De foto die ik opzocht voor het draadje
“Where are we / wo befinden wir uns / où sommes nous ?” deed mij herinneren aan het reisverhaal dat ik eens heb geschreven voor het clubblad van de
CTC.
Voor de liefhebbers hier de ZF versie daarvan.
Vancouver BC, Canada
We schepen in op de vrijwel nagelnieuwe F-33 trimaran ‘Hi5’ van Sigi Stiemer.
Sigi vaart de eerste dag met ons mee om ons wegwijs te maken op zijn snelle trimaran. Wij zetten hem af op Saturna Island bij het zomerhuisje van een vriend, ook een trimaran zeiler maar met een F-24. Als wij de volgende dag vertrekken richting Nainamo, varen zij met de F-24 terug naar Vancouver.
Charteren, maar dan anders
Een half jaar eerder heb ik druk e-mail verkeer met Sigi Stiemer. Al eerder vond ik op één van mijn surftochten op internet de
website van de Hi5. Een interessante site met tal van creatieve ideeën die mij aanspreken.
Een pull down menuutje met chartermogelijkheden doet mij een e-mail sturen. Hij “kent” mij wel van mijn bouw activiteiten. Zijn reactie is verrassend en komt neer op een soort bootruil, waarbij wij de F-33 kunnen gebruiken in ruil voor het gebruik van mijn F-39. Een interessant idee, ware het niet dat mijn F-39 nog lang niet in de vaart is. Het zou verplichtingen scheppen en wellicht de lol van het bouwen kunnen ondermijnen. Deze interessante optie verwijs ik daarom naar de toekomst, ik geef de voorkeur aan een financiële vergoeding, zonder verplichtingen. Dat blijkt de juiste reactie te zijn om “Hi5” mee uit zeilen te krijgen.
Pas later begrijp ik dat de trimaran slechts wordt meegegeven aan enkele intimi en de term “charter” een heel ander doel dient.
We zijn dus bevoorrecht.
Lege kist
De boot is goed voorzien van kaarten, pilots en GPS en wij hebben een planning gemaakt om in ongeveer twee weken in dagtochten heen en weer te varen naar Desolation Sound in het noorden van de “Strait of Georgia”.
Alleen die naam al, in combinatie met Orka’s en beren slaat daarbij mijn fantasie op hol. Desolaat is Desolation Sound zeker, maar orka’s zien we niet en voor de beren maken we teveel lawaai. Veel proviand kunnen we niet meenemen, maar de pilot belooft in Toba’s Wildernest een ministore met enige basis levensmiddelen. Helaas blijkt de mini-store een lege diepvrieskist te zijn en Kyle Hunter, de beheerder, moet smakelijk lachen om te tekst in de pilot waar wij hem op wijzen.
“Hey folks, where do you think you are? This is the middle of nowhere!”
Dus hebben we een uitermate karig maaltje die avond, maar het wijntje daarna smaakt er niet minder om. We zien Kyle met een klein motorbootje het water opgaan. De volgende ochtend doet hij dat weer en bij terugkomst geeft hij ons een emmertje verse garnalen zo rood als ik ze nog nooit eerder gezien heb. Ze komen al net zo rood de pan uit als ze er in gingen. Kyle wil er niets voor hebben en verontschuldigt zich voor gisteren.
Nou ja, dat was nou ook weer niet nodig.
Zeilerswalhalla
Desolation Sound is inderdaad één en al natuur, niet gecultiveerd, gelegen aan de voet van woeste bergen met besneeuwde toppen en alleen per boot (of watervliegtuig) te bereiken. De beleving is wel vergelijkbaar met de fjorden aan de Noorse westkust. En hoewel Kyle de zomermaanden in zijn ‘Wildernest’ bivakkeert, is de bewoonde wereld slechts enkele uren varen verwijderd.
Desolation Sound vormt samen met de Discovery eilanden de begrenzing van de Strait of Georgia in het noordwesten. Begrenst door het vasteland van British Columbia aan de noordoost zijde, Vancouver Island aan de zuidwest zijde en de San Juan eilanden in het zuidoosten mag wat mij betreft de Strait of Georgia het zeilerswalhalla genoemd worden. Een flink stuk water met een lengte van zo’n 150 mijl en een breedte variërend tussen 10 en 35 mijl, omringd door een overweldigende natuur, een omvangrijke populatie van zeehonden, dolfijnen en diverse orka families en toch beschut door de omringende landmassa’s. En als weer en wind eens tegen zitten zijn er tal van nog meer beschutte doorvaarten achter langs de vele eilanden, waar het varen op stroom ook nog eens flink beoefend kan worden. Want stromen doet het daar wel, tot heuse stroomversnellingen aan toe in verder ogenschijnlijk stilstaand water.
Droogvallen
Op Sandy Island vallen we droog op het strand. Weliswaar niet helemaal gepland, maar wel leuk om te doen, zeker omdat het de eerste keer is. De oorzaak is de vakantiefoto die we naar familie en vrienden willen sturen. Toen het idee werd geboren, dreven we nog maar de fotograaf laat nog op zich wachten. Afkomstig van een andere boot zie ik haar naar het strand roeien om haar hondje uit te laten. Een mooie kans voor een foto met ons allen er op. Het hondje heeft echter andere plannen, die natuurlijk voor gaan, en voor we het helemaal door hebben, liggen we al onwrikbaar vast.
Niet erg, we vermaken ons prima hier met zwemmen en wandelen op een verder onbewoond eiland.
Stuurloos
Vele zaken die ik ook op mijn eigen F-39 heb gepland, vind ik ook op deze boot terug, zij het dan in een wat kleinere maat. De draaibare mast functioneert geweldig, alleen moet ik erg wennen aan de dunne lijnen door de aluminium jufferblokken waarmee de dyneema verstaging staat gespannen. Het is vast en zeker voldoende sterk maar voor mij had het een maatje zwaarder gemogen.
Het daggerboardroer stuurt licht als een veertje, totdat de boot plotseling wel heel erg loefgierig wordt. Terwijl we hoog aan de wind opkruisen met één rif in het grootzeil en met een bootsnelheid van zo’n 12 knopen, komt het roerblad iets omhoog en begint schuin naar achteren te scharnieren. Terwijl ik zie dat de onderste breekbout is verdwenen, breken ook de overgebleven twee breekbouten los. Er is geen houden meer aan, snel laat ik de zeilen vieren maar het is al te laat. Het roerblad breekt dwars uit de roermof.
Vooruitziend of niet, ik had aan het losse roerblad gelukkig wel een lijntje geknoopt zodat deze nu achter de boot aan drijft. Terugplaatsen is niet meer mogelijk. Zowel de helmstok als de roermof, beide van koolstofvezel, zijn gebroken.
Verdorie, we zijn ineens stuurloos.
Stuurloos
Het eerste dat dan opvalt is hoe hoog de golven eigenlijk zijn. De boot beweegt zeer onaangenaam. Ik probeer met de zeilen de boot enigszins sturend te maken. We gaan als vanzelf telkens overstag, mede dankzij de zelfkerende fok, en ik krijg het maar niet voor elkaar dat te voorkomen en een min of meer vaste koers te zeilen.
Een goede les voor de toekomst, leer sturen op alleen de zeilen en oefening baart kunst. Nu ergens midden in de Strait of Georgia en samen met mijn vakantievierende gezinsbemanning is dit nu niet echt het moment en de sfeer om dat eens lekker te gaan oefenen. De zeilen moeten naar beneden, ook om weer wat meer rust in de boot te krijgen.
De buitenboordmotor is maar een heel klein beetje draaibaar en na wat uitproberen op verschillende koersen blijkt een noordwestelijke koers met de wind mee de enige haalbare koers te zijn waarbij de schroef niet al te vaak boven het water uitkomt en ik ook nog enigszins kan sturen. Nu we weer enigszins onder controle zijn pak ik de kaart erbij om te zien waar deze koers ons heen kan brengen. Dat valt niet tegen. In het verlengde van deze koers ligt ongeveer French Creek, een haventje aan de oostkust van Vancouver Island.
Inmiddels waait het zo’n 20kn. Om met de motor enigszins te kunnen sturen zit ik op mijn knieën aan het eind van de kuipbodem en naast de motor. Als een soort van golfbreker. Zo ongeveer elke derde golf komt de open kuip in rollen. Ik zit te laag om iets te zien maar Monique houdt wel een oogje in het zeil. De GPS in het kajuitschot kan ik wel zien zodat ik min of meer op koers kan blijven. Het anker ligt paraat.
Aanloop oefenen
French Creek heeft een zeewering van grote betonblokken met een ingang tussen twee havenhoofden van eveneens grote betonblokken. Vanaf zee gezien lijkt dat op een aaneengesloten muur zonder enige opening. Er moet toch echt een opening in zitten, maar die zien we niet. Eerst even verkennen zou wel fijn zijn maar het nadeel van een verkennend rondje is dat we dan een stukje terug moeten tegen wind en golven in. Ik weet niet of dat lukt, dus dat oefenen we eerst maar eens daar waar we nu nog opties en de ruimte hebben.
Het lukt en dat gaan we dus nog een keer doen zodra we zicht op de ingang hebben om te zien hoe we dit met onze beperkingen kunnen aanlopen. Mocht dat alsnog mislukken - en dat is niet uitgesloten vanwege de vermoedelijk hogere zeegang aan deze lage wal - dan kunnen we nog een heel stuk verder gaan in noordwestelijke richting om een nieuw plan te bedenken.
Na deze oefening durf ik nu wel van dichtbij de haveningang te verkennen waarna we als een soort dronken zeeman de bijna 180 graden bocht direct na de ingang overwinnen en ook nog binnen de boeitjes blijven. De reddingsboot die nu juist naar buiten komt rammen we net niet. Ik schrik toch wel even, ze rukken toch niet voor ons uit? Er wordt wel een beetje zorgelijk naar ons gekeken en ik zwaai maar vriendelijk terug waarna ze gas geven en naar buiten stuiven. Later zie ik dat ze een zeiljacht naar binnen brengen dat blijkbaar assistentie nodig had.
Zo’n trimaran manoeuvreert sowieso al erg lastig. Daar waar we buiten nog de ruimte hadden is het hier binnen in de havenkom maar een krappe bedoening. Ook in de beschutting van de haven waait het nog flink door en heb ik geen andere optie om toch maar flink het gas er op te houden om zo de wind op de kop houden. Recht zo die gaat en de nu lege ligplaats van de reddingboot recht voor ons is de ideale aanleg plaats om zonder verdere brokken aan de wal te geraken.
Verleggen doen we later wel.
Improviseren
Verdorie, precies op de helft van onze zeiltocht liggen we met panne in een niet geplande haven. Wat een domme roerconstructie is dit eigenlijk. Ik probeer de tekeningen van mijn eigen boot in gedachten te krijgen. Die constructie lijkt er veel op, maar op Hi5 zijn nylon breekbouten toegepast en voor mijn boot zijn dat volgens mij aluminium breekbouten. Hmm, toch nog maar eens goed naar de details kijken als we weer thuis zijn.
Ik overweeg de opties, Sigi bellen, boot over de weg terug naar Vancouver laten transporteren, noodreparatie ?? Aaagh, eerst maar eens droog en warm worden. Het haven restaurantje is daarvoor de goede plek. Met bier en flinke hamburgers komt zowel de lichamelijke als mentale conditie weer op peil en kijken we tevreden terug op een toch wel enerverende middag.
’s-Avonds bij een goed glas wijn bedenk ik een oplossing. We hebben een Ikea lattenbodem aan boord, die precies tussen de bakboord- en stuurboord bank past en zodoende als extra kooi gebruikt wordt. Met wat gereedschap dat ik van de reddingsbootbemanning leen, wat schroeven, bouten en een paar dyneema lijntjes maak ik de volgende dag een provisorische reparatie met twee bedbodem latten. Dit moet de vakantievreugde weer herstellen, en dat doet het ook.
Pfff, nou, dat valt nog helemaal niet tegen. Ik schuif het roerblad net zo ver naar beneden als dat ik denk dat mijn noodreparatie het kan houden. Maar zelfs met het roerblad voor tweederde naar beneden blijft Hi5 geweldig zeilen en sturen, blijft alles heel en kunnen we onze tocht vervolgen alsof er niets is gebeurd.
Met de bus
Victoria staat ook nog op de planning. Buitenom is dat best nog wel een stukje zeilen. Ik heb daar tijdens de voorpret best wel naar uitgekeken, ook omdat daar vaak Orka’s gespot worden. Maar onder de gegeven omstandigheden is dat de goden verzoeken. Met mijn gespalkte boot in het snel stromende water van de Strait of Juan de Fuca en uit de beschutting van Vancouver Island geraken is onder deze omstandigheden niet slim.
Daarom stellen we de plannen bij en bezoeken we Victoria met de bus. Hi5 blijft geankerd achter in het zeer idyllische Tod Inlet.
Niet de eerste keer
Bij terugkomst in de thuishaven heb ik iets op te biechten, … dacht ik.
Maar het blijkt juist andersom te zijn. Ook Sigi heeft de breekbouten eerder gebroken, maar niet op open water en met zulke desastreuze gevolgen. Hij had ze bullit-proof vervangen door RVS-bouten (en daarmee de veiligheidsklep van het roerblad opgegeven). Ter gelegenheid van onze komst had hij de RVS-bouten weer vervangen door nylon exemplaren zodat de boot overeenkomstig Ian Farriers ontwerp zou zijn ….
“to avoid any resistance of that Dutch F-boat builder” (?!?)
Ik heb mijn eigen bouwtekeningen van het roer er nog eens op nageslagen en constateer dat het roer van Hi5 toch niet geheel volgens Farriers specificaties is gemaakt ..… De bouwer (Precourt) is niet meer in business.
Het heeft de pret niet mogen drukken. Nog eens twee weken toeristisch toeren met de VAN van Sigi maakte ons Canadese avontuur wel heel compleet.