Wadloper schreef :
Baasklusje schreef :
Zeg het maar, wat is Harpuis?
De vier minuten die liggen tussen mijn laatste pots en die van jou zijn kennelijk te kort om te zien dat het antwoord er al staat.
Okee, komt-ie:
De omschrijving in het onvolprezen boek "Zeemanstaal" van J.F. Viëtor, uitgave 1964, luidt: "
Harpuis een gele harssoort met lijnolie en vet, vroeger met zwavel, koehaar en glasgruis, gezamelijk gekookt voor het insmeren van de stengen en rondhouten en bij oude houten schepen ook de scheepshuid tegen houtworm".
De laatste halve eeuw bestaat harpuis vooral uit gekookte lijnolie met een flinke hoeveelheid natuurlijke hars (uit naaldbomen) en een klein beetje siccatief.
Het is een uitstekend conserveringsmiddel voor hout, vooral ook omdat het geen dampdichte laag vormt.
De beroemde botter BU130 (Trui) wordt haar leven lang (sinds 1875) met harpuis onderhouden. Elk vroege voorjaar wordt die botter helemaal kaalgeschrapt (wat makkelijk gaat omdat harpuis geen harde laag vormt) en dan in de zelfgemaakte (want veel goedkoper dan die van Vliegendhart) harpuis gesopt. Dat soppen kun je vrij letterlijk nemen: in een oude elektrische friteuse wordt 't spul opgewarmd, waarna het met allerlei vodden razendsnel over het schip wordt verspreid. Degenen die dat doen hebben daarna heerlijk zachte handen!
De botter glimt dan als een palingdrol in de maneschijn en ruikt als een hemelse natte droom.
In de loop van het seizoen wordt de botter steeds kaler en grauwer, maar het hout blijft vettig en uitstekend beschermd.
Tegen de tijd dat de Visserijdagen in Workum beginnen, ziet de Trui er erg kaal uit, maar wel schitterend kaal, als je begrijpt wat ik bedoel.
Laatst heb ik twee botters uitgebreid gekeurd; die staan in een soort moderne beits. Beide hebben grote problemen met vochtophoping in het hout, en dientengevolge ernstige rotvorming.
Dat gebeurt met Harpuis (ja, met hoofdletter) dus niet!
Heeft Harpuis ook nadelen?
Jazeker. Die van Vliegendhart is duur. En het droogt voor geen meter, wat komische bijverschijnselen oplevert als een bal (m/v) met de Pradakleding plaatsneemt op het glanzende boord.
Als je met zo'n harpuisscheepje een dag flink aan het opboksen bent tegen wind en zee, dan is het helemaal melkwit uitgeslagen. De olie gaat dan in een emulsievorm met het buiswater. Dat ziet er heel stoer uit, maar na een uurtje in de zon is de houtkleur weer terug.
Nog even terugkomend op de uitleg van Viëtor: hij schreef over glasgruis.
Glasgruis is inderdaad een heel effectief goedje om paalwormvraat tegen te gaan. In mijn werkplaats ligt nu een eiken Hamburgertje (nee, geen Mc, maar een sloep) uit 1909. Het onderwaterschip zit in een mengsel van bruine teer, lijnolie en glasgruis. Geen worm te bekennen!
Tot zover deze aflevering van de Teleac-cursus "Hoe glijdt uw boot het lekkerst".
Wim.