Smooth Operator schreef :
Vroeger hadden ze geen stuurautomaat. En moesten ze ook plassen...
Vroeger was vroeger. Als je ver genoeg terug gaat konden ze niet eens aan de wind zeilen.
Standaard voor bijliggen is inderdaad fok bak en grootschoot iets vieren en vastzetten. En roer in de oploefstand (helmstok naar lij) fixeren. Zo ontstaat als het goed is een evenwicht, waarbij de boot weinig vaart maakt en beperkte helling. Wel zorgen voor wat ruimte aan lij.
Werkt niet even goed voor elke boot, even proberen dus wat voor jou werkt. Je zult versteld staan van de rust en je hebt beide handen vrij.
Ja dat is allemaal wel duidelijk. Maar waar het eerder om ging was: het door jou gepropageerde bijliggen om te reven.
Als je kijkt naar het plaatje van Sjetonneke, een paar potsen terug, dan zie een bijgelegde boot waar duidelijk nog druk in het grootzeil staat. Zonder druk in het gootzeil draait de boot weg naar lij.
Mijn punt was dat reven tijdens bijliggen niet werkt of maar moeizaam werkt. Met druk in het grootzeil komt het namelijk niet of heel zwaar naar beneden.
De meeste schippers zijn veel te bang om hun roer los te laten. Wat gebeurt met jouw schip als je (onder zeil) je roer laat gaan? Tien tegen een dat de boot oploeft en rustig met klapperende zeilen aan de wind blijft liggen (ook een soort van bijliggen).
Dat werkt op een plas met weinig golfslag en niet teveel wind. Of de boot minutenlang zo blijft liggen is op ruwer water maar helemaal de vraag. Je vergat er overigens bij te vertellen dat je dan met name de grootschoot zo ver mogelijk moet opvieren (giek naar buiten duwen, bij wijze van spreken) anders gaat de boot toch weer zeilen terwijl jij op het voordek met het voorzeil bezig bent..