Onderwerp: Tips voor sneller zeilen IOR boot

Wij varen met een Elvstrom Cruiser (32ft). Dat is een IOR boot met een bolle buik. Zijn er specifieke tips om sneller met dit soort schepen te zeilen ( bedoel dus niet trim, gewicht, e.d.) ? Wij varen bij een windkracht 4 aan de wind ca. 5,5 knopen, halve wind max. 6,3 knopen. Wij zitten aan de lijkant om de waterlijn zo lang mogelijk te maken. Grootzeil is ca. 16 m2 (6 jaar), de genua ca. 30 m2 (nieuw, Hagoort). Op de foto’s is de oude genua,ca 27 m2. Sw cijfer is 101.

Vergelijk dat eerst eens met een polar. Dan weet je ongeveer waar je staan en wat er nog te winnen staat.
Bij 4bft gaan wij wel wat harder met 28ft en G1, klapschroef en schoon ows, maar niet veel.

Begin s met aan loefzijde te zitten. Voor de lengte waterlijn is het niet nodig om aan lij te zitten. De boot zal harder lopen doordat meer vd wind omgezet wordt in voorstuwing.

De IOR ontwerpen moesten toch redelijk op 1 oor gevaren worden zodat door de bolle buik de waterlijn verlengd werd?

Er zijn plenty boten ( van der Stadt ontwerpen) die je vrij rechtop moet varen, en anderen die dus perse helling nodig hebben.

Er staan meetbrieven in de database bij ORC.ORG van diverse Elvstrom 32's .
Hierbij eentje als PDF waar ook alle target speeds in staan, eentje met 32 m2 Genua.
Daaruit een stukje polar hieronder.
Er zijn ook de Speed Guides beschikbaar bij ORC.ORG (voor 50 euro). Daar staan ook de optimale hellingshoeken in.
Het principe is natuurlijk zo rechtop dat (bij juiste trim) de roerdruk minimaal is.
Het is geen knikspant, dus op zijn kant varen voor een kleiner nat oppervlak lijkt me niet nodig.

Je meldt snelheden bij windkracht 4. Dat is te grof, de wind moet in knopen met 1 kts precisie.

5.5 kts aan de wind?
Is dit hoog aan de wind of 50 graden aan de wind.
Aan lei zitten met 4 bft?
Lijkt mij niet de bedoeling. Ior scheepjes hebben idd wat meer helling nodig om van de formule gebruik te maken, maar meer dan 20 graden lijkt me niet nodig. Roerdruk is hier je graadmeter.
Halve wind is een buitenschoot het trucje

Dank voor de antwoorden. Ik heb helaas geen windsnelheidsmeter aan boord, dus kts precies aangeven gaat niet. De genoemde snelheden zijn hoog aan de wind ( max. haalbaar) Het is de versie met 1,50 mtr diepgang. Ik moet zeggen dat als we (hoog) aan de wind varen er nagenoeg geen roerdruk is, bij halve wind wel.

Nagenoeg geen roerdruk heb je ook als je te hoog vaart....

Speedy Mike schreef :
Dan heb je halve wind teveel helling. (aannemend dat de trim klopt).

Ah! Hier kan ik een goede avond over volkletsen!

Zo veel tips. Die passen niet op een forum

Ga dan maar niet duelleren straks...

Anjo schreef :
Die bolle buik was er om gunstig in de rating te vallen, daarmee verleng je de waterlijn niet, maar maak je hem juist breder. Iets helling is voldoende om de loefbuik uit het water te tillen. Meer helling maakt hem alleen maar nog meer assymetrisch (geeft roerdruk).

IOR designs hebben vaak wat overhang en daardoor een korte waterlijn.
Onze Contessa 32 heeft een waterlijn van 24(!) voet bij een lengte van 32 voet totaal. Voor de wind rechtop met spi wordt je dus ingehaald door 28 voeters. Door af te kruisen ga je al sneller.
Zodra dit schip wat wind heeft en wat heling waardoor de waterlijn langer wordt gaat ze echt vandoor.
Dus (op mijn volgorde) trim,schoon ow schip en recente zeilen zijn nodig om snel te gaan. Daarnaast verstand hebben van trim is de volgende stap. Continue trimmen, dus handen aan de schoot scheelt zo een knoop gemiddeld.

Mijn verkorte visie:

Alles wat je bij iedere boot doet om hard te gaan: klapschroef, superglad ows, voldoende stagspanning goed trimbaar tuig etc.

De kunst is een #1 te voeren. Zeker tot 18 knopen. Liever een rif in gz. #2 enkel als je verstaging daar smal genoeg voor is.

Ik voert twee #1 genuas; een licht en een zwaarweer.

Hoogte haal je uit je grootzeil, leer je boot kennen. Mijn boot vaart hard en hoog met de overloop lager dan je zou verwachten en de loeftelltales sterk omhoog. De vuistregels zijn de vuistregels maar.

@ Nardus: komen de door mij genoemde snelheden enigszins overeen met die van de Contessa 32 ( enigszins gelijkwaardig schip lijkt mij)
@ Boarderbas: in principe reven wij niet tot windkracht 6, aan de wind blijft de boot dan licht op het roer. Bij halve wind wel maar dat zal dan wel door teveel helling komen zoals Baasklusje aangeeft.

Zijn idd redelijk vergelijkbare schepen.
Hier de polar van de Contessa32


Vanaf 9 kts wind al 6kts moeten varen. Met 16 kts wind zou je 7 knopen halen mits de polars overeenkomen.

Afgelopen weekend had ik de boot aardig getrimd en met de vloedstroom mee naar binnen in het slijkgat : (ff op hd qwaliteit zetten en naar 0.23 scrollen)

Halve wind varen is buitenschoot en twist. Ik heb precies het geluk dat mijn spischoot+ barber een perfect trimbare buitenschoot maakt. Dat scheelt halve wind zomaar een halve knoop en de helft roerdruk.

Overigens is 5,5 kts niet vreemd hoor! Ik loop op vlak water 5.8 en met wat golven 5.4

Als ik het goed begrijp zijn er niet heel veel dingen anders om harder te zeilen bij een IOR boot dan bij een boot zonder "buik". Zullen kijken of de boot rechterop te varen winst oplevert. Dank voor de reacties.

Hoi Mike,
klopt, er is in basis hoegenaamd niets anders. Het is en blijft zeilen. Nat oppervlak al dan niet reduceren, voor of achterover trimmen. Dat gaat voor alle boten op. Alle boten reageren anders hierop (heftig of in mindere mate), maar reageren doen ze en ook nog wel voorspelbaar.

De snelheden die je noemt, zijn niet heel langzaam. Er zijn halftonners langzamer (31HT) en er zijn er sneller (Oyster SJ32). Er zitten nog behoorlijk gewicht en bouwverschillen in de halftonners.
Er is vanaf hier concreet niets te zeggen over de performance die je noemt. Factoren als wind, golven, trim staand want, trim lopend want en de exacte windhoek / koers zijn niet bekend.

Jedre schreef :
Dat is voor veel ZF'ers geen enkel probleem. Die kunnen overal piekfijn een advies op geven.

Dat ik geen exacte antwoorden kon krijgen op mijn vragen had ik wel verwacht, het ging mij vooral of er specifieke aspecten gelden voor een IOR type met zo'n bolle buik. Maar dat is dus niet echt anders.

Er zijn volgens mij toch echt wel verschillen.
Zoals gezegd zo lang mogelijk een Genua 1 laten staan. Reven achter de mast dus. Helling is vrij normaal op zo'n ior boot. Roerdruk geeft aan hoe veel helling acceptabel is.
Dus niet zo rechtop als modernere boten.

Only Fools Rush in schreef : Mee eens, en de waterlijn wordt van zelf langer naarmate de boot sneller gaat. En de windkracht, die nodig is om de theoretisch rompsnelheid te halen, is groot genoeg om de boot te laten hellen zonder aan lij te gaan zitten. Dus onder die omstandigheden aan loef met het gewicht.
Met licht weer moet de boot in langsrichting gaan trimmen(voorover) om het nat oppervlak te verkleinen en de spiegel uit het water te houden(dus kortere waterlijn) en een beetje naar lij te laten hellen,

gewicht is ook een ding. Alles wat je niet nodig hebt voor de wedstrijd kan er af. Watertanks zo leeg mogelijk, gastanks niet nodig.

Gr Rob

douwe schreef :
Bovenstaande werkt bij mijn boot dus ook prima (Aquila heeft ook wat IOR kenmerken). Wat ook helpt bij 18+ knoop wind, aan de wind: actieve trimmer aan de overloop om de vlagen op te vangen en in de rustige momenten weer de druk op te bouwen. Verder: genoeg want-spannng + achterstag bij meer wind., extra rails (meer naar binnen) voor het schoten van een high aspect.