie een nieuwe scheur in het zeil ontdekt. Ducttape is een zeilers vriend zullen we maar zeggen.
In de haven wederom een reparatie uitgevoerd en bij het inschuiven van de pees in de giek kwam er nog een zwakke plek naar voren. De onderrand aan twee kanten voorzien van tape en de tip gekregen om eventueel een rif te gebruiken om de onderrand van het zeil te beschermen.
Het tweede deel van het Markermeer was voor de wind. Een dagje zonnebrand voorkomen en vooral relaxen op het water. De wind nam wel steeds verder toe, en ik was blij toen ik in de haven van Bataviastad lag. Voor het eerst gebruik moeten maken van mijn chemisch toilet, aangezien het sanitair daar 's nachts op slot gaat.
Voor het eerst door de Houtribsluizen en gemerkt wat een groot binnenvaartschip doet met het water. Ja, ik lag een beetje te stuiteren en draaien voordat we ons aan de kant konden vasthouden. Bijna mijn broertje in de plomp zien vallen omdat hij op de rand van de boot ging staan om van de kant af te duwen. Ik weet niet hoe vaak ik heb gezegd dat wat er ook gebeurde, hij moest blijven zitten. Ik denk dat de paniek van de naderende betonwand er even voor zorgde dat hij dat vergat. Ons gestuntel leverde wel wat irritatie op bij de sluiswachter, maar uiteindelijk zijn we veilig aan de andere kant beland, waar ik het weekend in de haven naast de boot van mijn oom en tante heb gelegen.
Voor het eerst op het IJsselmeer was ook een ervaring. Het begon al met mijn eerste rif. Even puzzelen met het opdraaien op de giek (ik installeerde hem eerst ondersteboven). De dijk naar Enkhuizen bood in het begin nog enige bescherming, maar daarna werd de halve wind ruime wind en werd een stuk sterker. Ruim 5 knopen op alleen een gereefd grootzeil vond ik snel genoeg. Ik koos voor de rust van het laten liggen van de fok. Ik had nog bedacht dat als het te gek zou worden, ik terug zou varen en met gestreken mast door de polder zou varen om weer thuis te komen. Maar op het moment dat ik het eigenlijk een beetje te gek vond, was ik al over de helft en was doorzetten een betere optie. Met een flinke vaart vooruit was het tobbedansen op de golven. Uiteindelijk voor de wind onder de Ketelbrug door, waarna het een stuk rustiger was. Mijn doel was Ketelhaven, en ondanks dat ik daar al rond lunchtijd aan kwam, was ik voor die dag wel uitgezeild. Voor het eerst ook een luwte op moeten zoeken om het zeil te strijken.
Voor het eerst door een brug waar ik vooraf moest aanmelden (Roggebot), en dit gedaan op het moment dat ik al voor de brug lag te wachten. Het leek me niet handig om vooraf aan te melden, omdat ik niet goed kon inschatten hoe laat ik daar zou zijn. Gelukkig was het niet druk, en ging de brug bijna direct open. Weer door een sluis (Reevesluis), zonder problemen, behalve dat ik iets te hard van de steiger ging, en de boot voor mij flink gas moest geven om een botsing te voorkomen. Op het Drontermeer was er ondanks 12 knopen voorspeld zo weinig wind dat ik moest bijmotoren. Ligt dat smalle water toch teveel in de luwte. Uiteindelijk 10 minuten voor Elburg aangemeld voor de brug, die precies op tijd open ging om mij door te laten. Aangezien het pas 14.00 uur was besloten om door te varen naar mijn thuishaven.
En ja hoor, voor het eerst vast komen te liggen. Ik maakte een overstag op de rand van de vaargeul, waarna ik een van de kielen over het zand voelde schrapen. En in plaats van direct doorzetten raakte ik enigszins verlamd, en kwam mooi vast te liggen. En geen beweging meer in te krijgen. Gelukkig was er een vriendelijke meneer met een jetski die mij weer los wist te trekken. In eerste instantie liet hij het touw te vroeg los, waardoor ik direct weer vast lag, maar een tweede keer kwam het goed. Wel was de fok inmiddels enige keren rond de voorstag gedraaid, dus heb ik deze maar laten zakken.
Op het Veluwemeer uiteindelijk genoten van de beloofde halve wind, met enorme windvlagen waardoor ik blij was dat de fok op het dek lag. Rond etenstijd aangekomen in mijn thuishaven, moe maar voldaan en met een berg nieuwe ervaringen.
Ik heb genoten, en heel veel geleerd en op sommige momenten mijn grenzen flink verlegd. Ik kan zo'n tochtje in ieder geval aan iedereen aanraden.
Helaas bij aankomst in de thuishaven bemerkt dat de verstaging ook slecht wordt. Dat wordt even sparen voordat ik weer met Lola het water op kan.