Dolfijnen, dat is iedere keer weer genieten.
Een goeie zes jaar terug op de oversteek van Holland naar Whitby.
Zo. 03-06-,07. 02:40 uur. Marjanne port me met:’Albert, mist!’
Het is potdik, geen vijftig meter zicht.
Marjanne probeert te slapen maar is binnen een uur weer boven en heeft geen oog dicht gedaan.
Ze gaat maar een bakkie soep maken.
Wat dat betreft, de inwendige mens wordt deze reis zeer goed verzorgt, geen liflafjes en blikvoer, maar volwaardige verse warme maaltijden.
De mist trekt op, het blijft alleen nog wat heiig.
Ik zit buiten met de helmstok te sturen zodat Marjanne binnen op de stuurstoel kan zitten suffen.
Ze heeft al bijna twee etmalen niet geslapen en ik heb diep medelijden met haar, maar kan er niets aan doen.
Ondanks alles doet ze meer dan haar plicht en zegt dan ook nog:’Ga jij maar pitten, ik kan toch niet slapen en dan blijf jij fris voor als het nodig is.’
Ze is een geweldige kameraad!
Het is aan het licht worden en het zeetje is zo goed als vlak, ik zit aan mijn helmstokkie en bewonder de eerste kleuren van de dageraad.
Plots zie ik in mijn ooghoek iets aan BB, vlak naast de boot.
Ik kijk overboord en verdomd daar zwemt iets.
Het komt omhoog en, ‘Marjanne, kom vlug, een dolfijn!’
‘Waar?’
‘Daar aan bakboord, pal naast de boot, o nee, hij zit nu aan stuurboord!’
‘Nee hij zit hier!’
Verrek, we zitten midden in een hele groep dolfijnen!
Het lijken er wel twintig maar echt tellen kan je ze niet.
Ze spelen met het “Zeebeest” en het rubberbootje en halen allerlei capriolen uit, met zoveel gratie en gemak, dat we ademloos toekijken zonder ook maar aan een fototoestel te denken.
Het duurt nu al langer dan een kwartier en de show gaat maar door.
Marjanne hangt onder de zeerailing door om maar niets van het schouwspel te hoeven missen, plots komt er een dolfijn geen tien centimeter naast de boot en zwem gelijk met ons op.
Hij draait zich op zijn zij en op een afstand van nog geen halve meter kijken Marjanne en Dolfijn elkaar aan.
Beide nieuwsgierig naar de ander.
Dit duurt nog geen minuut, dan duikt haar nieuwe vriendje/vriendinnetje weer onder de boot door, staart nog van een meter of wat afstand naar mij en is verdwenen.
Ik kijk weer naar BB maar geen dolfijn meer te bekennen, ook aan SB niets, in een klap zijn ze allemaal weer vertrokken.
Nu pas pak ik mijn camera, helaas ze zijn echt weg.
We blijven achter, niet met een gevoel van verlies, maar met het gevoel dat we een geweldig mooi cadeau hebben gehad.
Even later zit Marjanne aan het wiel, dat ze al meer dan twee etmalen niet geslapen heeft is haar aan te zien maar ook zie je dat ze ziels gelukkig is met de ontmoeting met deze vriendelijke, vrolijke en intelligente wezens.
Ze zegt:'Dit maakt alles goed.'