FAL schreef :
De onderste lagerbussen zaten gewoon te strak in elkaar. Vandaag geprobeerd met slijppasta wat ruimte te maken. Maar tot mijn verrassing kwam de lagerbus uit de hennegatskoker zetten! Zie fotos.
Blijkt verrassend van koper/messingachtig materiaal. Op de eerste foto is zichtbaar dat ie blijkbaar ook ergens mee gelijmd was.
Vragen aan jullie; hoe ga ik dit oplossen? Roer kan er niet uit (boot staat niet zo hoog op de bok).
- lijm inwendig afsteken met beiteltje ofzo?
- langdurig en geduldig handmatig schuren binnenzijde bus en buitenzijde messing bus?
- net zo lang tot ik wat ruimte heb op mijn lager..
- koperen bus weer vastlijmen? Waarmee?
Merkwaardig geval.
Roer kan er niet uit, schrijf je. Maar op de foto's zie ik wel het conisch afgedraaide uiteinde waarop het stuurkwadrant of de helmstok bevestigd was. Het lijkt er dus op dat 5 - 10 cm. opvijzelen van de boot voldoende is om de roerkoning uit de hennegatskoker te krijgen.
De lagerbus lijkt me niet origineel. Als je niet de 1e eigenaar van de boot bent, bestaat de mogelijkheid dat dit een vervanging is door (een van) de vorige eigenaar(en). Dat verklaart ook de tè strakke passing. Het lijkt me niet logisch dat de boot met te strak passende lagers de werf van de bouwer verlaat.
De bus in ook ingezaagd. Kennelijk met het idee om te stijve passing in de hennegatskoker te vermijden. Wat een te stijve passing overall niet heeft voorkomen. Kennelijk is de materiaaldikte net iets te groot.
Het materiaal lijkt me puur koper, gezien de rode kleur. Messing is geler. Het zou ook ontzinkt messing kunnen zijn, maar dan zou de lagerbus er wel wat 'poreuzer'uitzien, denk ik.
Ik zou niet voortmodderen met de bestaande lagerbus(sen). Kont van de boot, in overleg met de werfbaas, wat opvijzelen, roer volledig verwijderen en een nieuwe lagerbussen van Delrin (POM) laten draaien.
De wanddikte van de lagerbus is overigens wel vrij kleine in vergelijking met de dikte van de roerkoning. Daar valt weinig aan te doen. Binnenmaat van de hennegatskoker en buitenmaat van de roerkoning zijn bepalend.
Wat me ook opvalt: de lengte van de roerkoning van roerblad tot conisch uiteinde is erg kort. Veel korter dan de lengte (hoogte) van het roerblad, waarschijnlijk.
Een balansroer als dit oefent, zeker als je ermee stuurt, een aanzienlijk buigend moment uit op de plek waar het gefixeerd zit in de buitenhuid van de boot, ter plaatse van het onderste lager. Ter plaatse van het bovenste lager wordt een tegenkracht opgewekt die het, door het blad opgewekte, moment moet evenaren. Met de korte arm die daarvoor beschikbaar is (h.o.h. afstand lagerbussen) moet die kracht veel groter zijn dan de kracht op het roerblad. Mogelijk levert dat zoveel extra wrijving op in met name het bovenste lager, dat dit de hoofdoorzaak is van het zware sturen.
Als de lengte van de roerkoning origineel is, is er eigenlijk sprake van een ontwerpfout. Is na te gaan of deze situatie altijd zo bestaan heeft of het resultaat is van een latere modificatie?