Op mijn bootje had ik een roeidol gezet. Dat omdat een der vorige eigenaren zei dat hij niet op zee zou gaan zonder en omdat ik een artikel had gelezen over de Curlew van Tim Carr.
Die man z´n boot lijkt erg op die van mij en de man was een legende, was meerdere keren om de wereld gevaren zonder motor. Hij gebruikte een wrikriem.
Ik heb de roeidol later gedemonteerd en op mijn vaste bijboot gezet. Ik had echter nog een zelfgemaakte wrikriem en toen ik op een afbraakwerf in Turkije een tweede riem vond heb ik roeidollen gemaakt die in de schootlieren schuiven.
Ik kon dan bij windstilte onze 8 ton roeien. Staand in de kuip, vooruit kijkend.
Eigenlijk gewoon voor de lol, we hebben een sterke motor. Alhoewel, lol, na een half uur ben je bekaf en heb je blaren op je handen.
Nog later heb ik de Turkse roeiriem omgebouwd tot spriet voor het yawl lugzeil en de overschot in ons houtkacheltje verbrand.
Ik kan met één riem ook roeien. We hebben een langkiel en als ik de autopiloot laat sturen kan ik prima roeien met die ene riem.
Verleden jaar heb ik ons roer moeten vernieuwen en voor ik roer afnam ( de boot bleef voor anker ) heb ik een provisorische roeidol gemaakt uit een gevonden plank en heb een test gedaan of ik de boot bij nood zou kunnen sturen met die wrikriem.
Dat bleek te werken, door de lange kiel stuur je met de zeilen maar de fijne correcties doe je door de achterkant van de boot naar stuur of bakboord te roeien. Werkte prima.
Na de reparatie van het roer heb ik de nooddol ook in de kachel gestopt.
We hadden een paar dagen in Deep bay (Göcek Turkije) geankerd, het was tijd om te vertrekken.
Ik kon buiten een beetje wind zien, in de baai was het windstil. Hoge berg om de baai. Ik hijs de zeilen, haal het anker op en begin te roeien naar buiten, je zag op het water waar de wind zat.
Ik moest schat ik drie, vierhonderd meter om uit de windschaduw te komen.
Ben ik reeds buiten maar nog niet in de wind komt een Coastguard rib naar ons toe gespoten. Ze hadden me gezien, we waren toen en daar de enige mensen op het water tijdens de winter.
Ik had de pest in, wilde niet stoppen met roeien. Dus ze gingen net achter me varen, ik deed hooguit één knoop met dat roeien. Zoals gewoonlijk wilden ze “Papers” Terwijl ik bleef roeien vroeg ik m´n vrouw de map te pakken en over te reiken. De Coastguard heeft voor zo´n gevallen een schepnet aan boord. Dat naast de vier met open mond gapende 18 jarigen die met een machinepistool op hun schoot zaten te kijken wat ik daar aan het doen was.
De officier beval “Dur” wat stop betekend. Ik ging dan steeds verder roeiend in mijn verdediging, begon zonder ophouden in mijn dialect te brabbelen, de man geen mogelijkheid gevend om een woord ertussen te krijgen. Roeien met alles wat ik had, en praten als een doorgedraaide gek.
Dat helpt vaak, iedereen is bang van een gek.
De boot kreeg wind en begon te zeilen, steeds meer wind krijgend.
Oke, dur zei ik en trok de riemen uit het water.
Ik kreeg m´n map papieren terug zonder dat ze erin hadden gekeken.