Daar zitten we dan in de kroeg op de Scilly`s aan 7 verschillende biertjes. Het koste een week zeilen om hier te komen, maar dan heb je ook wat! We vertrokken zaterdag de 21e uit Marina Muiderzand om uiteindelijk om 1 uur `s nachts IJmuiden te verlaten en koers te zetten naar de Scilly Islands. Shifts werden verdeeld en al snel vond iedereen zijn plekje op de boot, ons varende eiland. De tocht begon vol verwachting, de wind en deining zwelde aan, het zou de tocht der tochten worden. Niets was minder waar. Dagen vol zon gingen voorbij, we vingen zoveel makreel dat op dag 2 al de rookton werd aangestoken en we konden genieten van de meest heerlijke gerookte makreel op toast. We bleven maar vangen, dus we maakten ook een overheerlijke pasta met gerookte makreel in roomsaus. Kortweg komt het er eigenlijk op neer dat de makreel ons na 3 dagen al de keel uit begon te hangen.
De dagen gingen voorbij met veel zon, zwemmen, slapen en boekjes lezen, net of we niet anders gewend waren! Op een gegeven moment raakte de diesel op, omdat we tijdens windstiltes en stroom tegen niet achteruit wilden varen en toch meer motor uren draaiden dan we hadden gedacht. Zo`n moment komt natuurlijk altijd onverwachts en niet op het goeie moment, we lagen `s nachts midden in het kanaal, tussen Dover (13 mijl) en Calais (10 mijl). We moesten kiezen, de stroom stond naar Calais en deze haven was ons bekend, dus eerst maar naar Calais om diesel bij te tanken. Het voelde een beetje als vals spelen, we vertrokken met het idee fulltime op zee te zitten tot we de Scilly`s zouden bereiken, maar daar kwam dit nu tussen. Uit protest gingen Laurens en Frederiek niet douchen (en lekker stinken), mochten we niet naar een winkel en gingen we zo snel mogelijk weer aan boord. Zo snel we konden, vertrokken we weer en pakten we ons leventje op zee weer op. Maar dit zijn ook de dingen die bij zeilen horen, het onverwachtse.
Tussen alle dagelijkse dingetjes door waren er soms momenten dat we helemaal hysterisch konden worden van eigenlijk hele kleine dingen. Zo zagen we op een gegeven moment iets rond drijven, wij er naartoe, springend langs de reling van nieuwsgierigheid. Bleek het een bar tafel te zijn, die precies bij ons in de kuip paste. Dus daar moest een borrel op gedronken worden, inclusief een kaars en borrelnootjes op tafel. Het kroeggevoel was compleet, luid kletsend en met muziek op de achtergrond voeren we weer een prachtige heldere, rustige nacht in vol sterren. De volgende nacht verliep een stuk minder rustig, de bekende heldere nacht werd langzamerhand zwart met elke paar seconden lichtflitsen, een hemel vol onweer! Wat moesten we daar van denken? Moet de elektriciteit afgekoppeld worden, motor aan, zeilen minderen en wat als er iets gebeurt? We gingen in overleg met de volgende shift en konden toch nog een redelijke nacht slapen.
Met het onweer waar wij uit hebben weten te blijven is ook de windrichting veranderd. Van NO naar NW. Dit betekende toch iets meer opletten aan het roer omdat wij overwegend in westelijke richting wilden varen. Gelukkig kon in deze situatie onze goede vriend de Aries ook bijspringen. Dit is onze stuurautomaat die op wind werkt, en het mogelijk maakt om zonder roerganger de juiste koers te blijven varen. Met de veranderde windrichting is ook de windkracht iets toegenomen. De dag vervolgden we met boekjes lezen en zeilen bijstellen omdat de wind niet constant was en regelmatig wegviel. De kroon op deze dag was natuurlijk een hysterische Laurens die roept een dolfijn, nee een HAAI!!! te zien naast de boot. Op maarliefst een meter afstand zagen we zijn vinnen voorbij komen.
Uiteindelijk bleek het een vriendelijke hondshaai te zijn. Deze haaien zijn vooral vegetarisch en eten plankton. Niets aan de hand dus, maar wisten wij veel op dat moment.
Onze boekjes wegsmijtend gluren we over het gangboord en zien op nog geen meter afstand de overduidelijke vormen van een 2 a 3 meter lange haai. Navraag later op st Mary’s levert geen uitsluitsel welk soort haai we gezien hebben. Maar een gevaarlijke zal het niet zijn geweest. We hebben deze dag de haai nog een aantal keer zien zwemmen achter de boot met de zo karakteristieke vin boven water.
Vooral de hieropvolgende dag kregen we te maken met dik 5 bft. De golven zijn behoorlijk hoog, en overtreffen de golven die we vorig jaar hebben gezien. Een machtig mooi gezicht. Helaas moet de stoerste van het groepje het ontgelden en gooit het heerlijke door onze acrobaat-kok Bas bereide avondeten overboord via de slokdarm. Bas (ook wel Sassafras) speelde het klaar om met een onmogelijk schommelende boot (40 graden helling) een lekker warme pasta te maken (probeer dit vooral niet thuis). Het eten hiervan is een niet te onderschatten belangrijke onderneming in deze omstandigheden. Op dit water wat tot een deel van de Atlantische oceaan gerekend kan worden, komen we behalve wat beroepsvaart ook nog een mooi Nederlands jacht (de Dix Bay) tegen. Met de door hun behaalde hogere snelheid komen ze duidelijk dicht bij ons in de buurt. Via de marifoon maakten we contact en kletsten wat over en weer. Er werden foto’s van beide boten gemaakt. Deze zullen ongetwijfeld zo snel mogelijk op de site verschijnen! De nacht was best zwaar, en zo ook de volgende dag. De natte bedden, veroorzaakt door lekkende ramen, en daardoor vermoeide bemanning maken dat het hoog tijd wordt dat we aan land gaan. De dag duurt lang, maar mede door onze Aries ( die maar liefst 40 uur non stop de boot op koers gehouden heeft) en met de motor erbij (vals spelen!) komen we toch nog op zaterdagavond voor zonsondergang, na 7 dagen varen, aan op st. Mary’s, het grootste eiland van de Scilly Islands. Na ons te vergapen aan een geweldig eerste uitzicht op de huiveringwekkende rotsen gaan we voor anker in een beschutte baai aan de zuidkant van het eiland. Het is daar op het moment van aankomst wel 5 meter diep, maar door het heldere water kan je het anker zich zo zien ingraven.
Die avond nog aanschouwen we een realiteit die zich 180 graden verschilde van het leven dat we tot nu toe hadden meegemaakt. De eerste keer echt douchen was best raar. Zoals verwacht bewogen de muren van de douche alle kanten op; de deining zit na een paar dagen zeilen diep in ons lichaam. Het liefst gingen we meteen weer terug naar de boot, want daar voelden we ons thuis. Na eindelijk weer een goede nachtrust was het de volgende dag tijd om echt te genieten. Laurens en Paul hadden een professionele surfplank gekregen voor hun verjaardag en die moest natuurlijk uitgetest worden. Laurens beet de spits af maar de plank was klein en lastig om op te leren surfen. Ook Fredje kreeg het niet voor elkaar en daardoor moesten we dit echt op het strand gaan oefenen. Daar was het eerst tijd om het eiland te verkennen. De Nijmeegse vierdaagse is er niks bij. Ondanks dat de omtrek van het eiland maar 10 kilometer is, hebben we het eiland van voor tot achter belopen. Het is leuk om nieuwe paden te bewandelen, wegen in te gaan waarvan we niet weten waar het einde is. Het mooie van alles is nog wel dat geen enkele weg waarin we gingen doodliep. Telkens opnieuw kwamen we dingen tegen die onze verwachtingen te boven gingen. Alles wat we doorstaan hebben is het meer dan waard geweest. De dag hiken rond het eiland leverde ons uiteindelijk bijna een kip op (we hadden hem wel gevangen, maar uit goed gevoel toch maar teruggezet in zijn kooi), en een surfplank (die we van een local gekregen hadden omdat zijn zonen die daar al jaren had laten verwilderen).
Uiteindelijk belandden we in de lokale kroeg en na vele potjes biljarten en uiteraard een aantal biertjes begon de spannendste reis die we tot nu toe zouden meemaken. Met 6 man in de “Gerrit” (onze bijboot optimist) terug naar de boot, wat nog een hele reis bleek.
De Scilly Islands zijn een paradijs, wat gelukkig voor ons nog in vrede bewaard gebleven is. Een paradijs wat het onbeschrijflijke vakantiegevoel met zich meebrengt. Palmbomen, een zuidelijke warme golfstroom waardoor het een sub-tropisch klimaat heeft. Alsof je naar de Caribische eilanden gezeild bent. Maargoed, die eilanden moeten maar tot volgend jaar wachten, of tot de wereldreis natuurlijk.
Wij hadden de mazzel om een J klasse zeiljacht te mogen bezichtigen. Midden in de eilandengroep lag onder de Nederlandse vlag 1 van de 4 unieke exemplaren voor anker. Met maar liefst een mast van 54 meter hoog en een zeiloppervlakte van 1000 m2 hebben wij het schip van dichtbij bekeken. Wij moesten verplaatsen van de zuidkant van het eiland naar de oostkant in verband met voorspellingen ZZW wind en hebben een rondje om the Lionheart gevaren. De dag erop voer het schip uit en hebben wij vol verwondering het schip zeilend zien verdwijnen als sneeuw voor de zon, god, wat gaat die boot snel. Waar wij gemiddeld tevreden zijn met 5 knopen gaat een J klasse gemakkelijk tot 20 knopen.
Ervaring is iets dat je pas hebt, nadat je het nodig hebt. Deze reis was voor ons allen een reis van “ eerste keren”. Nog nooit hadden we een eilandengroep aangedaan waarvan de aanvaarroute midden door gevaarlijke onderwater liggende rotsen doorliep.
De tijd vliegt en het is alweer tijd om dit mooie paradijs te gaan verlaten. Nu nog lekker in de kroeg maar morgen weer de zeilpakken aan. De voorspelling is windkracht 5/6 met ZZW wind. Wij wachten dit rustig af en willen dan in de namiddag richting de Franse kust. De wind draait naar verwachting nog morgenavond naar westelijke wind wat betekend zeilen opengooien en heerlijk schommelen op de hoge golven.
De terugreis is stapgewijs gedaan van St Quay, Guernsey, Alderney, Dieppe en naar huis. Meer verhalen voor wie dat leuk vindt op onze website
www.wildevaart.com