Onderwerp: ...muggen waren er weer op het ijsselmeer

Maandag weinig wind en hup daar waren ze weer,mijn gevleugelde vriendjes in grote getallen.
Zijn ze niet uit te roeien ?

Vliegjes ipv muggen Maar blijft irritant idd. Niet alleen IJsselmeer, op al; het zoete water. Kwam afgelopen week terug vanuit Zeeland met de boot: zodra je dan het Volkerak op komt merk je direct het verschil: vliegjes in je gezicht ipv niks van dat op de Oosterschelde..

Het vreemde is dat het vooral op het IJsselmeer is. Op het Markermeer speelt dit nauwelijks. Maar daar heb je weer de waterplanten die je op het IJsselmeer weer niet hebt.

peter1 schreef :
Ja,

1)afsluit- en houtribdijk openzetten en er weer zout water van maken..
Of
2) windmolens harder laten draaien


JB

Zonder insecten kunnen wij niet leven. Een insectenplaag valt mee zolang je je mond maar gesloten houdt.

Ik heb wel eens gehoord dat die vliegjes favoriet zijn op het menu van libellen, en daar is dan juist weer een gebrek aan.

SaltyKiss schreef :
Goede tocht gehad?

XanderB schreef :
Ik heb vorige week er ook op het Markermeer enórm van genoten.

Blijft elk jaar om dezelfde tijd weer een last. Vooral met zeilen opdoeken. Ik doe het dan maar tegen de wind in, een beetje harder op de motor varend om ze niet tussen het doek te krijgen. Ook de zeilhuik gaat er dan al varend maar vast op, want stilliggend in de haven zit het gelijk weer vol. Mijn steigerburen zullen wel denken: die zeilt ook nooit….. Groeten, Rock’nRoll

Evaluationcopy schreef :
Was leuk (en heerlijk weer; maar ivm te weinig wind gemoterd, de temperatuur & stralende zon maakte veel goed )

Wij reden vorige week, toen er niet veel wind stond, 2x heen-en-weer over de Houtribdijk, en dan zie je bij de stukken met wat meer planten erop echt enorme zwarte wolken vliegjes/mugjes hangen. En die vliegen net zo goed naar het noorden als het zuiden, dus op het Markermeer zijn ze ook zeker wel…

lc.nl/friesland/Muggenplaag-zo...%80%99-23164636.html


JB

escapade schreef :
Haha, insecten zijn over het algemeen nuttige beestjes. Maar muggen zijn toch wel een beetje vooral @#€-beesten.
Over een paar jaar is hier weer gewoon gele koorts, west Nijl en zika, door onze vliegende vriend de tijgermug…maakt niet uit of je jouw mond gesloten houdt hoor, steken doet ie toch wel
5 muggensoorten zijn verantwoordelijk voor een miljoen doden per jaar (verspreiden van virussen)…

Maar goed, de mug is verder wel een interessant beestje: dit is een echt leuke podcast, met allerlei nutteloze weetjes over de mug, en over vruchteloze pogingen van de Mensch om ze uit te roeien:

www.nporadio1.nl/podcasts/docs/61149/43-nul-muggen

Uit een bericht van Rijkswaterstaat over de ‘Zuiderzee mug’

Wij muggenlarven zijn een lekker eiwitrijk hapje voor kreeftachtigen en vissen zoals de brasem. Zodra ik me ontpop tot een echte mug, ben ik belangrijk voedsel voor vogels zoals de zwarte stern en voor vleermuizen zoals de meervleermuis. Deze beschermde soorten gebruiken ons als brandstof. Wij bieden ze voldoende reserves voor hun trektochten van soms wel 10.000 km.

Dus: elk nadeel heb z’n voordeel. Ander voordeel is dat de muggenlarven alleen gedijen in waterkwaliteit van goede kwaliteit. De muggenlarven sterven in vervuild water met zware metalen. Dus wil je de zwermen muggen uit willen roeien moet je doorgaan met het vervuilen van het milieu.

Leuk om weten dat het een zelfoplossend probleem is, zoveel mogelijk motoren dus! (Blijven de zeilen ook netjes wit)

Het is elk jaar weer hetzelfde verhaal over die muggen.
Maar omdat geheugens kort zijn, kopieer ik elk jaar mijn uitleg over dit fenomeen.
Lees maar:


Muggenplagen en palingsound

Al een paar keer is de vraag gesteld waarom die muggenplagen optreden.
Nou, dat hangt allemaal samen met de Volendamse paling-sound.

-Huh??!!??-

Kom er even bijzitten, dan vertelt opa weer een verhaaltje.

Midden in het lage landje lag een prachtige zee-arm, de Zuiderzee. Deze ondiepe zee was onvoorstelbaar rijk aan vis: grote scholen haring en ansjovis zwommen af en aan; wijting, dikke bot, garnalen en allerlei andere creaturen waren door de twee Scheppers (de protestantse en de katholieke) zó rijk rondgestrooid in dit water dat de duizenden vissers hun netten goed konden vullen.
In de paaitijd was de Knar, een ondiepte voor Harderwijk, zó rijk aan viseitjes dat het water op gelei leek; boeren schepten hun bootjes vol om hun land ermee te bemesten. De zeehonden zwommen met open muil rond en vulden moeiteloos hun vette pensen.

Iedereen was gelukkig en deed waar-ie goed in was.
De Volendammers waren vooral goed in het vangen en verhandelen van garnalen. Rond 1860 brachten ze hun vangsten vooral naar Amsterdam, soms wel een paar honderd ton (!) per nacht.
Ze vingen ook wel wat paling, maar daar deden ze niks mee. Die leek immers op de slang uit het Paradijs, zo glibberig, zo duivels. De katholieke Schepper vond het niet goed als ze die paling op zouden eten, tenminste, dat zei Zijn aardse Volendamse boodschapper.

Helaas besloot een van de Scheppers (er wordt nog steeds gediscussieerd welke van de twee, de Katholieke of de Protestantse) dat de zaak eens goed opgeschud moest worden. Hij zorgde in 1916 voor een heftige noordwester, waarbij dijken braken, landerijen overstroomden, mensen en vee verdronken en botters werden versplinterd. Het was zo erg, dat het zelfs hare majesteit behaagde om de catastrofe in ogenschouw te nemen.

Meneer Lely (die man waar later een dorp naar vernoemd is dat hardnekkig “stad” wordt genoemd) was het niet eens met deze Schepper en besloot om zelf ook schepper te worden.
En zo schiep hij de Afsluitdijk, die met een beetje hulp van zijn vrienden in 1932 klaar was.

Het rijke zoute water veranderde al gauw in een brakke poel, waar vissen, garnalen, zeehonden en schelpdieren in stierven.
De vissers vingen bijna niks meer. Maar dit stilstaande, verzoete water vol met organisch materiaal bleek een waar paradijs te zijn voor muggen.
Het water was niet meer dik van de paaiende vissen, maar van de muggenlarven: er dreef regelmatig een dik tapijt van die larven op het stinkende water terwijl de hemel verduisterd werd door zwarte wolken insecten.

En zie: dankzij de nieuwe schepper profiteerde de duivel (die van de Volendamse Schepper): er ontstond een explosie van de palingstand. Die palingen konden zich onbeperkt volvreten met muggenlarven: voor hun was dit het paradijs.

De Volendammers krabden zich eens op het hoofd, want daar hadden ze nu alle tijd voor omdat er geen garnalen meer waren om te vangen.
Toen ze klaar waren met krabben kregen ze een visioen waarin ze die duivelse palingen vangen en voor veel geld verkopen aan heidense toeristen. Met al dat geld zouden ze hun eigen Schepper kunnen eren, en dan hielden ze nog genoeg over om er zelf rijk van te worden, grote lelijke huizen te bouwen en afschuwelijke nieuwe liedjes te zingen.
En zo geschiedde.

Dus dankzij meneer Lely zitten wij nu opgescheept met muggenwolken, wouden van waterplanten, een lelyk dorp (dat nog steeds stad genoemd wordt), en tot overmaat van ramp: de palingsound.

Naschrift: dit verhaal berust op feiten die heel erg vrij geïnterpreteerd en geromantiseerd zijn. Er kunnen geen rechten aan ontleend worden, ook niet door Volendammers en Urkers.

Berghout leuk verhaal en een parallel waar het misgaat door menselijk ingrijpen. Als je het groter trekt was de gelukkigste periode van de mensheid de periode dat de rechtop lopende mens een jager verzamelaar was. Omdat het een nomadenbestaan was waren teveel bezittingen overbodige ballast. Het dieet was gevarieerd iedere dag at je wat er voorradig was.maat konijntjes of bessen. Je was fit omdat je af en toe moest rennen voor je leven. De groep zorgde voor elkaar. Degene die niet meer fit was ging op tijd dood. De wereld was vol met wild gevogelte en bessen en fruit. En er waren niet teveel mensen. Werktijd een paar uurtjes per dag.
De overbevolking, ziekten, oorlogen, roddel en achterklap, kwam nadat we hekjes gingen plaatsen rondom akkerlanden en veehouderijen. We moesten ons dood werken om de aardappelen in en uit de grond te krijgen en als er ziekten kwamen in het gewas gingen we massaal dood.
Daarna de industriële revolutie waar alleen een kleine rijke bovenlaag gedijde. De rest kinderen, vrouwen en mannen werkten zich dood in een ongezonde omgeving.
En nu denken we nog steeds zielsgelukkig te zijn. Acht uur werken per dag en de zzp’ers onder ons twaalf uur en meer. Maar de happy few heeft een plastic zeilbootje met een veel te dure ligplaats. Af en toe wordt de oversteek gemaakt naar de Engelse overkant. Te bereiken in een of twee doorwaakte nachten. Aan de overkant wordt lauw bier gedronken en bijgeslapen. En daarna zo snel mogelijk weer terug, want aan de overkant wacht weer het werk. Vaak is het koud op zee, ben je nog niet uitgerust en moet je een beetje poepen. We hebben het goed. Soms denk ik was ik maar een Zuiderzee vliegje. Met een beetje geluk hapt een Sterntje je uit de lucht en vlieg je weg van de waanzin…

Leuk.

@ Berghout. Aha dus zó zit het.
Ik heb altijd al iets gehad tegen Lely, die lelijke zeilwatervernietiger.
Dat de palingsounders medeplichtig waren aan deze wandaden wist ik nog niet, dus wéér wat geleerd.
Mijn dank voor wederom een educatief epistel.

XanderB schreef :
Afgelopen maandag was het ook op het Markerweer flink raak.

Leuk verhaal .