De laatste loodjes
En we gingen! Met het idee dat we zeer waarschijnlijk na het Kielerkanaal meteen door kunnen en heel misschien zelfs in één keer buitenom naar IJmuiden. Tocht over het kanaal in de regen. What's new. Een uurtje eerder dan gedacht zijn we bij Brunsbüttel. Er drijven wat zeilbootjes bij de sluis. Goede hoop dat we snel geschut worden. Niets is minder waar. Van de vier sluizen is er slechts één die functioneert. Beroeps- en pleziervaart moeten samen door de sluis. Wachttijd op het moment dat wij aankwamen, minimaal vier uur. En zelfs van die schutting is niet zeker dat er pleziervaart mee kan. We kunnen weinig anders dan het haventje van Brunsbüttel nader bekijken. We meren langszij een motorboot af en liggen zo min of meer vooraan in de haven. Het kan hier heel erg vol stapelen en dan is er geen uitkomen meer aan.
Grote boten eerst:
Een van de oude sluizen staat gewoon helemaal open:
Het is kermis (jaarmarkt heet dat in Duitsland) in het dorp. We slenteren wat langs de kraampjes en attracties. We kijken een tijdje uit over de werkende sluis. Er wordt behoorlijk efficiënt gestouwd. En toch liggen er grote schepen uren te wachten op hun beurt. In- en uitvaren kost alles bij elkaar zo'n anderhalf á twee uur. Dan moeten de schepen vanaf de Elbe in- en uitvaren en zo ben je weer twee uur verder. We constateren dat we er goed aan hebben gedaan om in de haven te gaan liggen. Morgen nieuwe ronde, nieuwe kansen.
Meer tussenstops
De volgende morgen met de eerste mogelijkheid schutten we door de sluis. Nog steeds maar één sluis in werking. Het schijnt dat de oude sluis (normaal de sluis voor pleziervaart) slechts enkele uren per dag draait. Afhankelijk van het tij op de Elbe. Er is nogal wat achterstallig onderhoud en de nieuwe sluizen zijn al bijna 100 jaar oud. Geen wonder dat ze het langzamerhand begeven.
Het belangrijkste: we komen erdoor! De pleziervaart hier is nog gestrester dan in de sluizen in NL. Ze schieten ons links en rechts voorbij. Zelfs als dat niet meer gaat. En die wordt teruggefloten door een sluismedewerker. We lagen als 5de te wachten voor de sluis en varen als 20ste in. Gelukkig is er tussen de grote jongens genoeg plaats voor een heleboel pleziervaart.
Op de Elbe hebben we nu helaas grotendeels de stroom tegen. Het zij zo. Geen keus als je zo moeilijk een sluis doorkomt. Wind is ook tegen en de motor moet het werk verrichten. Pas op zee boven de Duitse Waddeneilanden komt er een wind waarmee we kunnen zeilen. We laten Norderney en Borkum links liggen. Ook de ingang naar Lauwersoog passeren we. Het gaat nog steeds prima. Alleen de windvoorspelling is zodanig dat we uiteindelijk besluiten tussen Vlieland en Terschelling naar binnen te gaan. De zon begint te schijnen. “Kom, laten we nog een paar bonusdaagjes pakken!” We meren af in de jachthaven van West-Terschelling. Even bijslapen en een dagje mooi weer genieten op het eiland.
Platbodemsrijen in West-Terschelling:
En dan willen we door. Maar het regent en het regent en de wind staat pal tegen op het Wad. Liggen blijven! 's Middags knapt het op en dat is te merken. De haven stapelt langzamerhand vol. In het vak waar we liggen, is nauwelijks water meer zichtbaar. Een 'slingerpad' van een bootbreedte is nog open. Daar mogen we ons de volgende morgen uitwurmen.
Volvak:
Het gaat verrassend goed. We zijn mooi op tijd uit de haven, hijsen de zeilen en hebben een prachtige tocht over het Wad en het IJsselmeer. De chaos bij de Lorentzsluizen laten we nu maar even onbesproken. Bij het naviduct van Enkhuizen hebben we een VIP-schutting. Toch een stuk relaxter. We varen door naar Pampushaven en gaan daar voor anker.