Floaten… of toch met beide voeten op de grond
‘Float charging’ is een begrip uit de loodzwavelzuur accu technologie maar overal waar accu’s worden gebruikt wordt dit begrip naar voren geschoven om accu’s lang buiten gebruik te hebben en het effect van zelfontlading te compenseren.
Zelfontlading komt voor bij bijna alle soorten galvanische cellen, de enige die er veel minder ontvankelijk voor zijn, zijn de Lithium batterijen en -accu’s. Een ouderwetse kool-zink batterij is een jaar na fabricage helemaal leeg. De modernere alkaline batterijen houden het niet meer dan 3 jaar vol en zijn dan leeggelopen. Een loodzwavelzuur accu kan maximaal 3 jaar ‘op de plank’ staan als deze geheel geladen is weggezet. Loodzwavelzuur accu’s sulfateren als ze worden ontladen, maar ook als zij worden ‘zelfontladen’ en een door zelfontlading leeggelopen accu is meestal onherstelbaar beschadigd. De eerste NiCad accu’s waren berucht om hun zelfontlading. Met de introductie van de NiMH accu’s werd een flinke verbetering bereikt op het gebied van zelfontlading.
Lithium batterijen zoals die op moederborden voor computers worden gebruikt, gaan heel lang mee (10 jaar is geen uitzondering). Nu hoeft zo’n knoopcel geen enorme vermogens te leveren dus als je van het stroomverbruik uitgaat zou de cel ook inderdaad wel 10 jaar mee kunnen gaan. Ga je uit van de zelfontlading dan zou bij 5% zelfontlading de Lithium knoopcel met het normale verbruik ingerekend, in 5 tot 6 jaar leeg moeten zijn. Dat zijn ze meestal niet en de recycling moet de cellen van de moederborden halen voordat deze kunnen worden verwerkt omdat ‘sluiting’ van deze kleine cellen een grote brand kan veroorzaken. De Lithium batterijen kennen nauwelijks zelfontlading.
Herlaadbare Lithium ion cellen hebben vergelijkbare eigenschappen en hebben iets meer zelfontlading dan de lithium knoopcellen. Desondanks kan de moderne Li-ion cel -van welke technologie dan ook- kan 5 jaar ‘op de plank’ staan en nog steeds geladen zijn.
Float charging is het doorlopend toevoegen van een klein beetje lading om de zelfontlading te compenseren zodat de accu zijn lading behoudt en na de gebruikspauze weer voor 100% kan worden ingezet. Heeft een accu geen zelfontlading of heel weinig zelfontlading, dan is ‘floaten’ niet zinvol.
Float charging werd populair door de NiCad accu’s omdat deze een hoge mate van zelfontlading kenden. De beste methode was de NiCad geheel te ontladen en dan weg te leggen om deze dan voor gebruik weer op te laden. Dan had je nooit een opgeladen accu paraat en dat kwam niet goed uit. Zette je de accu in een druppellader dan had je wel een volle NiCad accu ter beschikking.
Loodaccu’s kennen ook zelfontlading alleen niet in die mate waarin dit bij NiCad accu’s voorkomt. Hier komt bij dat een ontladen loodaccu kapot gaat en dat de ‘leegstand’ uiteindelijk een nieuwe accu gaat kosten. In dit geval is ‘floaten’ een bescherming van de investering naast het onmiddellijk gebruiksklaar houden van de accu.
Li-ion herlaadbare cellen kennen nagenoeg geen zelfontlading en ‘floaten’ is niet nodig om de accu gebruiksklaar te houden, tenzij de accu een gebruiksfrequentie heeft van eens in de 4 jaar. Let wel, doorlopende monitoring van de accu betekent ook een doorlopende stroom/lading afname van de accu en doet zich voor als ‘zelfontlading’, maar is dit niet in de ware zin van het woord.
Li-ion accu’s zijn gevoelig voor ‘overladen’ en het aanbrengen van een float charge op een volle Li-ion accu is gelijk aan overladen. Of de accu hier last van heeft wordt geheel bepaald door de laadstroom die bij het ‘floaten’ wordt gebruikt. Is die stroom 0, dan is er geen sprake van het toevoegen van lading aan de accu en kan de accu niet worden overladen. Om te spreken van ‘float charge’ moet er lading aan de accu worden toegevoegd. De accu ‘op spanning houden’ zonder dat er stroom loopt en er lading wordt aangebracht, is geen ‘float charging’ en kan de accu ook niet overladen.
Het aanleggen van een float charge is een overblijfsel van de NiCad en NiMH en de Loodzwavelzuur accu’s. Het gebruik van een ‘float charge’ ligt ook vast in ons gedrag als pleziervaartschippers. We komen zaterdag morgen op de boot en we willen na het innemen van de victualie meteen van wal steken, want het weekend duurt maar twee dagen en dat willen we ten volle benutten. Wat we zeker niet willen is wachten totdat de service accu ‘vol’ zit en dus wordt deze sinds de vorige vaart direct na aankomst ‘gefloat’, dan kunnen we meteen de haven uit en aan het weekend op het water beginnen.
Voor Li-ion accu’s geldt: ‘laat ze vol achter, dan zijn ze nog steeds vol als je weer terugkomt’ en dat is voor de doorgewinterde loodaccu gebruiker geheel tegen de haargroeirichting in.
Het kan nog erger, je laat de accu ‘half leeg’ achter en gaat na het weekend zorgeloos naar huis. Bij een doorgewinterde loodaccu gebruiker kan dit aanleiding geven tot een insult, bij andere ‘loodaccuschippers’ wordt je uitgemaakt voor onverantwoordelijk of een zorgeloze gek. Zij zijn zo gewend dat er iets in het vat moet zitten en dat dit vat ook helemaal vol moet zitten, dat dit niet in hun denkwijze voorkomt of zelfs kan voorkomen.
Is dit onverantwoordelijk? Een zeilschipper uit Workum:
“Met de loodaccu’s deed ik ongeveer 6 jaar. Ze zaten altijd aan de lader als ik ‘binnen’ was en ik voer altijd met volle accu’s uit. Nu met de Li-ion accu’s leg ik deze niet meer aan de lader, maar als ik weer op de boot kom zijn deze niet merkbaar leger! Voordat ik bij Kornwerderzand aankom -dat stukje vaar ik meestal op de motor- zijn de Li-ion accu’s weer helemaal vol en dat komt niet door de zonnepanelen, want die heb ik niet. De acculader voor de nieuwe accu’s gebruik ik alleen na zonsondergang als de kajuitverlichting en de koelkast aanstaat. Tot nu toe is eigenlijk de motor voldoende om de accu’s vol te houden en hoef ik de accu’s maar zelden te laden.”
Kan ‘float laden’ kwaad?
Bij loodaccu’s niet echt. Een loodaccu heeft zelfontlading en met een goed ingestelde float lader geeft net zoveel lading af als de accu aan zelfontlading verliest.
Wat als de ‘float lader’ voor de loodaccu te laag staat afgesteld? Dan komt er minder lading binnen dan dat er met de zelfontlading verdwijnt. Dat is nog altijd gunstiger dan zonder float lading de accu te laten staan.
Wat als de ‘float lader’ te hoog staat afgesteld? Dan wordt de accu warm en verdampt er elektrolyt en daarnaast ontstaat elektrolyse van het elektrolyt. Het knalgas dat nu ontstaat heeft maar een kleine vonk nodig om te ontploffen en een accubrand te veroorzaken.
Met een hoge float charge help je een onderhoudsvrije loodaccu naar een vroegtijdig einde, want je kunt het verdampte elektrolyt niet aanvullen. (ja, daar zijn wel wat truckjes voor, maar dat valt niet onder de normale omgang met loodaccu’s, dat is meer ‘Zen en de kunst van accuonderhoud bij onderhoudsvrije accu’s’).
Bij Li-ion accu’s kan het wel kwaad! Zij hebben nauwelijks zelfontlading en zodra de accu ‘vol’ is wordt deze door de ‘float lading’ overladen. De cellen worden warm en het elektrolyt vergast en de druk in de accu wordt zo hoog dat deze bol gaat staan en in enkele gevallen zal het gasvormige elektrolyt worden ‘afgeblazen’ via een veiligheidsklep. Bij enkele soorten Li-ion accu’s is het elektrolyt brandbaar en het door de temperatuursverhoging gevormde gas is dat ook. In deze situatie is een klein vonkje genoeg om de accu te laten ontploffen en een accubrand te veroorzaken.
‘Float lading’ van in serie geschakelde li-ion cellen is reden voor de z.g. ‘onbalans’ in de celspanning van de samenstellende cellen. Door de serieschakeling van de cellen krijgen deze te maken met dezelfde laadstroom. De cellen met de laagste capaciteit zijn dan het eerste ‘vol’. De laadstroom blijft gelijk en de reeds ‘vol geladen’ cellen worden ‘overladen’, hun elektrolyt gaat ‘vergassen’ door de hoge temperatuur in de cel en er ontstaat ‘sudden cell death’. Het gebruik van een balancer/limiter voorkomt dit omdat deze de spanning over de individuele cel begrenst. Alle beschrijvingen van ‘sudden cell death’ zijn bij cellen in serieschakeling, die niet zijn gecontroleerd op identieke capaciteit en niet worden beschermd door balancer/limiters.
Een andere mogelijkheid is het gebruik van een lader per cel die is begrensd op de maximale celspanning, dit is vergelijkbaar met de werking van een balancer/limiter bij het laden van cellen in serie. Een volle cel kan dan niet worden overladen omdat er geen voldoend hoge spanning voor wordt afgegeven.
“Maar dat is dan toch ‘floaten’?” Nee dat is het niet. Er loopt bij die spanning geen stroom meer door de cel en dat is nodig om lading binnen te brengen en de cel eventueel te overladen.
“Kun je de cel ‘eeuwig’ op die spanning houden?” Daar heeft het alle schijn van, maar dat is nog niet uitgeprobeerd. Natuurkundig betekent ‘geen stroom’ ook geen lading (= stroom x tijd) maar ook geen vermogen (= stroom x spanning). Geen vermogen betekent geen warmte en daarmee ook geen vergassen van het elektrolyt en geen druktoename in de cel. Geen warmte betekent geen temperatuurtoename en geen brandgevaar en geen ‘sudden cell death’.
Ik ga het testen. Ik heb een standaard installatiebehuizing voorzien van een koelblok van ‘koninklijke omvang’ en de kast aan de rugzijde voorzien van een venster. Om de IP76 classificatie niet meteen helemaal te ondermijnen, heb ik het koelblok met MS Polymeer lijm/kit achterop de kast vastgemaakt.
Koelblok op de rug van een installatiekast.
In de kast zit verder een rails met rijgklemmen zodat het printje met de converters onafhankelijk kan worden aangesloten. Het printje wordt met de converters tegen het koelblok gemonteerd zodat de ontwikkelde warmte goed kan worden afgevoerd.
Kast met rijgklemmen en de converter print.
De converters ‘slaan af’ bij een te hoge temperatuur en daarmee is koeling niet noodzakelijk, maar de converters blijven langer in bedrijf als de ontwikkelde warmte wordt afgevoerd.
Er wordt een 4 x 72Ah LFP accu aangesloten op vier 30W Mornsun converters. De converters worden ingesteld op een vaste uitgangspanning van 3,4V. De Mornsun converters worden gevoed door een 15V SMPS die oorspronkelijk werd gebruikt voor een LCD monitor. De stekker gaat in de wandcontactdoos ‘and now we wait’. Eén maal per week worden de celspanningen gemeten en genoteerd. Dan wordt de accu ‘van de lader’ gedurende een half uur belast met een 55W halogeen lamp (hierbij wordt 4,5A x 0,5h = 2,25Ah aan de accu onttrokken). Daarna worden de celspanningen weer gemeten en genoteerd. De accu krijgt een week de tijd om weer op te laden.
Foutcondities:
-De accu kan in een week niet meer geladen worden tot de oorspronkelijke 3,4V per cel of 13,6V voor de gehele accu. (het oplaad/ontlaad rendement is dramatisch verslechterd.)
-De cellen hebben een onderling spanningsverschil van meer dan 100mV. (Er is een zeer groot verschil in celcapaciteit ontstaan.)
-Er staan cellen bol of er zijn cellen via het veiligheidsventiel ‘ontgast’. (Er zijn cellen overladen en er is ‘Sudden Cell Death’ opgetreden.)
De test start 1 december.
“Mesdames et messieurs, faites vos jeux!
Rien ne va plus”
de centen zijn niet meer van u!
Jullie kunnen inzetten op de uitkomst, maar niet bij mij, dan is het illegaal gokken en daar doe ik niet aan.
Gaat dit goed, dan betekent het dat LFP accu’s, die met een individuele cellader worden geladen gedurende de tijd tussen 2 vaartochten op die cellader aangesloten kunnen blijven op de walstroom en vol zullen ‘staan wachten’ op de volgende afvaart. Is dit nodig? Niet voor de LFP accu’s, wel voor de loodaccuschippers die niet van hun oude gewoontes af kunnen komen.
Verder zou dat ook betekenen dat een zonnepaneel blijvend op de installatie kan worden aangesloten, want de cellen kunnen niet worden overladen. Mooi toch? Je stapt zondagavond van de boot af en als je vrijdag weer aan boord komt, zit de accu weer vol. Nou, ja dan moet je niet vergeten hebben de kajuitverlichting uit te doen en de marifoon af te zetten.
“En de koelkast!” Nou dat hangt er vanaf, een koelkast die goed is geïsoleerd en niet wordt geopend, gebruikt maar heel weinig vermogen. Heb je voldoende vermogen aan zonnepanelen ‘op het dak’, dan kan de koelkast gewoon ‘aan’ blijven. Kom je vrijdagavond laat aan boord en je vraagt “Schat, staat de Bokma koud?” Dan zou je als antwoord kunnen krijgen: “Ja en je vreten ook!”
Groeten, Peper.