Loefgierig schreef :
Ja die bedoel ik: koko is zeer precies en volledig bezig geweest. En goede eerste berichten dus!
Wellicht nuttig om een test op te zetten die dezelfde boot vergelijkt vóórdat en nadat er aandacht aan het onderwaterschip is besteed?
Men is het er over het algemeen wel over eens dat het verschil zit in lichtweer bij snelheden ver onder de rompsnelheid.
Het meest nauwkeurig lijkt mij om je boot bij windstil weer en spiegelglad water te laten slepen met een constante snelheid ergens tussen 1 tot 2 knopen. Lange sleeplijn om weinig last te hebben van het kielzog van de slepende boot. Urnster in de sleeplijn om de benodigde kracht (=water + luchtweerstand) voor die snelheid te meten.
Test later herhalen onder precies dezelfde condities.
Deze methode vereist nogal specifieke omstandigheden en materialen (weer, slepende boot en urnster) wat niet vaak aanwezig zal zijn.
Andere optie?
Hoe zou het werken om (ook bij spiegelglad water) op de stuurautomaat te motoren met 2 knopen > motor in vrijloop te zetten > meten hoe lang het duurt voordat de snelheid is afgenomen tot 0,5 knopen. Ik zou géén log maar snelle, ongefilterde GPS data gebruiken daarvoor. Als je een klap- of vaanstandschroef hebt de boot laten uitdrijven vanaf veel hogere snelheid zodat je zeker weet dat de schroef in de "zeilstand" staat als je afnemende snelheid die 2 knopen "kruist" en je de meting start.
Mogelijk met een datalogger de afname van de snelheid tegen de tijd opnemen en uitzetten. Gemiddelde kinetische energie gedurende de test delen door tijd geeft (heel grof) het vermogen aan wat de boot in die tijd kwijt raakt aan water- en windweerstand volgens mij.
Edit: dus ook zorgen dat je boot hetzelfde beladen is tijdens de eerste en tweede test!
Ik ben van plan zoiets te doen (bij mijn boot verwacht ik een aanzienlijk verschil gezien de huidige staat van het ow schip), echter ik wil ook een kiwiprop monteren wat de resultaten ongeldig zal maken.
Wellicht krijg je zoiets als hieronder? Let wel dit is een verzonnen, ideale situatie waarbij snelheid exponentieel afneemt (volstrekt willekeurige aanname). Links in de tabel het langzame onderwaterschip en rechts de gepoetste variant. De snelheidsmeting is kritisch en zal de grootste fout in het geheel veroorzaken.
Statistisch gezien is door de "voor en na" meting 3 of 4 keer te herhalen iets te zeggen over de toevallige fout per test. Op basis hiervan kan dan uiteindelijk gesteld worden of er een statistish significant verschil is gemeten. "p-value" Heet dat geloof ik en zegt iets over het verschil tussen twee meetreeksen ten opzichte van de fouten in elk van de meetreeksen. Maar daar kan Baasklusje vast meer over vertellen: hij lijkt nogal in deze materie te zitten...
Let wel dat deze test zich zuiver op het verschil in weerstand richt. Ik kan me voorstellen dat de kiel- en roerprofielen een hogere lift ontwikkelen als deze goed glad en precies in vorm zijn geplamuurd. Dit zal, vooral aan-de-wind, een toegevoegd positief effect geven, namelijk toegenomen lift, waardoor minder drift, hogere AWS en gunstigere AWA dus beter "lopen". Dit valt alleen zeilend te merken, wat weer moeilijk te meten is vanwege afwijkende condities (wind, golfslag, stuurmanskunsten en zeiltrim).
Wie helpt mee een simpele en voldoende nauwkeurige test op te zetten zodat we komend seizoen wat data hebben om te vergelijken ipv "ik heb het gevoel dat..."
Edit: waarom niet meteen de discussie tussen "wel of geen geblokkeerde vaste schroef" meenemen?