Joop66 schreef :
H700 schreef :
Misschien heb ik de vraag niet goed gesteld:
Het gaat om gebruik van louter papier, potlood en papieren kaart.
Ik ga uit van het gebruik getijdentabellen en de stroomkaarten. (Heb de HP33 en Reeds)
Maar kan het zonder?
Maar ik heb het denk ik al gevonden:
Dit kun je ook doen obv een getijdekromme, lineair interpoleren met de 1/7e regel dus.
Als ik dus geen HP33 heb maar alleen de wiebertjes in de zeekaart kan dat.
topic mag dicht.
Je conclusie is dus dat je interpoleert tussen verschillende ruiten die er omheen zitten?
Doe eens een voorbeeld berekening voor bijv een overtocht naar UK, en ZW wind?
Voor een overtocht op een bezeilde koers is zo'n berekening niet interessant. Dat heeft Albert 45 al uitgelegd. Tenzij je (alleen op basis van papier, potlood en papieren kaart) te allen tijde een positie wil kunnen bepalen.
Het wordt bij navigeren op gegist bestek (want daar heeft H700 het over, geloof ik) pas interessant op het moment dat je wilt gaan opkruisen en toch een beetje wilt bijhouden waar je uithangt.
Op zee maak je lange slagen van een paar uur. In die tijd varieert de stroom in snelheid en richting.
Je 'verheid' bepaal je met je log.
Je vaart op een bepaalde kompaskoers.
Met die gegevens ga je 'stroomkavelen'. Google weet nauwelijks meer wat dat is, maar vijftig jaar geleden waren daar nog speciale vellen voor in de handel, met daarop een kompasroos en diverse ringen voor de afstand/snelheid. Daar kon je op uitzetten wat de stroom, van uur tot uur, deed qua richting en snelheid, over een bepaalde tijdsspanne. De gegevens daarvoor komen uit die ruitjes op de kaart. Meestal ontstaat er een samengestelde lijn, bestaande uit een aantal segmenten, die samen een kromming laten zien. Je kan het ook gewoon op een velletje papier doen, met behulp van een gradenboog en een passer.
Een rechte lijn van het begin naar het eind van die kromme is de resultante van de stroom over de tijdsspanne in kwestie, je hebt voor die periode een gemiddelde richting en snelheid.
Die resultante kun je weer verrekenen met je verheid en kompaskoers. Met, als je het netjes doet, daar ook nog variatie en de deviatie van het kompas in verdisconteert. En de drift, niet te vergeten.
Snap je het nog?
Anders moet Albert het maar wat helderder uitleggen. Die heeft die stroomkavelkaarten, waar ik het over heb, misschien nog wel gebruikt. Wij vonden ze in de jaren '70 nog wel eens op sloopschepen, die bij de scheepssloperijen bij Hendrik Ido Ambacht voor de wal lagen.
Aanvulling: zie voor een uitleg met plaatjes
Zeezeilen van W.P. Coolhaas, 2e herziene druk, 1979.
Op pagina 182 staat een voorbeeld van zo'n
plotvel met die samengestelde lijn waar ik het hierboven over heb.
Wat een gedoe. Dat hoeft allemaal niet meer.
Weet je wel direct waarom tegenwoordig, met GPS en kaartplotter, iedere jodocus wel naar Engeland durft te zeilen..