Zaterdagmiddag, Houtribsluizen.
Zoals gewoonlijk mogen de jachies achter de beroepsvaart (ditmaal 1 binnenvaartschip) de kolk verder vullen. Tot aan de brug uiteraard, die meestal pas draait na het schutten.
Ik lig als enige aan de wachtsteiger, de rest (allemaal beduidend grotere jachten) ligt de gebruikelijke rondjes te dansen op de golfjes. Er staat een knoopje of vijftien wind.
De binnenvaarder is een grote jongen, vult in de breedte de kolk voor zeker driekwart. Hij meert langzaam aan. Heel langzaam. Heel langzaam kruipt-ie steeds een stukje dieper de sluis in en dichter tegen de SB sluiswand, onder de brug door.
Ik maak geen haast met losgooien, ik neem me voor om ergens halverwege het rijtje in te voegen. Daar wil de Duitser die vooraan vaart echter niets van weten, hij moet en zal me vóórlaten, en ligt op me te wachten. Maar die binnenvaarder is toch nog lang niet klaar met invaren? Ik voel al een beetje nattigheid.
Ik vaar langzaam de sluis in, als eerste dus. De kolk doet zijn naam eer aan als de binnenvaarder kleine beetjes gasgeeft om nog ietsje door te varen, maar hij meert uiteindelijk veel eerder af dan ik verwachtte. Hmm, hij was dus niet alleen driekwart kolk breed, maar ook driekwart kolk
lang...
Ik zie het niet zitten om daar aan SB vlak achter te gaan liggen, tegen de wand én in zijn schroefwater, maar als die Armada vlak achter mij ook nog allemaal de sluis in wil, zal ik toch een eind door moeten varen, anders past dat nooit...
Ik kijk vragend naar de Duitser achter me, die gebaart dat ik naar BB moet. Hij zal toch niet bedoelen dat ik tussen de binnenvaarder en de wand moet afmeren ?!? Het zou net-aan passen, maar ik heb geen zin in een gekraakt notedoppie als die slordige paar duizend ton straks de sluis uit varen...
Aan BB eerste rij gaan liggen voor z'n schroefwater dan maar? Inmiddels vaar ik langs de wand aan BB, net voorbij de deuren. Ik kijk nog eens om me heen, ik zie er niet direct een gat in en dus hak ik de knoop door: "Ik zie dit niet zitten, we gaan eruit."
Er is immers nog ruimte en ik kan gemakkelijk draaien in de breedte van de kolk, dus roer om en rechtsomkeert! Net als ik instuur, komt er nóg zo'n klein stootje gas van de binnenvaarder, die m'n bootje nog een flinke slinger geeft: binnen één bootlengte lig ik achterstevoren. De invarende boten hadden zich al min of meer aan BB verzameld, dus er is tijd en ruimte genoeg om de sluis net zo hard weer uit te varen. De Duitser knikt begripvol, twee andere zeilers roepen me toe "De andere kolk is ook open!"
Geen kritiek, van niemand.
Bij de ingang zie ik nog twee andere boten ook omdraaien en naar de andere kolk varen, waar ook wij tevreden afmeren. Ik kijk over de muur en zie een stuk of acht jachten achter die grote binnenvaarder in de kolk gepropt. Aan 'mijn' kant van de muur ligt een koppelstel, veel korter dan dat andere schip, dus met drie jachtjes daarbij hebben we lekker de ruimte
Oke, de kolk uit varen tegen het verkeer in verdiende geen schoonheidsprijs, maar achteraf vond ik het toch een goeie beslissing (mét complimenten van de schipperse, dus wat wil je nog meer...)