Z.F. Thuishaven
Vrijd. 09-09-,11
Na het ontbijt kondigt Marjanne aan dat ze verder gaat met het subsidiëren van de Staverse middenstand. ‘Ho vrouw lief, dit loopt volledig uit de klauwen, als jij zo doorgaat, red ik het niet meer met een krantenwijkje of parttime postbezorging, dat wordt geld opnemen met een bivakmuts.’ ‘Zeur niet schat, ik moet alleen nog even wat stokbrood inslaan en dan heb ik ook nog een afspraakje met de visboer.’ ‘Wat? Ontrouwe lellebel die je bent, dat zeg je me zo recht in mijn gezicht? Wat heeft die schubbenjak dat ik niet heb, nou?’ Ze kijkt me glimlachend aan en antwoord: ‘Vis schat, heel veel vis.’
Tegen tienen komt Marjanne weer terug, ze legt een flinke plastic tas, met daarop de naam van de lokale schubbenschraper, in de koelbox en zet de thermostaat nog wat kouder. Wanneer ik haar vertel dat Woeste Wokkel zijn trein gemist heeft en in plaats van om tien uur pas om elf uur zal arriveren, moet ze alsnog hoognodig “nog héél even” de wal op. ‘Ha, alweer naar die dooievissiesvreter zeker? Nou, dan heb ik een verrassing voor je, ik laat je volgen door een privédetective, een die alles afweet van zaken waar een visluchtje aanzit.’ Ze kijkt om zich heen. ‘Hm, ik zie niemand, waar is hij dan?’ ‘Há, je ziet hem finaal over het hoofd omdat hij vermomd is, kijk daar zit hij.’ Ik wijs op een grote zilvermeeuw. ‘Ach malloot, dat is gewoon een meeuw.’ Zegt ze en stapt de kaai op. Ik roep haar na: ‘Poeh, wat weten vrouwen nu van het betere undercover werk?’ Ze haalt alleen maar, zonder om te kijken, haar schouders op en loopt rustig door.
Omstreeks tien over elf zie ik in de verte iemand aankomen die wel eens onze passagier kan zijn. Inderdaad, het is Henk, alias Woeste Wokkel, die aanboord stapt. Terwijl we kennis maken, komt Marjanne ook net terug van haar humanitaire missie in de binnenlanden van Stavoren. Ik geef een vette knipoog naar de zilvermeeuw die net op een vuilcontainer landt en kijk hem vragend aan. Hij schud even van nee en wijdt zich dan aan het poetsen van zijn verenpak. Gerustgesteld pak ik de boodschappentas aan en help Marjanne van de kaai aan dek.
11:30 Vertrek Stavoren. Bewolkt. SW 3-4 bft. Licht golvend zeetje. 12:15 De kardinaalboei Vrouwenzand West dwars. Het wordt een rustig tochtje en om ca. 16:30 maken we vast aan de kaai van de ZF thuishaven.
Hoewel het echte GGG – Groot Goulash Gebeuren - pas morgen zal plaatsvinden, zitten we ‘s avonds, met toch al een flink ploegje, gezellig in de gastvrije ruime cockpit op de “Faran” van Arjan en Inge. We praten over van alles en nog wat maar natuurlijk het meest over bootjes en varen. De avond vliegt om, zodat het veel te snel tijd wordt om te gaan pitten, we bedanken we onze gastheer en gastvrouw en zoeken de kooi op. Jammer dat niet iedereen beseft dat genoeg, genoeg is.
Zaterdag 10-09-,11.
Al vroeg in de morgen worden voorbereidingen getroffen voor het GGG. Jeroen, alias Goulashmeister Toxic, stelt een driepoot op met een grote heksenketel aan een ketting. Alsof dat niet genoeg is fabriceert hij, van drie latten die hij omwikkeld met aluminiumfolie, er nog een driepoot bij. Daaronder hangt hij een ketel die weliswaar een slagje kleiner is maar even zo goed geen gek figuur zou slaan in de keuken van het Burger Weeshuis.
Op de tafels, die op de kaai staan opgesteld, worden de nodige ingrediënten panklaar gemaakt. Voor ik besef wat er gebeurd, zit ik met tranen in mijn ogen hele bergen uien schoon te maken. Het ergste hiervan is nog wel dat mijn eigen Marjanne mij als vrijwilliger heeft aangemeld. Er zijn trouwens nog een stuk of wat argeloze sloebers aan het hakken, schillen en snijden gezet. Het idiote is dat, aan hun smoelwerken te zien, ze het nog leuk vinden ook.
De vuren onder de ketels branden, de eerste scheppen ui verdwijnen sissend in de ketels en Marjanne is in de kombuis van “Zeebeest” bezig sushi ’s te maken. Murphy alias Hund heeft de supervisie over alles.
Ook zijn eigen baasje wordt door Murphy op de vingers gekeken.
De Goulashmeister pleegt werkoverleg met zijn hulpkanenbraaiërs. ‘Wat denken jullie er van, volgens mij moeten er nog wat gedroogde paddo’s bij’.
Wat nogal opvalt, is het elegante schoeisel van Toxic. Naar het schijnt heeft hij thuis nog zo’n paar staan maar dan gespiegeld.
Om het hele proces gecontroleerd te laten verlopen, moet er doorlopend getest worden.
‘Albert, proef jij eens.’
‘Hmm, het ziet er uit als goulash, het ruikt als goulash en het smaakt, … niet slecht Jeroen, niet slecht.’ Dat dit de beste goulash is die ik ooit geproefd heb, gaat hem geen donder aan, voor je het weet gaat hij naast zijn - geel groene – schoenen lopen.
Intussen wordt de ene na de andere ZF-er met de nodige scheepstoeterdecibels binnen gehaald, zoals de “Freebird” van Jaap en Ien.
'Ja, we komen zo even de spi wegbergen.'
Op de kade worden de nodige stoelen in een ruime kring geplaatst en met wat te drinken en te knabbelen worden er, in een heerlijk ontspannen sfeertje, kennis gemaakt met “nieuwe gezichten” en bijgepraat met de “oude”.
Marjanne komt op de proppen met haar voorgerechtjes van sushi, gamba’s, rouwe zalm en tonijn met daarbij een dipsausje van Japanse sojasaus en mierikswortel.
Foto: Anjo.
Het is een groot succes, zodat ze me al snel een nieuwe lading uit de koeling laat halen. Marjanne heeft trouwens een flinke portie sushi en rauwe vis voor Geert van de “Roomboot” apart gezet en daar ben ik blij om, want ik heb zo’n donkerbruin vermoeden dat Geert mij straks zonder genade de majem in sodelazert, als hij hoort dat we niets voor hem hebben bewaard. Trouwens, de wijn die Geert placht te schenken is me wel wat vis waard.
Eindelijk, de stemming op de kade zit er al goed in, loopt de “Roomboot”, met Geert, Bianca, Floor en Guido, eindelijk onder luid getoeter van ons blazers ensamble de ZF Thuishaven binnen.
Terwijl Geert, onder leiding van Floor, aanlegt langszij “Zeebeest”, staan Bianca en Guido te kijken naar het zooitje ongeregeld op de wal dat de bloem der zeilende natie moet voorstellen.
Gelukkig schrikt het onze vrienden niet af en komen ze gezellig mee feesten. De goulash, die al die tijd heel zacht stond door te pruttelen, wordt opgeschept en met of zonder stokbrood, met smaak gegeten. Ze smaakt inderdaad overheerlijk en ik moet me op een gegeven ogenblik inhouden om niet voor zóveelste keer te gaan halen. Ook onze eigen ZF “Hells Angel” Werner lust nog wel een bakkie.
Behalve de vuurtjes onder de heksenketels van Toxic, branden er ook wat bbq’tjes en zelfs de kinderen hebben hun eigen fikkie dat ze zelf onderhouden en waarboven ze marshmallows roosteren . Ilona, als goede moeder, gaat toch maar even kijken wat haar schatjes uitvreten, zodat ze straks, compleet met haar en wenkbrauwen, weer veilig in hun bedjes kunnen duiken.
Beauty’s dochter komt, met een marshmallow in haar hand, even langs het ouderlijk gezag rennen en verdwijnt weer snel naar het kampvuur, dat door de onvermoeibare inzet van de stokertjes intussen behoorlijk hoog oplaait.
Wanneer de kinderen brandende takken uit het vuur trekken en een meter of wat verderop aan een tweede vuur beginnen, komen er toch wat opvoeders in actie.
Al met al geniet ik vandaag met volle teugen en mijn dag is helemaal niet meer stuk te krijgen wanneer Opper Kanenbraaiër Tox mij een compliment maakt over mijn satésaus. Wanneer Marjanne en ik, heel laat en heel voldaan, de kooi in duiken en nog even de dag doornemen, zijn we het helemaal met elkaar eens. Deze dag hadden we voor geen goud willen missen.
Albert