Ankeren, ankeren en kleine haventjes
Aan de zuidkant van Sjælland in de Fakse Bugt is een goede ankerplek. Even slalommen langs wat vissersstaken (maar waar moet je dat niet?), anker laten vallen in water van een metertje of 4 diep en je ligt prima beschut bij wind uit NW tot NO. Prachtige bossen aan de ene kant en water, niets dan water, aan de andere kant. Oké, als het helder weer is, zie je Møn in de verte liggen.
Møn is onze bestemming de volgende dag. De wind werkt mee en het is weer perfect genua-zeilen. Jammer dat het grijs is en daardoor de 'white cliffs of Møn' net zo grijs overkomen. Toch wel indrukwekkend die klif! We zeilen er redelijk dicht langs en zien de bedrijvigheid van alle toeristen die de klif vanaf het land bekijken. We komen bijtijds aan in Klintholm waardoor we nog prima plek hebben met de Markiezin. Onze zorg dat er voor grotere boten geen plaatsen zijn, is onterecht. Kwestie van zorgen dat je niet pas laat in de middag aankomt. En geen bezwaar hebben tegen stapelen aan jouw boot.
Het aantal ankerplekken in dit deel van Denemarken is beperkt. In principe kan je overal ankeren, maar wij willen wel graag wat beschutting voor de heersende wind. En die is er niet in de buurt. Van Klintholm zeilen we naar Hesnæs. Een korte hop met variabele windkracht zodat we er steeds 'nog een uurtje' over doen. Je kent dat vast wel, way-point ingegeven en de SOG blijft maar gelijk aan de DTW. De wind zakt steeds verder weg. Een tweemaster gaat de strijd met ons aan door een gennaker te hijsen. Tot onze verbazing blijven we toch net wat harder lopen. Als het lijkt dat ze gaan inlopen, trekt de wind aan en stuiven we weer over het water. Hesnæs is een klein vissershaventje ergens in the middle of nowhere van het eiland Falster. Even voor inSaNo: er is daar echt helemaal totaal niets! In Harbølle is meer. Je kan mooi wandelen in de omgeving, maar het dichtstbijzijnde punt waar je brood kan bestellen is al vier kilometer verderop. En de stank is op sommige plaatsen in het haventje nauwelijks te harden. Maar verder een prima plek.
We varen tussen Falster en Møn door in de richting van Femø. De wind is veel westelijker dan voorspelt wat betekent dat het ankeren daar niet aan onze wensen voldoet. We kiezen voor een ankerplaats Karrebækstorp Skov aan de zuidkant van Sjælland. Volgens de voorspelling gaat de wind meer naar de noordoosthoek. Voorspellingen zijn echter precies wat het woord zegt: voorspellingen. De werkelijke wind komt intussen uit zuidwest en dan is er geen beschutting daar. Ik maak me nooit zo'n zorgen over ankeren. Zoveel wind staat er niet en het ziet er kalm uit. We slalommen weer langs vissersvlaggetjes en hele afgezette vissersgebiedjes, letten op een paar ondieptes met stenen en laten het anker vallen. We controleren extra goed of het anker houdt en verder doet het ankeralarm zijn werk. Mijn schipper denkt er een beetje anders over en houdt de boel nog wat extra in de gaten. Donkere wolken pakken zich samen boven Sjælland. Het lijkt net aan ons voorbij te gaan, maar dan draait plotseling de wind 180graden en neemt toe. We kijken elkaar even aan en houden ons gereed anker op te gaan. Het anker krabt echter niet en de wind neemt ook snel weer af en blijft in de hoek die we willen. Nu liggen we prima beschut. De sluizen boven ons gaan open en in notime zijn we zelf doorweekt. Geen solarshower meer nodig.
We worden getrakteerd op twee geweldige regenbogen. Allebei volledig. De binnenste heel helder. Je verwacht de potten goud bij de uiteinden....
We pakken nog een ankerplaats mee in het noordoosten van Agersø. Hier overheersen toch echt de vissersvlaggetjes en de grond heeft veel waterplanten. Er liggen twee meerboeien en die liggen op de enige echt goede plek. We besluiten gebruik te maken van zo'n boei. Geen idee of ze gereserveerd zijn voor een of andere vereniging. Dat staat wel in een van de boeken, maar er staat niets op de meerboei zelf. Als het niet mag, zal iemand ons dat vast wel komen vertellen. Dat gebeurt niet. Is maar goed ook, want we waren niet van plan om ons makkelijk te laten wegjagen.