De hoofdreden dat CarboSpars failiet is gegaan is dat ze niet leveren wat ze beloven. En dat heeft met name met het gewicht van de tuigage te doen. Alle tuigages die tot 1996 geleverd zijn waren
gemiddeld 180% van het beloofde gewicht, daarna werd het wel beter, maar de beloofde gewichten zijn nooit gehaald. Dat resulteerde in de noodzaak voor meer ballast om een acceptabele stabiliteit te verkrijgen.
Ik ben zelf nauw betrokken geweest bij de bouw van de "La Novia", een 60 voets van de Stadt die bij Johan Vels in Medemblik en ik heb veel discussies gehad met de ontwerper van de malzwin 23 (John Jansen) die zowel als standaard tuig als met aerorig verkrijgbaar was.
Bij kleinere boten levert het meer nadelen dan voordelen op en zeilen doen ze aanziendelijk minder goed dan hun standaard getuigde zusjes. Bij de 60 voets La Novia waren de zeileigenschappen identiek aan die van een normaal getuigde boot, maar het feit dat je maar een schoot hebt maakt het wel makkelijker te bedienen. Als je echter moet gaan reven dan moet eerst het voorzeil voor een groot deel weg gehaald worden voordat je het grootzeil kan reven. Omdat de winddruk volledig uit het grootzeil weg valt wil de fok het tuig helemaal de andere kant op draaien. In de praktijk word er op de grotere schepen dus sneller een voorzeil weggehaald dan dat er een rif in het grootzeil komt. Dat resulteerd weer in een "normale" schootspanning.
Dan nog het probleem van het voorzeil, dit erop zetten of er af halen is op het water eigenlijk niet mogelijk, je hebt dus een zeil dat alles moet doen. Even een stormfokje erop zetten met slecht weer gaat ook niet lukken want bovenop de voorste giek klimmen ga je niet doen. De fok deels wegrollen heeft geen zin want het leioog kan niet mee naar voren schuiven dus de bovenste helft van de fok hangt erbij als een vlag wat resulteerd in zeer sterk versnelde veroudering van het zeil.
Door de grote dikte van de mast en de zeer grote oppervlakte van de giek heb je erg veel windvang, ankergerij moet zwaarder gekozen worden om gelijke omstandigheden aan te kunnen en aan de wind zeilen in stormachtige condities op open water is eigenlijk niet te doen.
Al met al is het een tuigage waar je toch heel anders mee om moet gaan dan met een "standaard" tuigage. Voor grotere boten zitten er zeker wel voordelen aan, en ik denk ook dat dit is waarom Gerard Dijkstra een "fan" blijft. Wel tot zo'n limiet dat hij het zelf niet op zijn boot hebben wil. Voor kleinere boten is het een oplossing voor een in mijn ogen niet bestaand probleem waar de voordelen niet opwegen tegen de nadelen. De midden moot tussen groot en klein in, en ik denk daarbij aan alles tussen de 45 en de 60 voet zullen de nadelen zich min of meer kunnen laten wegstrepen met de voordelen en dan is het maar net welke voordelen of welke nadelen sterker wegen in de persoonlijke voorkeur.
Bert Oomen: Ik heb trouwens vol bewondering je boot eens staan bekijken enkele jaren terug, een knap staaltje zelfbouw kunst!
Groetjes,
Erik (collega amateur bouwer
)