Even me vingers blauw type
Een twee cilinder:
Om bij een tweecilinder viertaktmotor de werkslagen in regelmatige volgorden te krijgen moeten de beide zuigers een gelijke beweging maken.
Dit lijkt op het eerste gezicht onlogische, maar is noodzakelijk.
Het komt door het feit dat er twee omwentelingen nodig zijn voor Eén werkslag.
Staat de zuiger nog in de hoogstestand en begint in cilinder 1 de werkslag, dan begint in cilinder 2 het aanzuigen.
Bij de volgende omwenteling begint cilinder 2 met de werkslag en cilinder 2 met de werkslag en cilinder 1 met het aanzuigen.
De motor levert dus iedere omwenteling een werkslag.
Maar hierdoor is de stand van de krukken voor een goede balans onlogisch- bij een fiets staan beide trappers ook niet gelijktijdig in de hoogte of laagste stand.
Er is echter Eén groot verschil; bij een fiets wordt elk omwenteling kracht op het pedaal uitgeoefend, bij viertaktmotoren niet.
De krukas van een tweecilinder viertaktmotor heeft zo’n vorm dat de beide zuigers gelijktijdig in de hoogte stand staan. De werkslagen vogen dan elkaar regelmatig op, maar het levert geen bijdragen aan de balans van de motor.
Dit is wel het geval bij boxermotoren waar bij de zuigers in tegengestelde richting gaan.
Bij deze beweging zijn de zuigers gelijktijdig naar boven of naar beneden en dat is noodzakelijk om de werkslagen in regelmatige volgorden te krijgen.
Dit soort motoren kom je niet meer tegen in nieuw boten omdat ze veel ruime in nemen
Een drie cilinder:
Bij een drie cilinder is de balans aanmerkelijk beter dan een tweecilinder.
Trillingen zijn beter beheersbaar dit type toet weinig onder voor een motor met vier cilinders
Een vier cilinder:
Een viertaktmotor met vier cilinders in lijn is te beschouwen als een twee aan elkaar gekoppelde tweecilindermotoren.
Mvg Fer