Opstapje preekstoel vervangen
Dit onderdeel is een soort side-kick van het dekbekledingsproject, daarom beschrijf ik het ook in dit draadje.
In de preekstoel van de il Cigno is een mooi opstapje gemaakt. Zeker in combinatie met
een boegtrapje is dat erg handig als je alleen via de boeg van en op de boot kan. De werf heeft er indertijd een teakhouten plankje in gemaakt.
Maar ook dat begint sporen van de tijd te vertonen en los daarvan is het mijn persoonlijke doelstelling om alle hout aan de buitenzijde van de boot waar mogelijk te vervangen door iets wat niet groen wordt van algen en vuil. Het leek mij nu dus een goed moment om ook dit plankje te vervangen door hetzelfde materiaal als waar het dek van gemaakt is.
De basis heb ik gemaakt van epoxylaminaat. Van reststukken glasweefsel die ik nog had liggen en wat nieuw besteld 600 gram biax (eerste keer dat ik daarmee werkte, superhandig!) maakte ik volgens de inmiddels beproefde 'Noballast' methode twee plaatjes van ieder ongeveer 4 mm dik.
Na het verwijderen van de peelply en het opschonen van de randen had ik twee plaatjes die ik vervolgens op elkaar kon lijmen om de juiste kerndikte van ca. 9 mm te verkrijgen.
Voor het lijmen had ik de gaten voor de oogbout er in geboord, ieder met een verschillende diameter. De reden hiervoor was dat het gat aan de binnenzijde ook bekleed zou worden met nepteak. Aan de bovenzijde moest ik de rand van het gat flink af kunnen schuinen, en om te voorkomen dat ik niet genoeg ‘nepteak-vlees’ zou hebben heb ik in het bovenste plaatje een extra ring van nepteak ingelijmd. Vandaar dat de gatmaat daarvan groter moest zijn.
Van de leverancier van de dekbekleding kreeg ik een aantal reststukken nepteak meegekregen. Deze heb ik ontdaan van de zwarte “kit” randen en er stroken van gesneden voor de zijkanten en voor het gat.
Nu is ook de extra ring goed te zien
Ik had een klein beetje tweecomponenten kit bewaard van het lijmen van de dekbekleding om kleine reparaties mee uit te kunnen voeren. Dit kwam nu handig van pas. Met blokjes hout en verpakkingstape had ik even een mal gemaakt om de randen tijdens het uitharden van de lijm op hun plaats te houden. Door de blokjes maar met één brad vast te zetten richten ze zich vanzelf in de juiste hoek.
Daarna heb ik de randen met het vingerschaafje (erfstuk van mijn vader, eerste keer dat ik het praktisch kon gebruiken!) tot op pakweg een halve mm boven het oppervlak van de plaatjes vlak geschaafd.
Van de reststukken nepteak had ik twee plakken gemaakt voor de boven- en onderkant. Ik had natuurlijk niet zo’n mooi professioneel hetelucht-lasapparaat waarmee dit soort dekken gemaakt worden, maar met wat experimenteren kon ik toch een redelijk fraai stukje bekleding maken. Dit deed ik door de onderzijde met een soldeerpistool aan elkaar te smelten.
En vervolgens de naden aan de bovenkant op de vullen met een héél klein rilletje kit. Daar zie je na opschonen verder niets meer van.
Ik heb eerst de ene kant verlijmd en om de boel wat te versnellen onder 30
oC in de oven uit laten harden. Daarna met een forstnerboor het gat uitboren en daarna de andere zijde op dezelfde manier. Na het opschonen met schuurpapier korrel 40 had ik een redelijk overtuigend “houten” plankje.
Foto plankje
Oud en nieuw
Op de boot paste het gelukkig prima en was het een kwestie van vier schroefjes om het nieuwe opstapje weer te monteren. Hier is trouwens de oogbout te zien die ik gebruik voor de snelsluiting van
mijn top-down gennaker furler. De stalen strip is gedubbeld voor extra stevigheid. Indertijd (2013) werd er sterk getwijfeld of deze constructie
wel sterk genoeg zou zijn, maar na 12 jaar op deze wijze gennakeren is dat wel bewezen lijkt me.
De randen van het gat voor de oogbouw zijn sterk afgeschuind om het inpikken van de snapsluiting van de furler mogelijk te maken.
Het resultaat is een opstapje dat matcht met de rest van het dek en belangrijker nog, volledig onderhoudsvrij is.