O jee, heb ik een link geplaatst (van de handleiding) waar een fout in staat?
En ik dacht juist dat het wel een van de meer/betere uitgebreide probleemlijstjes was.
Een die ik zoek/ maken wil, omdat ik zelf, mijn erg magere kennis van dieselmotoren, sinds mijn zoektocht naar een platbodem waar veel oude beestjes instaan, aan het opvijzelen ben.
Het toeval wil dat de dochter van Kasper van Zuilenkom die veel over motoren in boten geschreven heeft een buurvrouw is en bij het horen van mijn zoektocht, spontaan met een stapel boeken, manuscripten en correctieversies aan kwam zetten. Hoe leuk en aardig is dat.
Zo vond ik een correctieversie over deze indirecte inspuiting waar hier ook vragen over waren die mij als onwetende erg verhelderend waren.
Nooit geweten dat een dieselmotor met wervelkamer niet koud kan starten zonder gloeibougie:)
Ik plaats met toestemming van haar wat delen hier.
Indirecte inspuiting
Hierbij wordt de brandstof niet direct in de cilinderruimte gespoten, maar in een
aparte ruimte die in open verbinding staat met de cilinderruimte. We onderscheiden motoren met "voorkamers" en motoren met "wervelkamers".
Een eencilinder Sabb met wervelkamer.
Aan beide typen ligt hetzelfde principe ten grondslag.
Als de lucht wordt samen geperst wordt ze door de vrij nauwe opening in de wervelkamer geperst. Deze wervelkamer is meestal kogelvormig. Daar de opening niet radiaal is geplaatst, zal de lucht dan ook in werveling komen tijdens het naar binnen stromen.
De brandstof wordt meestal loodrecht op de stroomrichting van de lucht ingespoten.
Door de werveling vindt er een goede menging plaats.
Zodra de verbranding een aanvang neemt, doet zich de situatie voor dat in deze kamer wel alle brandstof is ingespoten, maar niet alle lucht aanwezig is. Een deel van de lucht bevindt zich nog in de ruimte die in de cilinder is overgebleven. Een volledige verbranding in de wervelkamer is daar nog niet mogelijk.
Men zou het een soort voorverbranding kunnen noemen. Door de drukstijging in de wervelkamer worden brandende gassen wervelend de cilinderruimte ingeblazen. Hier vindt dan de verdere verbranding plaats.
Hoewel de compressieverhouding van deze motoren ca. 21:1 is, is een koude start niet mogelijk. De compressietemperatuur is daarvoor te laag.
Men kan zich afvragen hoe de koude start bij een dieselmotor met directe inspuiting en een lagere compressieverhouding dan 17:1 wel mogelijk is zonder hulpmiddelen.
Door het ontbreken van (wervel)kamers is het oppervlak van de compressieruimte bij deze dieselmotoren aanzienlijk kleiner dan bij een wervelkamermotor.
De samengeperste (en daardoor verwarmde) lucht heeft minder gelegenheid de ontvangen warmte af te geven aan de wanden. Tijdens het starten blijft de warmte beter bewaard. De temperatuur is daarom toereikend om de brandstof te doen ontsteken.
Bij de wervelkamermotor is dit niet het geval. De samengeperste lucht beschikt over een groter oppervlak om de warmte af te geven. Bij een koude start gebeurd dit dan ook, zodat de temperatuur aan het eind van de compressieslag ontoereikend is om de brandstof te doen ontbranden.
Er zal dus een kunstgreep nodig zijn om de motor te laten draaien. Deze kunstgreep bestaat meestal uit het toepassen van een gloeibougie. Dit is een goedspiraal die in de wervelkamer uitmondt en voor het starten van de motor gedurende ca 50 seconden wordt ingeschakeld. De ingespoten brandstof zal dan wel tot ontbranding komen.
----