waverider82 schreef :
Ik zou zeggen, ga ze eens tellen.. Ik heb er net een paar genoemd maar ik kan nog wel ff doorgaan..
Dehler 39
Elan 350
Volgens mij zelfs de Bavaria 35 Match.
deze drie planeren absoluut niet. Er is een verschil tussen "surfen" en "planeren".
Een surf is met een snelheid hoger dan de rompsnelheid van een golf af varen. Als je die techniek een beetje goed beheerst kun je de bovenstaande boten enkele 10 tallen seconden tot soms enkele minuten (oceaan golven) boven hun rompsnelheid houden. Planeren betekend dat de boot begint te glijden en geen golven nodig heeft om boven zijn rompsnelheid te komen. Dat zijn twee wezenlijk andere zaken. Bovenstaande drie boten zijn te zwaar om te kunnen paneren.
Iedere boot kan surfen, niet iedere boot kan planeren. Zelfs onze 22 ton zware bak kan boven zijn rompsnelheid varen, als er maar voldoende winddruk is en de golven maar hoog genoeg zijn.
En zelfs onder de planeerboten zijn grote verschillen. Sommige boten hebben wel 30 knopen wind nodig om in een planee te komen (ook planeer boten surfen over het algemeen voordat ze in planee komen) daar onder zijn oa de FF110, FF95, Waarschip 1010 en nog wat andere (de meeste planerende boten met accomodatie vallen in die categorie). Maar er zijn ook planeer boten die bij 10 knopen wind en zonder golven al boven hun rompsnelheid kunnen varen. Dit zijn bijvoorbeeld bijna alle open catamarans, Class 40, mini 650, open 60. Kortom pure racers waar je ook niet veel anders mee kunt dan lekker hard knallen.
De topic starter stelt hier wel degelijk een legitieme vraag om boten te evalueren.
De displacement factor is boot lengte gedeeld door het gewicht. er zijn verschillende 'standaard" methodes voor. Sommige ontwerpers gebruiken LWL, sommige LOA. Weer anderen delen het gewicht door de lengte etc. De waarde die uit dit forl=muletje komt geeft een indicatie over wat voor soort displacement je praat en dus ook wat voor eigenschappen mogelijk zijn.
In de maat die jij opgeeft zou ik zeggen dat je grofweg kunt stellen dat een 30 voeter die meer weegt dan 4000 kg niet kan planeren. Hoe lichter de boot, hoe hoger de snelheid en hoe makkelijker de boot in een surf kan komen. Of de boot ook daadwerkelijk kan planeren hangt van meer zaken af dan alleen het gewicht. Maar een 30 voeter die minder dan 4 ton weegt moet je zonder al te veel poespas boven zijn rompsnelheid kunnen krijgen (surfen).
Voor een 40 voeter schuift dit gewicht wat meer richting de 7 ton. Hoe minder gewicht, hoe hoger de surfsnelheden en hoe makkelijker de boot in een surf/planee terecht kan komen.
Maar een andere factor is ook zeer belangrijk om deze eigenschap te kunnen beoordelen. Dat is het zeildragend vermogen. de boot kan nog zo licht zijn, maar als er niet veel zeil gevaren kan worden omdat de helling dan te groot word (denk bijvoorbeeld aan het Waarschip 1010) dan heb je er nog weinig aan. Over het algemeen geld dat hoe breder de boot hoe groter het zeildragend vermogen, hoe makkelijker de boot in planee komt.
Resumerend voor monohulls:
40 voet meer dan 7 ton = heavy displacement, reken niet op surfen
40 voet tussen 5.5 en 7 ton = medium displacement, heeft niet al te veel moeite om in een surf te komen met veel wind
40 minder dan 5.5 ton is light displacement , kan planeren maar heeft vrij veel wind nodig
40 minder dan 4 ton is ultra light displacement > planeerd makkelijk
30 voet meer dan 4 ton = heavy displacment, reken niet op surfen
30 voet tussen 2.5 en 4 ton = medium displacment, heeft niet al te veel moeite om in ene surf te komen met veel wind.
30 voet minder dan 2.5 ton = light displacment, kan planeren, maar heeft vrij veel wind nodig
30 voet minder dan 1.8 ton = ultra light displacment > planeerd makkelijk
Voor tussenliggen de waardes kun je interpoleren
Uiteraard zijn er ook nadelen aan een lichte en brede boot. Een erg brede boot vaart over het algemeen slecht aan de wind. En een lichte boot kan nogal hard op de golven klappen en beweegt nogal schokkerig en word daardoor soms als erg oncomfortabel aangemerkt.
Op de moderne koolstof oceaan racers heb je bijvoorbeeld oordoppen nodig om te kunnen slapen, zelfs voor de wind. Zo ghard zijn de klappen.