Over storm gesproken.
Vanmorgen even voor achten wordt er aangeklopt.
Dat zal m'n dochter zijn, die heeft met Marjanne afgesproken om samen te gaan winkelen, ze is er wel erg vroeg bij zeg.
Ik sta op en graai, omdat in mijn blote toges ben, een vest van het haakje hou dat als een prop voor mijn trouwgereedschap en open de deur.
Eerst strijkt de grote dikke zwart-witte kater van de buren langs mijn blote benen en loopt door naar zijn favoriete plekje.
Intussen heb ik al gezien dat het niet mijn dochter is die aanklopte - en evenmin een zekere ZP, die daar ook een handje van heeft - nee het is een wildvreemde dame van mijn leeftijd wiens aandacht meteen geheel en al uitgaat naar het vest.
Zou dit soms de moderedactrice van de Libelle wezen?
Op mijn 'goede morgen...?' blijft het even stil, dan weet ze zich los te rukken van mijn met zwier gedragen vest en kijkt me aan.
Ze slikt en zegt: 'Is dat uw boom? hij ligt nogal in de weg.'
Ik doe een stap naar buiten en zie dat onze rode kastanje, van twaalf meter hoog en meer dan dertig jaar oud, het begeven heeft en dwars over het fietspad op de dijk ligt.
De dame begint nu een praatje over "hoe zonde het wel niet is van die mooie boom" maar kijkt intussen geen enkele keer naar de kastanje, integendeel, mijn mode uiting heeft haar volle aandacht.
'Mevrouw, hartelijk bedankt voor de melding, ik zal het doorgeven aan de brandweer, nog een prettige dag'.
Ik doe de deur dicht en pak mijn telefoontje maar nog voor ik het nummer van de brandweer heb opgezocht hoor ik sirenes in de verte en zeg tegen Marjanne: 'De brandweer zal het nu wel stinkend druk hebben, ik maak die boom zelf wel klein'.
Even later sta ik met mijn reprozaag dikke takken af te zagen en met een zaagblad van twintig cm. stukken stam van ca. vijfendertig cm. door te zagen.
Tot mijn verassing lukt dat laatste nog redelijk.
Intussen moet de schooljeugd - het is hier een doorgaande fietsroute - afstappen, met hun fietsen door het gras naar beneden, rond de kruin van de boom en weer de dijk op.
Na een goed uur ben ik klaar en ligt er in het gras een beste brandstapel voor een moderne Jeanne D'arc m/v.
Nu maar hopen dat de andere bomen blijven staan, want ik begon daarnet al (on)behoorlijk te zweten en dát kan ik als gepensioneerd ambtenaar toch echt niet maken.