3Noreen schreef :
Zoals gebruikelijk heb ik een ander idee hierover. De voorspanning moet zodanig zijn dat bij maximale belasting bij het zeilen de voorspanning aan lij "opgebruikt" wordt. Hierdoor gebruik je de dikte en sterkte van je verstaging optimaal. Span je de zaak meer aan dan dat is dat gewoon extra belasting op je boot en verstaging die nergens goed voor is. Alleen maar vroegtijdige slijtage veroorzaakt.
Hoe krijg je dit voor elkaar ?
Je zet je mast op de boot zodanig dat die goed staat. Aan stuurboord en aan bakboord even lang. Mastbuiging zoals je hem wit hebben.
Potvolblomme 3, zijn we t gewoon eens helemaal, zonder voorbehoud, met elkaar eens!
Aanvullend:
Waarom wil je aan lij de voorspanning (net) behouden? Zolang die er is, werkt ook de lijstag mee aan de stijfheid van de mast. Uiteindelijk bepaalt de mast voor een flink deel de zeilvorm. Stijfheid staat gelijk aan controle daar over.
Hoe werkt de lijstag daar aan mee? Bij invallen van een vlaag, snapt iedereen dat er kracht op de loefstag komt. Immers: die houdt de mast omhoog, en weerstaat de vlaag. Maar die heeft een slapte. Daardoor rekt die wat uit, en de masttop verplaatst. Daardoor vermindert de kracht in de lijstag. Die Krachtvermindering werkt het zelfde uit als een kracht vermeerdering in de loefstag.
Op die manier maakt het uitwisselen van voorspanning het hele tuig stijver. Maar dan moet er wel voorspanning zijn! Als die er niet is, scheelt het zomaar een factor 2 in effectieve stijfheid.
Over wat nu de optimale voorspanning is: Ik heb daar eens op gezocht en er lijkt vooral heel weinig echt onderzoek gedaan naar de link tussen stagspanning en performance. Het enige wat ik toen kon vinden was een afstudeerrapport uit Australie waarbij iemand tijdens een eenheidsklasse race met verschillende stagspanningen is gaan spelen. De resultaten leken er op te wijzen dat de stagspanning ook weer niet al te hoog moet zijn.