Wij hebben een eiken jachtje uit 1943: 'Doffer' gebouwd door vd Stadt voor de fam. Duyvis. Gelukkig in uitstekende staat. Maar de verflagen op de romp zijn inmiddels zo dik dat ze barsten. Dus deze winter halen we de romp kaal en brengen we een nieuwe verfsysteem aan. We hebben veel research gedaan en ik heb mijn eigen contacten in de jachtbouw wereld aangesproken. Voor wat betreft het onderwaterschip zijn de meeste experts het wel eens: epoxy.
Ho, wacht even! Geen doodskleed.
Er worden heel goede resultaten geboekt met het aanbrengen van heel dunne epoxy primer op het blanke hout. De epoxy ligt niet op het hout maar dringt er in. Het is dus eerder impregneren dan schilderen. Daarom moet de epoxy ook dun als water zijn. De epoxy moet zo vaak worden aangebracht dat het hout zo veel mogelijk verzadigd is. Dat kun je zien door water op de romp te spetteren. Als het water niet meer in het hout dringt maar er in druppeltjes op blijft liggen is het verzadigd. Daarna kun je er een 'normaal' 1-component verfsysteem voor onderwaterschepen op aanbrengen. Het merk maakt niet zo veel uit, maar koop geen goedkope rommel. Experts zeggen dat de manier van aanbrengen meestal belangrijker is dan de kwaliteit van de verf.
Voor wat betreft het bovenwaterschip lopen de meningen uiteen. Zelf gaan we waarschijnlijk Coelan aanbrengen. Transparante verf om het fraaie eiken zichtbaar te maken. Duur spul. Maar na een laag of 10 heb je een elastische, bijna niet kapot te krijgen laag van een 1mm dik op de romp. Net rubber, maar dan transparant. Naar verluid hoef je er jaren niet naar om te kijken. Ik heb het gezien op antieke schepen en zelfs na 5 jaar ziet het er nog prima uit. Niet zo mooi blinkend als vernis, maar voor de romp is dat ok. Het enige 'nadeel' is dat het er heel moeilijk weer af gaat. Dus als je het eenmaal gebruikt zit je er aan vast.
Over de naden kan ik weinigs zinnigs zeggen. Die zijn bij ons gelukkig prima, de boot maakt vrijwel geen water.