@Timo, dat gehannes met streken stamt nog uit de oude zeiltijd toen de enige windmeter aanboord een “vleugel” of wimpel was in combinatie met de “natte vinger” van de stuurman van de wacht.
Graden waren natuurlijk al heel lang bekend maar werden aanboord, behalve voor hoekmeting in het horizontale vlak - bijv. twee kapen - alleen maar gebruikt om de hoek tussen een hemelobject en de horizon te meten - Jacobstaf, octant, sextant etc. - en niet om op te sturen.
Om op de oversteek toch een beetje goed uit te komen, was sturen op één streek - 11,25° - toch nog te grof dus kwamen er kwartstreken bij.
NOTO 1/4 O
NOTO 1/2 O
NOTO 3/4 O
etc.
Ook nog aardig om te weten; omdat de letter O er hetzelfde uitziet als het cijfer 0, werd er, om misverstanden te voorkomen, op een gegeven moment overgegaan op de E zoals in het Engelse East.
Ook in het journaal, dat we gewoon in het Nederlands invulden, noteerde we windrichting en kracht bijv. als; ENE 6-7.
O ja, voor ik op mijn brood krijg dat ik iets oversla, bij de verticale hoekmeting hebben we ook nog de hoek tussen de top van een vuurtoren of kaap - waarvan de hoogte bekend is - en het wateroppervlak.
Dat is weer van belang wanneer je bijv. een kaap moet ronden, waar buiten de kust onderwaterobstakels liggen en je de passeer afstand wil weten.