Ondanks het feit dat ik toch al een geruime tijd niets heb gedaan op dit forum kan ik het niet laten hierbij te reageren. Wij zijn voor de Hogeschool Zeeland bezig met het opzetten van een J22-team, en zoeken daarvoor dan ook zoveel mogelijk informatie. Een deel hiervan kan jou vast ook wel helpen.
Waar wij veel aan gehad hebben is "Broach", de studentenzeilvereniging van de TU Delft. Zij hebben zelf drie J22's en een bom aan informatie. Hieronder een stukje geciteerd uit hun vlootboek betreffende de aanschaf.
"Aankopen van een J22
Het aankopen van de laatste J22 het begin van 2010 was een groot avontuur. Voordat we daadwerkelijk serieus een boot zijn gaan bekijken hebben we veel informatie ingewonnen bij oud vlootcommissarissen, de meeste waren lid van het eerste uur en weten dus ook hoe de vorige boten zijn gekocht. Daaruit kwamen een aantal belangrijke punten naar voren, waarop je heel erg moet letten bij de aankoop van een J22. Daarnaast zijn natuurlijk een aantal wat meer voor de hand liggende punten te noemen die doorslaggevend kunnen zijn bij het kiezen van een boot.
Typische J22 problemen
1. De J-boats boten, zowel in Italië, Zuid Afrika als in Amerika worden in principe slordig gebouwd. Neem dus altijd zeer uitgebreid de tijd om een boot te bekijken, er kunnen op allerlei vreemde plaatsen nare verrassingen te voorschijn komen. (scheef gemonteerde roeren, willekeurig geplaatste wantputtingen, scheve mastvoeten enz.)
2. De luchtkasten. Deze zijn vanaf ongeveer rompnummer 1325 uitgevoerd in polyester. Deze zijn daardoor veel minder rot gevoelig. (de luchtkasten voor dit nummer zijn van een matige kwaliteit multiplex)
3. Het hoofdspant. Na ongeveer nummer 1470 is J-boats de hoofdspanten gaan inlamineren met polyester. Het voordeel hiervan is dat er op het gebied van rot worden, inwateren minder snel dingen fout gaan. Een nadeel is dat je niet optisch kan zien wat de staat van het hoofdspant is. Bij de oudere boten is het houten hoofdspant enkel gelakt. Donkere plekken duiden dan op inwatering, daar kun je dan gewoon een sleutel of schroevendraaier in proberen te steken om te kijken of het hout ook echt rot is. Kijk hier voor eens naar het verschil tussen de 1514 en de 1365.
4. Vocht in het Balsa. Probeer altijd een vochtmeter te lenen."
Land specifiek zou ik dus ook informatie over moeten hebben, echter kan ik dit niet terugvinden. Maar als ik het mij goed herinner was dat vooral betreffende stijfheid van de boot (niet zeker van)
Een goed punt om op te letten is de schotten, zoals hierboven vermeld wil het nog wel eens voorkomen dat deze inwateren. Dit kan wel grotendeels verholpen worden door ervoor te zorgen dat de boot niet lekt, zo willen ze bij de wantputtingen en andere plekken met slechte kit nog wel eens lekken. Evenals de romp/dek verbinding, die van ons lekt als een zeef en de afvoerpijpen van de kuip die wel eens willen lekken.
Een ander puntje is het hijsoog, mocht je dat willen gebruiken. Naar het schijnt zijn de J22's oorspronkelijk uitgevoerd met een enkel hijsoog, blijkbaar was dit een groot fiasco en is dat later veranderd naar eentje die aan twee kielbouten is bevestigd. Dan moet ik wel eerlijk zeggen dat die van ons ook een enkele heeft, ik heb contact opgenomen met de bouwer om te verifieren of het daadwerkelijk zo een groot probleem is.
Vocht tussen het polyester is ook vrij vervelend. De boot is sandwich opgebouwd, polyester-balsa-polyester. Wanneer het gaat lekken, door achterstallig onderhoud bijvoorbeeld en oude kit watert dat in.
Let ook op de verbinding tussen de mast en zalingen. Na verloop van tijd wil het gat in de mast uitlubberen en ontstaat er speling. In principe is dit geen probleem, je trekt ze toch strak met de verstaging. Het nadeel is wel dat bij echt overmatige speling het je mast verzwakt. Er zijn plaatjes in de omloop om op het gat te zetten en de speling te verminderen.
*Betreffende de klasseorganisatie, wees er op berekend dat ze er nogal lang over kunnen doen om te reageren. Heeft bij ons ook nogal wat frustratie opgeleverd.*