Afgelopen najaar kochten wij onze eerste zeilboot. Hoewel ik een watermens ben, was het nog nooit zover gekomen. Achteraf bezien vreemd…? Rond m’n 16e leerde ik zeilen, daarna was ik vaak met mijn surfplank op het water te vinden. Toch nooit op het idee gekomen om met een eigen boot te gaan varen. Nadat wij enkele jaren in het buitenland woonden, kwamen wij terug in Nederland. In die tijd kwam het verlangen om samen te gaan zeilen.
Omdat wij totaal onbekend waren met kajuitzeilboten begonnen wij met het halen van CWO-diploma’s. Het voordeel hiervan was, dat we samen leerden te zeilen én tegelijkertijd een idee kregen van wat wij precies wilden (nu een jaartje later zijn we er nog steeds overtuigd van een goede keuze). Uiteindelijk zijn we uitgekomen op een Dehler 33 cruising, een boot van 25 jaar oud.
Bij de aankoopkeuring werd een verhoogde vochtigheid aan bakboord geconstateerd. Het geval wilde dat de keurmeester deze boot eerder gekeurd had (bij de vorige aankoop). Het bleek dat toen dit probleem al gemeten was, maar de toenmalige eigenaar (van wie wij nu de boot kochten) kreeg het “advies” van zijn werf dat het wel meeviel en het net zo goed kon laten. Idioot, als je bedenkt dat Dehler balsa gebruikte, maar goed.
Voor ons was dit de aanleiding om te bedingen dat, op kosten van de verkoper, de boot naar binnen zou gaan, om open gemaakt te worden, te drogen en weer netjes opgebouwd zou worden. De boot kwam bij Yagra te liggen en ging eind november het water uit. Voor ons niet alleen een nieuwe ervaring, ook brak er een periode aan waarin we veel zouden leren.
Eén van de dingen was dat wij voor de keuze kwamen te staan wat wij met de romp wilde. Na 25 jaar begon de gelcoat te verkrijten. Oppoetsen zou zeker kunnen, maar een definitieve oplossing is dat niet. Poetsen zou een terugkerend festijn worden, totdat je toch wilt gaan lakken…
We besloten dus om de romp te (laten) lakken. Het voorwerk en plamuren zou ik zelf doen, het lakken door de werf. Na plussen en minnen wilde ik graag een andere kleur op de romp. Had ooit een Beneteau First 300 gezien, die een frisse kleur blauw had. Dat zat in m’n hoofd.
Eenmaal binnen begon het wat te “knagen”: De romp opnieuw lakken, terwijl wij de opbouw laten voor wat die was? Nee, dat zat er niet in. Van het een kwam het ander en wij besloten om (onder dezelfde voorwaarde) ook de opbouw te doen: al het voorwerk doe ik, de werf zou de boot lakken.
Tja, en dan begint het feest. Nog nooit en boot onderhanden gehad en beginnen met het strippen van de boot. Achteraf gezien hadden we geen betere keus willen maken, want je leert je boot goed kennen. Hoe werkt een lier en hoe haal je die van je boot? Hoe maak je een instrumentenpaneel los die volledig gekit vast zit? Hoe krijg je kit-resten netjes weg (met een botte beitel, dus)? Wat doe je met de schroeven van de kikkers, die muur en muur vast zitten (corrosie) en zo nog een “paar” dingen.
Gaandeweg bleek de Dehler een uitermate degelijke boot te zijn. Ondanks dat dit een productieboot is, kon ik aan van alles merken dat het om een kwaliteitsboot gaat. De boot is opgebouwd met een binnen– en een buitenschaal. Alles wat gemonteerd zit, zit vast op ingelamineerde aluminium platen. Op een paar dingen na, kon ik bijna alles er zo vanaf schroeven. Uiteraard zitten er ook nadelen aan: je kunt bijna niet tussen de schalen inkomen. Zo wilde ik de bedrading vanuit de mast (doorgestoken) tussen de schalen door naar de gevers leiden, maar dat is mij uiteindelijk niet gelukt.
Over één ding heb ik mij echter verbaasd. De positie van de heteluchtkachel. Deze zat onder de kaartentafel gemonteerd. Een voordeel is dat het centraal in de boot zit én dicht bij de dieseltank (die zich onder de bank stuurboord bevindt), maar de uitlaat gaat achter de electronica langs en komt in het gangboor uit. Voor mijn gevoel super onlogisch. Slecht voor de electronica (het werd bloedheet achter het schakel paneel én een uitlaatpijp in het gangboord. Al snel had ik bedacht: “Die ga ik daar weghalen en verplaatsen.”
Een klusje dat mij meer tijd gekost heeft, dan ingeschat, maar ja… Dit geld voor zo ongeveer alle klussen aan de boot. Een betere keus had ik bijna niet kunnen maken. De buizen die tussen de schalen door liepen waren guis verrot, waardoor slechts een klein deel van de verwarmde lucht uit de roosters kwam. De kachel wilde ik helemaal achterin de boot verplaatsen, omdat we daar nog een loze ruimte ontdekte. Een bijkomend voordeel is dat de uitlaat nu op de spiegel gemonteerd zit.
Bij de kiel ontdekte ik nóg een probleem. De voorkant, bovenaan tegen de romp was zo goed als verroest. Van de werf begreep ik dat dit vaker voorkomt en dat het te maken heeft met het oorspronkelijke gietproces. Zo goed en zo kwaad als het kon heb ik dit met de Perago flink aangepakt. Daarna de kiel weer opgebouwd met plamuur. Hoewel het eindresultaat er goed uit zag, verwacht ik dat dit een terugkerend probleem zal zijn?
Oké, max. aan foto's vervolg in tweede post