Othonoi.
Ilex passeerde in zijn verhaal het eilandje Othenoi. Wij ook, lang geleden. Een nogal ongewoon tochtje.
We vertrokken 6 December 2001 vanuit St Maria Di Leuca, bedoeling was tot Corfu te zeilen. Ongeveer 86 mijl, voor ons een lange dag & nacht vaart. Hadden we gedacht.
Even ter verklaring, ik had voordien anderhalve maand aan de Siciliaanse oostkust gezeild, was eigenlijk op weg naar Tunesië toen de golfoorlog uitbrak. Bekenden die reeds in Monastir waren belden en waarschuwden vooral niet naar Tunesië te zeilen omdat er plots een erg hatelijke sfeer was ontstaan.
Zuidoost Sicilië is bekend voor de snelle aangroei. Ons bootje is een echt onderwaterschip, en dat was nu helemaal begroeid met een laag pokken. In November kun je er nog goed snorkelen maar de aangroei daar is zo erg dat ik de 30 m² onderwaterschip niet schoon kon houden.
In Siracusa vroegen de Sicilianen zoveel geld voor het bovenhalen van ons bootje dat ik besloot tijdens de winter naar Griekenland te zeilen. Behoorlijk stom wegens het winterweer maar wist ik veel. We zijn niet één ander jacht tegengekomen die maand en ik weet nu ook waarom.
Enfin, ons bootje maakte motorend nog slechts 4 knopen, zeilend gaat ie stukken harder maar dan moet er ook wind staan.
We hadden ongeveer 86 mijl te doen, met een traag scheepje en in de periode dat de dagen het kortst zijn. Ik wilde graag met daglicht de engte tussen Albanië en Corfu aanlopen, dus we vertrokken om 11 h s´morgens.
In die tijd had je het weerbericht slechts via de marifoon, meer dan twee dagen vooruit kreeg je geen voorspellingen en correct was een woord dat nog moest uitgevonden worden.
Ik moet nog vermelden dat we samen zeilden met een Duits jacht.
Harald, een solozeiler. Zo onbeholpen, stuntelig, vers van de pers was dat ik medelijden had met die vent. Hij was de Italiaanse westkust afgezeild met enkel een “Agip” benzinestation kaart en ongelooflijk veel mazel. Begreep totaal niks van navigeren, was absoluut a-technisch, en de grootste chaoot die ik ooit heb gekend. Hij had een stalen 11 meter zeiljacht met hydraulisch bediende liftkiel, dus eigenlijk kon er niet zoveel fout gaan. Hij klitte reeds achter ons aan sedert Regio, en de kerel was zo onervaren dat ik me een beetje verantwoordelijk voor hem voelde.
Hij was financieel landbouwexpert, had een ziekte gekregen die voor de meesten de dood betekend en was nu op een soort “Beter laat dan nooit” afscheidsreis. Had ook last van beginnende Alzheimer.
Ik haat samen varen want dan kan ik niet totaal m´n eigen gang gaan. Helaas kon de kerel praten als Brugman ( Brückmann ) was uiterst manipulatief en hij was het dan ook die na een week zeuren me overhaalde te vertrekken ondanks mijn bedenkingen. Hij wilde perse vóór kerst op Corfu zijn want verwachtte bezoek.
Hij volgde ons om ons te helpen in geval van nood. Tenminste, dat was wat hij vertelde. Zeker weten dat hij het zelf geloofde. We zeilen een klein zeventig jaar oud houten bootje dat Harald nogal geringschattend “ Ein liebes kleines bötchen” noemde. Helaas had ik me door hem laten overhalen dat hij onze vaste bijboot bij hem aan dek zou nemen tijdens de oversteek naar Corfu. Ik sleep die bijboot meestal maar die haalt toch een halve knoop van de snelheid af en iedere beetje snelheid is gewonnen op langere oversteken.
Wij op weg, we waren nog geen 5 mijl voorbij de punt van Italië en het werd reeds duidelijk dat we een ruw ritje zouden krijgen. We hadden ruim een week in de haven van St Maria di Leuca doorgebracht wegens stormachtige Noord wind uit de Zuid Adriatic, nu was de voorspelling “Slechts” 5 Bf. Mare mosso ( ruwe zee )
De enige foto gemaakt tijdens dat tochtje. Ons bootje net na vertrek nog in de luwte van S Maria di leuca.
We gingen de nacht in met een forse 5 schat ik, we hebben geen instrumenten. De zeegang was verschrikkelijk ruw, de straat van Otranto had geen lust te kalmeren van die aanhoudende stormachtige Noord winden. Ons bootje vaart hard met veel wind, we zeilden de Duitser er uit, zin om te remmen had ik niet, hoe minder uren op die zee hoe liever. Er stonden algauw brekende golven van drie meter en ons kleine schuitje beukte daar doorheen met maximum snelheid.
We zeilden iets net iets ruimerals hoog aan de wind, deden 6,5 Kn volgens de Gps. Een log hebben we niet.
De boot kreeg enorme opdoffers en ik was bang de fok te verliezen. Onze fok was in de Golfo de Squillace stukgewaaid en ik had in Crotone een tweedehands fok gekocht omdat ik wilde zeilen met een uitgebalanceerde boot. Die fok was licht doek, bedoeld voor een bootje van 1500 kilo, een noodoplossing voor onze acht ton. Dat het fokje het gehouden heeft verbaast me nog steeds. We hadden de kluiver ingerold tot een hoekje, dat kleine lichte fokje en gereefd grootzeil. Het yawl zeil was bij donker worden gestreken.
Met ruw weer of als we de nacht ingaan zorg ik ervoor dat ik niet meer aan dek moet komen. Ons bootje kan met één rif, ingedraaide kluiver, kleine fok en gestreken bezaan eigenlijk alles aan.
De zeegang en wind werd tijdens de nacht zo erg dat ik besloot achter het eilandje Othenoi te gaan schuilen. We hadden een kleine handheld Gps, ik moest in dat kloteweer de minuscule cijfertjes ontcijferen, dan in kaart brengen. Toen we in de luwte van het eiland kwamen werden de zee en wind minder, zo kon ik rustiger navigeren.
Tijdens Decemberstormen heb je geen maan of sterren, alles is stikkedonker. Toen ik het Zuidwestelijk licht van Othenoi Noord peilde kon ik land ruiken en hoorde ook branding. Met ons supersterk zoeklicht zagik rotsen maar daar er geen bomen staan kun je geen afstanden schatten. Toen we volgens de Gps op 100 meter van de haveningang waren kon ik nog steeds geen land zien.
In die tijd moest je plus of min 300 meter rekenen voor een GPS plaatsbepaling. Heb toen in een meter of vier water geankerd en ons bootje weer een beetje in orde gebracht.
Later bleek dat er geen licht op het eiland was omdat ze de generator na middernacht uitschakelen tijdens de wintermaanden.
Havenlichten ? In Griekenland tijdens de winter? Waarom ?
We zijn bang geweest tijdens die vaart. Zoveel ervaring met de Middellandse zee had ik niet. We waren de Rhône afgekomen en dan met dagtripjes de Italiaanse kust afgezakt tot het zuidpuntje van Sicilië. Ik ga de zee niet op als er een zes in het weerbericht zit, gewoon omdat het leuk moet blijven. De wind was niet het probleem, wel de zeegang. De golven hadden zich een week kunnen opbouwen, ze hebben er ruim 400 mijl de kans toe. Korte steile brekend golven. Ik was bang voor ons hachje, wat indien het nog erger werd? Aardedonker, in het licht van de kajuitlamp door de ramen kon ik soms de brekende toppen van de golven zien aanrollen, Ons bootje zeilt hard aan de wind op z´n best, dat daar de ramen niet uit het doghouse geslagen zijn is een wonder. Het was ook de eerste harde langdurige test van ons bootje onder zeil met mij als schipper.
S´Morgens bleken we inderdaad op honderd meter van de haveningang te ankeren.
Ankerop en de haven in, aangemeerd tegen een Italiaanse viskotter, net naast de ferry aanmeerplaats. Vertelde de schipper van die kotter dat ze reeds anderhalve week in Othenoi lagen, te slecht weer om terug naar Italië te varen. Kun je nagaan. Die beroeps met hun grote schuit blijven binnen en wij oenen zeilen daardoor.
Twee dagen later draaide de storm blijkbaar naar Zuid, de haven werd onhoudbaar. Toen de swell in de haven aan de kade een meter was en ik achter twee ankers lag te bokken stond plots een kerel op de kade die schreeuwde dat we moesten verkassen, de wind zou verder Zuid draaien en dan is Ammos ( de hoofdhaven ) onhoudbaar. Hij wilde dat ik aan de Noord zijde van het eiland ging ankeren. Ik zag het gewoon niet zitten, die zeegang en dan weer enkele dagen een storm uitrijden met praktisch nul beschutting. De man merkte dat ik radeloos was, vroeg dan hoeveel diepgang we hadden. Anderhalve meter schreeuwde ik waarna hij bij ons aan boord wilde komen.
Ankers opgehaald, dan tot op drie meter van de kade, dichter durfde ik wegens de swell niet komen, neemt die kerel een aanloop en springt zo aan dek. ( we hebben geen zeereling )
Die langharige kerel drukt me aan de kant en neemt het roer. Ik was zo radeloos dat ik hem liet doen. Hij voer met volgas de haven uit, maakte een flinke boog en stuurde dan op Avlaki haventje aan. Dat was toen een piepklein vissershaventje, volgens het pilotboek ongeschikt voor jachten wegens de diepgang. Tijdens de aanloop voor de invaart zag ik de hele weg een met rotsblokken bespikkelde rotsplaat onder ons doorschieten. Baardmans voer op enkele meter bij rotsen links en rechts voorbij, extra veel gas om de golven de baas te zijn.
In het haventje gaf hij me het roer, liet kennen dat ik naast een caique moest aanmeren. Niks geen swell, volkomen rustig ondanks dat de havenmuur naar het zuiden slechts een meter hoog was. Later bleek dat er in een straal van tweehonderd meter een rotsplaat rond het haventje ligt, net onder het wateroppervlak zodat zelfs de ergste zee zich doodloopt vóór hij de havenmuur bereikt.
Er was toen één bevaarbare geul in dat rif, geen boeitjes, niks behalve de rotsblokken. Diepte ??? Ongeveer twee meter als je de geul wist liggen.
We lagen prima beschut, hadden toch wel een beetje zorgen. We zaten uiteindelijk bijna twee weken op het kleine eilandje vast. Eerst wegens de storm, later konden we het haventje niet uit wegens de diepgang. De Middellandse zee heeft dan wel geen getij, het zeeniveau stijgt en daalt echter met de barometrische druk. Waar ik nu anker is dat wel eens driekwart meter. Ik had geen zin om ons bootje door de restswell op de bodem te laten zetten in de invaartgeul. Bovendien miste ik m´n dingy om de geul te gaan peilen.
Op het eilandje was alles op één taverna na dicht. Die was gelijk ook dorpswinkeltje.
Helaas hadden we in Italië onze laatste Lira´s opgemaakt en wilden in Corfu dan weer Drachmes uit de muur trekken. Wij hadden enkel bankpasjes en die waren op Othenoi waardeloos. Op het eilandje was één werkende kaarttelefoon, de ferry kwam 10 dagen niet wegens het stormweer, de vrieskist van Perikles, de jongste eigenaar van de taverna was leeg. Babis, de nette Albanees die ons gered had startte iedere dag de dorpsgenerator, liet hem vier uur lopen, daarna verviel het dorpje weer op petroleum of gaslicht.
Uiteindelijk gaf Perikles ons gewoon krediet, ik kon iedere dag wat spullen halen, onder andere ook een fles retsina per dag. Tijdens onze boodschappen mocht ik een paar jerrycans water uit een put achter de taverna halen. We bakten ieder twee dagen een brood op de houtkachel.
De visser uit het huis bij Avlaki haventje schoot een eend en toen hij zag dat het water me uit de mond liep bracht hij ons de vogel, klaar voor de pot. Toen hij merkte dat we strandhout jutten voor de houtkachel lag er plots een hele stapel droog olijven brandhout op het dek. We hebben ook een reflex dieselkachel maar de dieseltanks waren zo goed als leeg, ik gebruikte liever de houtkachel.
Je ligt er in zicht van de Albanese bergen ( Bij goed zicht ) en we hadden iedere morgen sneeuw op dek. Tijdens de winter leven er hooguit 40 mensen, er is wel een kustwachtpostje waar ik iedere dag het weerbericht ging halen.
Ook dit is Griekenland, sneeuw.
Ons eerste contact met Griekenland ( en Albanezen ) was overweldigend. Babis ( wij noemden hem Sinterklaas ) bracht massa´s sinaasappels, en sloot zelfs een stroomkabel aan zodat we de accu´s konden laden.
Op een mooie morgen, er was weer zes Bf voorspeld stond Stavros de visser op de caique naast ons en maakte duidelijk dat we nu moesten gaan. Hij was waarschijnlijk mijn gezeur over de juiste vaargeul om uit de riffen te komen zat. Meerdere keren heb ik hem en Babis gevraagd hoe de geul nu precies liep, ik kreeg de indruk dat ze het ook niet exact wisten, hun boten steken een halve meter.
Het werd toch weer nacht voor we Gouvia marina op Corfu binnenvoeren. Ondanks de voorspelde zes Beaufort hadden we nul wind en een spiegelgladde zee. Stavros kent zijn gebied.
Een week later heb ik samen met Harald de ferry genomen naar Othenoi om Perikles te betalen en Babis een royaal cadeau te brengen.
Nu hoe het Duitse Harald gegaan is.
Tijdens de nacht in dat slechte weer zijn we gewoon van hem weggevaren. Alhoewel zijn jacht langer en moderner is kon hij ons bij die zeegang en wind niet bijhouden.
We haalden slechts 4 knopen met de Perkins diesel maar met harde wind loopt ons bootje als een speer. Het marifooncontact verloren we omdat zijn antenne stuk was en hij de reserve antenne op de voor preekstoel geschroefd had. Die zat net zoveel in als boven het water in die zeegang.
Harald had een prachtig sterk jacht dat echter in die brekende zeeën en die wind paaltjes ging pikken. Ons bootje gaat door de golven, enkel het doghouse zorgt er voor dat de kuip droog blijft.
Harald had nog nooit zo´n weer meegemaakt, veel ging mis. Net na het reven heeft de grootschoot hem in het gezicht geveegd. Bloedneus, duizelig, even weg, bril verdwenen. Ik had hem gezegd om bij slecht weer Othenoi aan te lopen, had zelfs de coördinaten in zijn plotter gezet. Hij had zo´n modern ding met een pijltje hoe je moet sturen om bij een waypoint te komen.
Harald was kapot, zo goed als blind, er sopte water over de vloer, hij besloot om het pijltje te volgen. Nu komt het, dat waypoint had ik net buiten de haven gelegd, je moet echter wel OM het eiland en dan het waypoint aanlopen. Daar moet iets fout gegaan zijn. Volgens zijn zeggen deed het plots “RHOEMS” en hij zat aan de westkust van Othenoi op de rotsen. De bodemplaat van zijn stalen schip was 20 mm dik, dus hij trekt de kiel hydraulisch omhoog en komt weer los. Tegen die tijd, daar in het stikkedonker met die golven, was Harald gaar. Hij heeft dan besloten om vóór de wind te gaan varen. Twee nachten en een dag. Dan draaide de storm en waaide hij gewoon terug. Hij haalde uiteindelijk Corfu langs de ZO zijde, meerde in Gouvia marina aan en is een jaar lang niet meer uitgevaren. Schrik. Hij moet in de buurt van het Zuidwestelijke vuurtorentje op de kust gevaren zijn, dat hij die vuurtoren niet heeft gezien begrijp ik niet. OK, z´n bril was weg en de reserve vond hij niet maar een vuurtoren zie je toch ook zonder bril. Misschien is hij even ingeslapen, hij wilde er niet over vertellen. Op de stuurautomaat heeft hij niet gevaren want die was ook stuk.
Later heeft hij de stier bij de horens gevat en is in vijf dagen van Corfu naar Fethiye in Turkije gedieseld, heeft de Fethiye golf niet meer verlaten met zijn jacht.
Wat die man heeft meegemaakt tijdens onze overvaart moet verschrikkelijk geweest zijn.
Hij die nooit en van niks bang was had zijn meester gevonden. Hij wilde er nooit over praten, deed altijd ontwijkend. Eén keer, met een glaasje teveel op beweerde hij dat het hele voorval eigenlijk mijn schuld was. Ik had het waypoint ingegeven, had niet gezegd dat het eiland eerst gerond moest worden. Misschien is het zo, heb ik gewoon aangenomen dat je zoiets weet.
Harald zeilt niet meer, heeft verkocht.
Ik heb veel geleerd toen.
Zo hebben we altijd genoeg spul aan boord om het zonder inkopen een maand te kunnen uitzingen.
Ik zal me nooit meer laten overhalen iets te doen waar ik geen goed gevoel voor heb.
We misten onze dingy, hadden wel een Syvlor opblaasboot voor noodgevallen maar die raakte reeds lek tijdens het eerste contact met de kade.
Voor langere tochten hijs ik de bijboot nu op het voordek. Daar word hij ondersteboven vastgesjord.
Nadeel is dat hij over de ankerlier ligt die ik dus niet meer kan bedienen. Normaal sleep ik de bijboot. Duizenden mijlen zonder ook maar een druppeltje water. Er komt wel eens een spatje water in maar dat verdampt direct. Dat die bijboot altijd gebruiksklaar is heeft reeds een paar keer onze boot gered.
Heb erg veel vertrouwen in ons bootje gekregen, ikzelf moet nog steeds leren.
Heb in Google Earth gezien dat Avlaki haventje nu gemoderniseerd is, op de foto´s zie je jachten liggen. De Italianen noemen het Nuovo porto. Is iemand er geweest sedert de modernisatie ?