In 2010, op 14 juli, hadden we voor Boulogne een visnet in de schroef toen de wind helemaal wegviel. We werden door de Marine National naar de jachthaven teruggesleept.
Na een half uurtje melde de majoor en zijn luitenant zich bij ons aan boord voor het opmaken van een "sleepovereenkomst"
De verhalen dat Franse beambten van de "Gendarmerie" waar zij toe behoorde lastig en bureaucratisch zouden zijn lijken ons, gezien onze eigen ervaringen wel ernstig overdreven. Uiteraard hadden wij een geldig ICP aan boord, evenals alle overige bescheiden, ICC's, registratie Dienst Telecom van marifoons en MMSI enz.
Toen bleek er toch nog een probleem. Op het voorbereidde formulier van de sleepovereenkomst was een veld waar het registratienummer van onze boot moest worden ingevuld!!!! Dat hadden we dus niet. Ik probeerde aan de Fr'anglais sprekende lieutenant uit te leggen dat in Nederland schepen die harder kunnen varen dan 20 km. per uur zo'n registratienummer en letters hebben en dat schepen die te boek gesteld zijn bij het kadaster een registratie hebben. De Lieutenant vertaalde dat voor de puur Franstalige Major (kapitein van het patrouillevaartuig). Hoewel de functionarissen niet onwillig waren hadden ze toch enige schroom om het formulier "incompleet" ingevuld naar Cherbourg, waar hun sectorcommando was gevestigd, wilde sturen. (Meer onzeker dan onwillig).
Onze ORC wedstrijdbrief (meetbrief) bood de oplossing NED212 was het type registratie dat in ieder geval ingevuld kon worden. Voorts moest de locatie waar dit registratienummer was aangebracht nog worden ingevuld. Op de meetbrief stond het getal duidelijk ingetekend op het grootzeil. Vriendelijk groetend verlieten de Major en de Lieutenant ons bootje. Pas in december 2010 kregen we de rekening van het ministerie van defensie.