Voor het IJ geldt BPR
Artikel 9.04. Kleine schepen
Op de in , vermelde vaarwegen mag een klein schip slechts varen
indien het is voorzien van een motor die voor onmiddellijk gebruik gereed is, en waarmee
een snelheid van ten minste 6 kilometer per uur ten opzichte van het water kan worden
gehandhaafd.
1 bijlage 15, onder a
Op de in het eerste lid bedoelde vaarwegen, met uitzondering van de Waal, de Boven-
Rijn, de Geldersche IJssel, de Neder-Rijn en het Pannerdensch Kanaal, moet een klein
schip zo veel mogelijk aan de stuurboordszijde van het vaarwater varen.
2
Op de in het eerste lid bedoelde vaarwegen is het niet toegestaan het vaarwater op te
kruisen.
3
Het in het eerste lid genoemde verbod, is op de daar bedoelde vaarwegen, met
uitzondering van de vaarweg ten westen van de sluizen te IJmuiden, niet van toepassing
op schepen die bestemd zijn om door spierkracht te worden voortbewogen en ook
daadwerkelijk als zodanig worden gebruikt.
4
Op de vaarweg ten westen van de sluizen te IJmuiden kan de bevoegde autoriteit aan in
het vierde lid bedoelde schepen ontheffing verlenen van de in het eerste lid vermelde
vereisten. Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.
5
Op de in , genoemde vaarwegen moeten een varend en een geankerd
klein schip bij slecht zicht een goed functionerende radarreflector voeren.
Ja het mag, moet je het ook willen?