Onderwerp: klepsmering Farymann L30

Ahoy zeiltechneuten,
In mijn zeilscheepje staat een oude Farymann L30. Laatst viel de compressie zo maar weg en dus endex. Kleppendeksel gelicht en constateerde dat de tuimelaar van de uitlaatklep volledig droog en moeizaam over de as bewoog. De klepveer zag er uit alsof ie bijna uitgegloeid was.
De lagerbus van de tuimelaar was ingevreten. De inlaatklep tuimelaar en klepveer zagen er normaal (gesmeerd) uit. Ik vermoed dat de uitlaatklepsmering onvoldoende (eenzijdig?) is geweest. Mijn vraag is nu: Weet iemand hoe de smering van de kleppen en tuimelaars van deze machientjes (spatsmering) normaal is geregeld? Wordt de olie via de klepstoterbuis "omhooggespat?" of zit er ergens anders nog een smeerolie kanaaltje?
Graag advies
met zeilersgroet

Dat kun je wel zien als er olie kanalen in de as en ashouder zitten. Via de klepstoterbuis heb ik nog nooit gezien.

Als de uitlaatklepveer verkleurd is door te heet dan kan de klep zijn warmte niet meer kwijt door contakt met de klepzitting. Dat kan diverse oorzaken hebben maar meestal doordat de klep en zitting niet meer vlak op elkaar liggen. Te kleine klepspeling, ingeslagen zitting, doorgezakte klep, te weinig koeling van de cilinderkop en zitting kunnen oorzaak zijn. Smering zorgt ook voor enige koeling.

Jutter schreef :
Dat de klepveer zo heet wordt door een te hete klep aucht ik erg onwaarschijnlijk. et enige contact tussen een klepveer en de klep is via de klepspieén en de klepschotel.
Die veer staat wel in direct contact met de cilinderkop en wordt bovendien mormaliter gekoeld door de rondspetterende olie.
En de cilinderkop wordt weer gekoeld door koelwater. Ik denk eerder dat er in de buurt van die klep een verstoppin in het koelcircuit zit of zoveel roest dat er geen water meer door gaat.
Dat zou ook de droge toestand van de andere onderdelen deels kunnen verklaren.
Misschien een keer het koelsysteem reinigen en dan niet alleen ontkalken maar ook van roest ontdoen .
Ad

Onwaarschijnlijk?? Kleppen verbranden regelmatig door de hete uitlaatgassen. De uitlaat klep is bij slechte koeling het heetste onderdeel, niet de cilinderkop, die kan door geleiding nog altijd warmte kwijt aan de omgeving. de klep echter niet, die moet de warmte echt kwijt door contakt met de zitting. Als dat niet of onvoldoende lukt worden uitlaatkleppen tot verbranden toe heet, en dus ook de klepsteel,spieen en veerschotels.

Jutter schreef :
Wat er verbranden kan bij een klep is niet de klepsteel hoor maar de klepschotel . En dat de veer blauw aan loopt komt er al helemaal niet door.
Genoeg verbrande kleppen gezien in het heel verre verleden
Overigens gebeurt dat alleen bij uitlaatkleppen omdat de inlaatklep ook steeds gekoeld wordt door de vers aangezogen koude verbrandingslucht.
Dus een vraag is ook of het een uitlaatklep is.
Ad

TS meld dat het de uitlaatklep betreft. Kan best heet worden en alle olie erop verdampen, dan lijkt het ook alsof er geen smering was. Blauwe kleur heb ik nergens gelezen.

longforties schreef : De smeerolie naar de tuimelaars gaat via de buitenkant van de klepstoters naar boven.
Er is geen druksmering , dus zijn er ook geen smeerolie kanaaltjes waardoor er olie bij de te smeren delen komt. Het moet dus in het carter en bij het kleppen mechanisme een "natte boel" zijn.
Oorzaak probleem zou kunnen zijn dat de klepspeling van de uitlaatklep te klein is geweest waardoor de klep bij belaste motor gelekt heeft , waardoor klep en alles wat daar aan vast zit te heet is geworden.
Met starten sluit de klep dan goed genoeg om compressie op te bouwen.
Bij belasting sluit de klep niet goed genoeg omdat de speling afneemt t.g.v. uitzetten van de klep. Maar of dit de oorzaak van van het probleem is kan men niet met stelligheid aannemen.

Beste zeiltechneuten,
Bedankt voor het meedenken en daarom hierbij de (waarschijnlijke) ontknoping van het verhaal. De bronzen lagerbussen van de tuimelaars waren zodanig versleten (ook scheef afgesleten) waardoor de klepspeling is gaan verlopen. De (hete) uitlaatklep bus was er het ergst aan toe, klepspeling verliep, klep werd nog heter en sloot uiteindelijk niet meer of te lang. Oplossing: Nieuwe overmaat (de tuimelaar as was ook lichtelijk afgesleten en onrond) bronzen lagerbussen in de tuimelaars laten persen en deze vervolgens pas laten maken op de tuimelaar as. Tuimelaarblok op cilinder gemonteerd, kleppen gesteld, tuimelaars rijkelijk in de olie gezet, starten. En ja hoor, daar werd die ouwe Farymann toch weer wakker. Heb me wel voorgenomen de kleppen vaker te controleren en deze - als het aloude kleppenoliemannetje- vaker te oliën.
Alle vintage Farymann zeilers: Succes!