Een Rush, hoewel kleiner, "eats spirit for breakfast"
In die ademteug moet een pion natuurlijk óók genoemd worden. Van de 3 is de rush qua bouwkwaliteit de minste.
FF95 is een ronduit lastige boot om te zeilen. Ik ken mensen die extatisch gelukkig zijn met de 95, maar ik vind het een boot die niet direct tevreden stelt. Je kunt er min of meer voor de vorm ook in, maar de boot is is nagenoeg interieurloos en heeft een stahoogte van een lagere scholier. Een FF110 daarentegen is heel redelijk te toeren.
Wat ik bedoel met waterlijnlengte, is dat moderne boten (dan bedoel ik boten die op ORC en precederende en aanverwante meet-systemen ontworpen zijn) een bijna 1:1 verhouding hebben tussen scheepslengte en lengte waterlijn. Daardoor zijn ze per voet scheepslengte (en daar rekenen we toch allemaal massaal mee omdat de havenmeester dat óók doet) gemiddeld sneller zijn.
Vroeger keek met bij het aanmerken van een "snel jacht" meer naar de waterlijnlengte, en niet naar de scheepslengte. Als je niet naar je boxkosten kijkt is dit een veel betere wijze van bekijken.
Tegenwoordig vallen de werven natuurlijk over elkaar over hoe veel ruimte en snelheid er te combineren is in een "32 voeter", en niet "in een boot met 9 meter waterlijn".
Wat (naar mijn mening) de ideale boot zou zijn is een topgetuigde; minder gevoelig voor trim, zodat je kan focussen op het leren hard varen (inl spinnakergebruik etc.)
Te groot en te duur is de Bashford van Push-Up. De olson 30 is geniaal, maar slecht in europa te krijgen. (de olson 40 is mijn droomboot). H.O.D. 35....ook te duur denk ik...