Voorzichtig lezen. De inkt is nog nat!
Sluisrij Stavoren, ergens 2003.
Er was al langer sprake van, dromen van, nou ja, dat soort dingen. Maar nu was het dan echt gebeurt. Ik ben van Matroos gepromoveerd tot Schipper. Dat wil zeggen: ik heb een bootje gekocht. In Friesland bij de inmiddels failliete oplichter bij de Galamadammen. Maar goed, daar gaat dit verhaal niet over.
Waar het wel over gaat, dat dat bootje naar het Zuiden moest. Ik had namelijk een ligplaats in de inmiddels opgeheven jachthaven Rode Vaart. Je zou zeggen dat hier een patroon aan het ontstaan is, maar wees gerust, het eindigt hier.
Vooraf had ik natuurlijk vreselijk opgeschept bij al mijn vrienden, en iedereen zou wel mee helpen dat bootje naar Brabant te krijgen. Maar ja, spitsuur van het Leven en zo. Allemaal in de kleine kinderen en zie dan maar een geplande bemanning achtereenvolgens dagen vrij te spelen. Punt je bij t paaltje. Dat lukte dus niet. Toen ik daar over vertelde bij een Duitse collega van me aan tafel, kee zijn 15 jarige dochter op: O. Mag ik mee??? Na wat over en weer gepraat, ja.
Nu was de vorige eigenaar van Otjemedor (wie verzint dat???) Duits, en had dus een Duitse vlag aan boord. Spitzt mir gewaltich, en ik heb niks tegen onze Oosterburen, maar ik schipper niet onder een Duitse vlag. Dus mijn eerste uitgave bij de watersportjuwelier was een Nederlandse.
Een uurtje later konden we onder de juiste kleuren de haven verlaten en onderweg. De eerste hindernis van betekenis is de sluis bij Stavoren. Toen nieuw voor mij was de wachtrij die daar tussen twee mini remmingwerken ingesteld is. En natuurlijk, daar bleek dat een Hurley 700 rampzalig manouvreert, dat de buitenboord motor totaal verkeerd was afgesteld, (en naar later bleek geen werkschroef te hebben). Dus met wat botsen tegen het hout vastgemaakt. Geen verzekering hoeven bellen manouvre geslaagd. En met dat ik vast lag sloeg de motor af, en was niet meer aan de gang te krijgen. Lastig zo.
Gek genoeg lag ik niet in de weg: met wat gedoe kon iedereen langs mij heen en toch door de wachtrij. Tot er een Duitser (sorry het was nu eenmaal zo) met een jacht van een meter of 13 in de wachtrij terecht kwam. Die kon er niet voorbij. Zonder ook maar een spoor van Nederlands zei hij dat ik daar weg moest. Sorry, motor problemen. Los ik eerst op. Ja, aber Sie halten das ganze Teil auf!!!
Ja, zeg! Maak t even! Ik spreek ook Duits hoor, let op!
Hören Sie mal genau zu! Wir müssen beide unsere eigene Probleme lösen. Ich hab Motorprobleme, Sie haben ein zu dickes Arsch!!!
Waarna ik onder luid gelach daarna volstrekt onverstoorbaar verder ging sleutelen.