De ophanging en lagering van vrij-/aanhangende roeren was me eigenlijk altijd een raadsel. Nu ik een los roer bekeken heb, krijg ik enig idee, maar kan nog wel wat toelichting gebruiken. Achtergrond is een mogelijke benutting van dit afgedankte roer. Maar dat terzijde.
Ik begrijp dat bij dit roer de verticale neerwaartse krachten opgevangen worden door een ’hang-’ring die op de schroefraad bovenaan de aluminium roerkoning wordt gedraaid.
Als het lukt, komen hier twee foto’s: een van de top van de roerkoning met bovenlager en ’hangring’ en een van de zelfde ring, bekeken van onderen, vermoed ik, want er is draai-slijtage te zien.
(Helaas.Voor foto's zie onderaan dit bericht)
Als ik naar de verhoudingen kijk, dan verbaas ik me, louter subjectief, dat zo’n kompleet en redelijk zwaar roer aan één ’zo’n lullig ringetje’ hangt, aan nog geen 20 schroefdraden.
Vraag 1. Misschien zijn er forumleden die me kunnen uitleggen, dat dit in beginsel toch een prima constructie is? Wat zijn de alternatieven?
De beheersing van de horizontale krachten gebeurt door twee lagers. Op de foto is het bovenlager te zien: een min-of-meer halve kunststofbol met in het midden een cilinder die om de roerkoning schuift. Die kunststof cilinderwand glijdt op en om de roerkoning (as), als het goed is. De bolle kant van de kunststof-bovenlagerbus wijst, als ik me niet vergis naar beneden. Het onderste lager ziet er eender uit, alleen wijst de bolle kant naar boven; deze staat niet op de foto.
Kennelijk passen die bolle delen in een holle tegenhanger; die laatste heb ik dus niet – ook niet gezien. Het onderste lager wordt met het holle-/bolle deel vermoedelijk in elkaar getrokken door het aandraaien van de bovengenoemde ring. Die ring rust waarschijnlijk op stevigheid in de omgeving van de bovenkant van de hennegatskoker. De hennegatskoker omsluit de roerkoning en houdt het water buiten de boot.
Hoe de holle/bolle delen van het bovenlager in elkaar worden gedrukt is me niet duidelijk geworden, als dat al gebeurt tenminste. Want het aluminium van de roerkoning in het onderlager is flink ingesleten, overigens wel scheef, terwijl het bovenlager in alle opzichten nog nieuw is; alleen op de bolle kant van de kunststof-bovenlagerbus is enige ’draaibeweging’ / gebruik te zien. Ter zijde: De kunststof is dus harder/slijtvaster dan het aluminium.
Vraag 2. a. Wordt zo’n bovenlager normaliter in elkaar gedrukt en hoe? Op de roerkoning kan ik niets vinden wat daar op wijst. B. Zijn die halve bollen veelvoorkomend of kan het anders, bijvoorbeeld in elkaar schuivende cilinders.
Vraag 3. Komt het meer voor dat dit soort lagers bestaan uit twee droge wrijfvlakken; dit lijkt me wat simplistisch. Het onderlager staat uiteraard in het water, maar kennelijk is dat niet voldoende. Ik heb al gezien dat Jefa vervangende lagerbussen levert mèt ’rollerbearings’.
Vraag 4. a. Genoemde ’hangring’ is aan een dwarse kant ingekeept. Waar kan dat voor gediend hebben? b. De roerkoning heeft onder het bovenlager twee gaatjes waar vermoedelijk de punt van een bout in gedraaid werd om iets te fixeren; het roerkwadrant? Als dat zo is, dan heb ik van die fixatie ook niet zo’n hoge pet op.
Tot slot: Het roer is afkomstig van een Bavaria 34. Graag geen discussie over dit specifieke merk, die heb ik al gezien, maar wel over de techniek van vrij-/aanhangende roeren en bijkomstigheden in het algemeen. Foto’s zijn te zien op dit adres:
www.dropbox.com/sh/46rksql3e8d165v/-XNVkRCUIB
Alvast m’n dank voor alle informatie en toelichting die ’boven water’ komt.